vrijdag 4 juni 2021

467: Villers-la-Ville, Zaterdag 10 april 2021, 14,028 km. (9440,417 km.)


“Een wandeltocht met start en aankomst te Villers-la-Ville, waar we een uitgepijlde route volgden, gevonden via Cirkwi. Deze tocht ging van start ter hoogte van het Syndicat d’Initiative en werd aangegeven door gele rechthoekjes. Reeds tijdens de autorit richting Villers-la-Ville, kregen we onderweg af te rekenen met felle regenbuien. Meteen was het weerbeeld voor de rest van de dag bepaald. We vonden een parkeerplaats ter hoogte van de Rue de l’Abbaye, net vóór de spoorwegtunnel. Na een hapje ter plaatse en na ons te hebben voorzien van de nodige regenkledij, konden we omstreeks 10:30 uur aan de wandeling beginnen. We verlieten de parking en draaiden rechtsaf de Rue de l’Abbaye op om onder de spoorweg door te gaan, weliswaar via een aangelegd pad tussen dranghekkens, omwille van de werken aan het spoor. We gingen voorbij de dienst toerisme en volgden verder de stijgende kasseiweg, zijnde de Rue de l’Abbaye doorheen bosgebied. Na een tijdje klimmen bereikten we een kruispunt alwaar zich de Chapelle des Affligés bevindt. Daar kozen we de linkertak en stapten verder over kasseien, nog steeds door het bos. Eenmaal de rand van het bos bereikt, verlieten we de Rue de l’Abbaye naar links en begaven ons op een onverharde brede weg, de Chemin du Bati Gai, ofwel buurtweg 22. We troffen er enkele markeringen aan dat we ons bevonden op het traject van de GRP127 en de GR126.

Ondertussen zetten we maar onze tocht verder via modderige paden en de regen trotserend. Een zaak is duidelijk, een nat bos verpreidt een heerlijke geur. Toen we verder in het bos een kruispunt van boswegen aantroffen ging het rechstaf via de Rue Basse Heuval, een brede bosweg. Wat later ging het op een andere bosweg dalend linksaf en arriveerden we korte tijd later aan een kleine vijver. We vonden er een baken met de vermelding ‘Ri Pirot’. Net voorbij de vijver sloegen we rechtsaf en wonnen opnieuw aan hoogte, om tenslotte de rand van het bos aan te treffen op de Rue d’Heuval, een smalle kasseiweg. Daar ging het linksaf en wandelden we langs de rand van het bos links en uitgestrekte landerijen rechts. Het smalle wegje bracht ons in de richting van het dorpje La Roche, deelgemeente van Court-St-Etienne. We passeerden het bord van de bebouwde kom en konden de kasseien ruilen voor een betegelde weg. De Rue d’Heuval leidde ons tussen de woningen door tot aan een Y-splitsing, alwaar we de linkertak volgden, de Rue Sainte-Gertrude, om op die manier steil af te dalen naar de Rue du Pont de Bois. Daar op het T-kruispunt gingen we links verder om vrij snel de weg te ruilen voor een smal wandelpad.

We troffen er een baken aan ‘Sentier Touristique’ dat ons toeliet schuin rechts af te dalen tussen weiden richting lager gelegen spoorweg. Net vóór we de spoorweg bereikten, ging het opnieuw linksaf en betraden we een bredere bosweg, welke nagenoeg evenwijdig verliep met de spoorweg. Ondanks de regen hielden we er toch even halt voor het nuttigen van een broodje, min of meer beschut door de bomen. Nadien volgden we verder het pad tot we terug de Rue Sainte-Gertrude betraden, zij het een bosweg, welke wat later overging in de Rue du Ry Pirot. Dit pad bracht ons dichter en dichter bij de spoorlijn rechts, tot we tenslotte wat verderop de spoorweg konden kruisen. We kwamen op die manier terecht aan het baken ‘Moulin de Chevelipont, waar we inderdaad een blik konden werpen op de watermolen. Via de Rue Basse Heuval kwamen we even voorbij de molen uit op de drukke N275, de Rue de Chevelipont. We konden er even pauzeren op een picknickplaats ter hoogte van een kleine vijver en er even denken aan de inwendige mens. Wat later konden we opnieuw op weg. We volgden de drukke N275 zowat 100 m naar links, om dan aan de overzijde een stijgende bosweg op te gaan.

Na een tijdje klimmen doorheen het bos, verlieten we tenslotte het gebied en kwamen uit in de Rue du Ghête, inmiddels grondgebied van Tangissart. In dalende lijn ging het vooreerst via asfalt en nadien over kasseien doorheen een gedeelte van het dorp, tot we de eerste afslag naar links konden nemen, een doodlopend smal straatje. We troffen opnieuw een baken aan ‘Sentier Touristique’, om daar een steil paadje te volgen dat daalde naar het lager gelegen bos. Omwille van de regen was het eerder een beek welke we afdaalden. Beneden in het bos aangekomen troffen we tal van zijpaden aan en ontbraken verdere routetekens. Op goed geluk begaven we ons in een van de paden, om uiteindelijk na een steile klim uit te komen in de Rue du Cerisier. We waren dus totaal uit de richting aangekomen. We belden dan maar aan in de buurt, alwaar we min of meer de juiste weg kregen aangeboden. Via de zojuist genomen steile klim, ging het nu opnieuw naar beneden het bos in, om eenmaal beneden, rechts te kiezen. We volgden er min of meer het hoofdpad doorheen het bos, tot we een infobord aantroffen met betrekking tot de bevers. Daar vonden we opnieuw de gele routetekens en konden we ons opmaken voor opnieuw een steile beklimming.

Zo vorderden we gestaag doorheen het bos, om eenmaal het hoogste punt bereikt, te beginnen aan een lange afdaling via een soms gevaarlijk paadje richting vallei. We mondden uiteindelijk uit op de N275, tegenover de Rue de l’Abbaye. Korte tijd later bevonden we ons aan de ingang van de ruïnes van de abdij en eindigden we onze wandeling met een bezoekje aan de site. Na dit afsluitend bezoek en nog steeds doornat konden we stilaan denken aan de terugreis, nog steeds geplaagd door regenval. We eindigden dan ook ons bezoek aan Villers-la-Ville omstreeks 16:30 uur na een wandeling van 14,028 km.”

1 opmerking:

  1. We zullen deze wandeling haast memorabel kunnen noemen vanwege het bar slechte weer die van begin tot einde een grote domper zette op deze toch wel mooie wandeling. De ruïne is zeker een must om te bezoeken maar dan op een betere dag. Helaas zal blijken dat de weergoden de wandelaars niet altijd goed gezind zijn. Gelukkig maakt een slechte dag geen slecht jaar ♥

    BeantwoordenVerwijderen