dinsdag 22 september 2020

365: Grimbergen, Zaterdag 02 april 2016, 21,291 km. (7383,052 km.)

“Vandaag waren we toe aan een tweede dagetappe op weg naar het verre Santiago de Compostela. Dat de weg nog lang is, dat weten we al een tijdje. Toch vertrokken we deze ochtend onder een grijs wolkendek, omstreeks 08:22 uur via een bus van lijn 287 naar het station van Mechelen. Aldaar hadden we aansluiting om 08:34 uur, teneinde via de trein IC3189 te sporen tot in Vilvoorde. Net buiten het station was het even wachten tot 09:05 uur, op een bus van lijn 821 teneinde op die manier het centrum van Grimbergen te bereiken, alwaar we tijdens een eerste etappe waren aangekomen. Eenmaal te voet gearriveerd ter hoogte van het Kerkplein, dienden we jammer genoeg vast te stellen, dat alle horecazaken aldaar nog waren gesloten. Dus zouden we noodgedwongen onze tweede etappe dienen aan te vangen, zonder een kopje koffie als opwarming. Gelukkig hadden we even voordien in het station van Vilvoorde reeds een kartonnen bekertje van dit vocht tot ons genomen, aan de democratische prijs van 3,60 €. Goed, op weg dan maar richting Santiago op deze tweede dag, een tocht welke ons zou brengen tot aan de Hallepoort in Brussel, volgens onze wandelgids goed voor 16,65 km. Zoals zo vaak later blijkt, werden het er heel wat meer. Van start dus omstreeks 09:15 uur. Van zon was toen nog geen sprake.

Met een laatste blik op de Sint-Servaaskerk, volgden we de Prinsenstraat, om het hoekje om te gaan via de Pastoor Woutersstraat. We vonden op een lantaarnpaal al de eerste aanduidingen dat we ons bevonden op het traject van de GR12 en tevens de ‘Via Brabantica’, zoals de gele schelp liet zien. Ter hoogte van de parking aan de sporthal ging het linksaf en betraden we een pad dat ons leidde langsheen de sporthal. Tijd voor een sanitaire stop, maar ook daar ging de cafetaria pas open om elf uur. We volgden dan maar verder het pad, onder andere via het Parelpad (5,5 of 3,5 km) en de Prinsen Wandeling. Uiteraard refereert dit laatste wandelparcours naar het Prinsenbos. We bereikten vervolgens een picknickbank ter hoogte van de vijver aan het Prinsenkasteel, tijd dus om eens te denken aan de inwendige mens. Het uitpakken van de broodjes had als gevolg dat een aantal eenden op het geluid afgingen en bedelend aan onze voeten zaten. Zo ging een half broodje letterlijk de mist in. Het kasteel zelf is nog slechts een ruïne, vermits de Duitsers het in 1944 in brand lieten opgaan. We wandelden omheen de vijver en het kasteel en arriveerden bij het Guldendal, het voormalige koetshuis en paardenstal van het kasteel. We bevonden ons toen reeds op het Grimbergse Kapellen Wandelpad.

We gingen rechtsaf en kort nadien linksaf, via een smal paadje tussen het Prinsenbos en tuintjes. Zo bereikten we opnieuw de openbare weg ter hoogte van de De Merodestraat. Een tijdje huisjes kijken via vervolgens de Hendrik Consciencestraat. We kruisten de drukke Brusselsesteenweg en volgden aan de overzijde de stijgende Dokter Hemerijckxlaan. Zo verlieten we langzaam de bebouwde kom van Grimbergen. Nog steeds huisjes kijkend, volgden we de Wilgenbaan en de Triohofstraat, hierbij een gedeelte bewandelend van de Vier Dorpen Route (een fietstraject van 39 km). Op het einde van de straat, bereikten we een veldweg, hier en daar nog wat modderig, welke deels steeg tussen de akkers. We bevonden ons nu op de iets hoger gelegen kouters tussen Grimbergen en Strombeek-Bever. Achterom kregen we in de verte nog even de toren te zien van de Sint-Servaaskerk, vrij spoedig zouden we in de andere richting een nieuw baken te zien krijgen, het Atomium. Het licht heuvelachtig landschap bood in ieder geval mooie vergezichten, ondanks de hardnekkige bewolking. Eenmaal gekomen aan het einde van de veldweg, werden we begroet door enkele lokale ezels, waarna we terug vaste grond onder de voet kregen in de Potaarde. Toepasselijk of niet, we betraden het Potaarde Wandelpad.

We wandelden linksaf, voorbij het Potaardehof, onderwijl genietend van de geur van vers gebrande koffie, afkomstig van het nabij gelegen bedrijf van Douwe Egberts. Aan het einde van de weg, volgden enkele tunnels, onder andere onder de ring omheen Brussel, waarna we aan de andere kant het grondgebied bereikten van Strombeek-Bever. De doortocht van deze Brusselse randgemeente zou dan ook in hoofdzaak geschieden doorheen woonstraten, een korte opsomming: Oude Mechelsestraat, De Burtinstraat, De Villegas de Clercampstraat, Schoolstraat, Jan Muisstraat, Acacialaan en de Nieuwelaan. Zo bereikten we de vrij drukke Antwerpselaan. Met enige moeite kruisten we de nabije Romeinse Steenweg om aan de overzijde de Meiseselaan te volgen. Niet ver echter, vermits we de rechts gelegen voetgangersbrug namen over de tramhalte Esplanade en vervolgens de A12. Aan het uiteinde van de brug daalden we opnieuw de trappen af en wandelden langsheen de Madridlaan, richting Atomiumlaan. Het meest gekende bouwwerk van het land hadden we reeds een gehele tijd kunnen bekijken vanuit de verte, maar nu stonden we nagenoeg oog in oog met een restant van Expo 58. Via de Atomiumlaan ging het in rechte lijn naar het Atomium.

Alvorens echter het bouwwerk van nabij te bekijken, hielden we omstreeks 11:30 uur even halt, ter hoogte van een picknickbank aan een van de toegangen tot het Ossegempark. We hadden vandaag dan ook een tweede originele picknickplaats, na het ontbijt met zicht op het Prinsenkasteel, nu een lunch met zicht op het Atomium. Even later hielden we even een sanitaire stop in de cafetaria van het monument, La Terrasse, dronken er een koffie en verkregen er een stempel in ons wandelboekje. Nadien, zowat 6 € armer voor een kartonnen bekertje koffie en een plas, zetten we onze weg verder in Laken. We verlieten de Atomiumsquare en volgden opnieuw de GR12, doorheen een stukje Ossegempark, evenwijdig aan de Eeuwfeestlaan. We kruisten de Kreupelboslaan ter hoogte van een monument ter nagedachtenis aan Adolphe Max, voormalig politicus en oud-burgemeester van Brussel en sloegen linksaf de Dikkelindelaan in. Vrijwel onmiddellijk ging het via een wegje naar rechts, de Wildejasmijnenlaan, het park van Laken in. De stijgende weg liet ons genieten van een mooi uitzicht over het park, het Atomium in de verte en vooral het monument ter ere van Leopold I, bovenop de heuvel in het park.

Eenmaal de top van het park van Laken bereikt, konden we even uitblazen van de beklimming, maar vooral genieten van de Brusselse skyline, het indrukwekkende monument, opgericht door Leopold II en natuurlijk het lager gelegen Koninklijk Paleis. De Vorstenhuislaan, die leidde vanaf het monument, richting paleis, was vooral feeëriek, omwille van de bloeiende magnolia’s en paaslelies. Na een laatste blik op het monument, daalden we af naar de lager gelegen Koninklijk Parklaan, alwaar we werden begroet door twee enorme stenen leeuwen aan het toegangshek naar het Paleis. Rechtsaf ging het naar de Witte Acacialaan richting Abelenlaan. Aldaar hielden we even halt ter hoogte van de orthodoxe Sint-Annakapel, jammer genoeg niet toegankelijk en laafden even onze dorst aan de nabijgelegen bron. Aan de overzijde van de straat wandelden we langsheen een paadje doorheen het park en daalden af naar de rechts gelegen Sint Annadreef. Die leidde ons tot aan het Kardinaal Cardijnplantsoen en de aldaar gesitueerde Onze-Lieve-Vrouwkerk van Laken. De kerk was alweer niet toegankelijk, dus hielden we het bij een rondgang op het kerkhof van Laken, een begraafplaats die de vergelijking met Père Lachaise kan doorstaan. Mooie graftombes, unieke kunstwerken en zelfs een beeld van Auguste Rodin, De Denker.

Heel wat grafmonumenten verkeren in slechte staat, maar zoals we konden zien, is men begonnen met de restauratie. Een gedeelte van het kerkhof werd reeds nieuw aangelegd. Na dit korte oponthoud, kruisten we vervolgens de Koninklijk Parklaan en zetten onze weg verder via de Paleizenstraat over de Bruggen. Hier verkregen we stilaan het gevoel in een andere wereld terecht te komen. Een enigszins verpauperde buurt, zwerfvuil, stinkende muren en vooral een meerderheid aan vreemdelingen. Voorzien van onze rugzak, werden we dan ook meermaals aangekeken en kregen we het gevoel hier niet echt welkom te zijn. Het zou zowaar van kwaad naar erger evolueren. We gingen onder de spoorweg door en bereikten vervolgens een van de drukste kruispunten van Brussel, ter hoogte van het Zeekanaal Brussel-Schelde. Met enige moeite en vooral na ontelbare oversteekplaatsen aan de lichten, bereikten we aan de overzijde de Antwerpsesteenweg. Zowat 850 m dienden we deze zogeheten multiculturele straat, althans volgens de wandelgids te volgen. Onze indruk echter gaat eerder in de richting van een multicriminele straat. Zowat op elke straathoek, vanuit iedere inrit tot een achter gelegen garage en van op de talrijke terrasjes van louche bars en cafés, werden we met een scheef oog bekeken. Hier en daar klonken scheldwoorden in een voor ons niet begrijpbare taal en werden we zelfs door een motorrijder van vreemde origine uitgedaagd. We verlieten zo snel als enigszins mogelijk deze bizarre omgeving en prezen ons gelukkig, uiteindelijk deze straat te kunnen verlaten ter hoogte van de Rogierstraat.

Het ging linksaf en vervolgens om de hoek rechtsaf via de Koning Albert II laan. Het eerste picknickbankje op de middenberm nodigde alvast uit even te verpozen en de laatste broodjes te nuttigen. Het was toen reeds 13:50 uur. Terwijl we genoten van een blikje Ice Tea, konden we kijken naar de talrijke kunstwerken op de middenberm, maar vooral naar de enorme kantoorgebouwen welke hier werden opgetrokken. De bekende WTC-torens zijn slechts een opvallende aanwezige tussen de andere bouwwerken. We kruisten de Simon Bolivarlaan ter hoogte van het station Brussel Noord, hielden even halt bij het borstbeeld van de man en wandelden verder naar de Kruidtuinlaan. Aldaar hielden we links aan tot aan het Karel Rogierplein. Ondertussen hadden we het afgelopen half uur reeds heel wat politie gezien, militairen, waterkanonnen en gepantserde voertuigen. Het was duidelijk dat we het centrum van de hoofdstad naderden. Ter hoogte van het plein, trokken we vervolgens te voet door de Nieuwstraat, de meest gekende winkelstraat van Brussel. Onderweg zelfs nog meer toezicht van politie en leger. Ondanks onze eerder grote bepakking, lukte het nog steeds om zonder enige controle te vorderen richting Grote Markt.

Zowat halverwege de Nieuwstraat hielden we even halt, voor een bezoek aan de kerk van Onze-Lieve-Vrouw ter Finisterrae. Het was toen omstreeks 14:20 uur, we bekeken er een houten medaillon van Jacobus, verkregen een mooie stempel in ons boekje en hadden een praatje met de verantwoordelijke mevrouw in de kerk. Vervolgens gingen we even het hoekje om, teneinde even te verpozen ter hoogte van De Munt op het terras van Café de l’Opéra. Een amper gevuld kopje koffie en 7,40 € armer later, vervolgden we onze wandeltocht door de hoofdstad. Het ging verder doorheen de Nieuwstraat, de Kleerkopersstraat en de Grétrystraat teneinde aldus de bekende Rue des Bouchers te bekijken. Ontelbare restaurants links en rechts gingen aan het oog voorbij, waarna we doorheen de Koninginnegalerij wandelden. Niet meteen de plek om als pelgrim aankopen te doen. Ook hier hadden we heel wat aandacht, omwille van onze rugzak en wandeloutfit. Via de erachter gelegen Grasmarkt en de Heuvelstraat bereikten we het hartje van Brussel, de Grote Markt. Heel veel politie aanwezig en eerder weinig toeristen. Een plaats die doorgaans bruist van de aanwezigheid van een mensenmassa. We verlieten de Grote Markt via de Guldenhoofdstraat naast het stadhuis, gevolgd door de Kolenmarkt. Zo bereikten we de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Goede-Bijstand. Ook hier vonden we een bezoekje op zijn plaats.

Op de deurstijl van de kerk troffen we verwijzingen aan naar St.-Jakob, met name een schelp, een hoed, wandelstokken en kalebassen. In de kerk is het linker zijaltaar gewijd aan St.-Jakob. Na het kerkbezoek zetten we onze tocht verder via de Lievevrouwbroerstraat, met in het verlengde daarvan de Eikstraat. Op het kruispunt troffen we de bekendste inwoner aan van de stad, Manneke Pis, zoals steeds, vaak gefotografeerd. Via het Oud Korenhuis en vervolgens de Dinantstraat, stapten we naar de O.-L.-Vrouw-ter-Kapellekerk. Ook ditmaal troffen we in de kerk een tweetal Jakobusbeelden aan, waaronder eentje dat jaarlijks wordt gedragen tijdens een processie in Brussel. We dienden echter ons bezoek vroegtijdig af te ronden wegens sluitingstijd van de kerk. Bij het verlaten van het gebouw ging het via de Kapellemarkt de Hoogstraat in. Een opvallend kunstwerk, voorstellend Pieter Bruegel, siert het plein. De Hoogstraat zou ons tenslotte leiden tot aan de Hallepoort, het eindpunt van onze tweede etappe op weg naar Santiago de Compostela. Deze vrij lange straat, liet ons wandelen langsheen de woning waar ooit Pieter Bruegel de Oude heeft gewoond. Opvallend veel winkeltjes in deze buurt, maar ook opnieuw een indruk, dat het vroeger anders moet zijn geweest. Stilaan de kilometers voelend, omwille van het vaak slenteren doorheen een stad, bereikten we uiteindelijk omstreeks 16:00 uur de Hallepoort.

Alvorens opnieuw koers te zetten richting thuishaven, namen we nog even de tijd om de omgeving te bekijken en vooral een kunstwerk dat zich bevindt rechts van de Hallepoort. Het betreft hier een soort menhir, opgedragen aan de ‘onbekende pelgrim’. Jammer genoeg was de ernaast gesitueerde gedenksteen door vandalen vernield. Ooit was deze poort een belangrijke vertrekplaats voor pelgrims naar Compostela. De stenen zuil is dan ook een gift van de Xunta de Galicia. Het parkje omheen de Hallepoort lijkt stilaan op een vuilnisbelt, met heel wat lege blikjes, plastic zakken met huishoudelijk afval, lege flessen van alcoholische dranken en bovendien lijkt de plek de ideale verzamelplaats voor jongeren van vreemde origine. Toen we enkele foto’s namen van de poort en het park, werden we dan ook dikwijls begroet met schunnige opmerkingen. Een gevoel dat we eerder die dag reeds hadden verkregen. Je waant je niet langer welkom in de eigen hoofdstad. We verlieten dan ook snel dit oord en doken meteen de metro in, welke ons binnen de kortst mogelijke tijd bracht tot in het Centraal Station. Daar namen we de internationale trein richting Amsterdam, om uiteindelijk opnieuw Mechelen te bereiken.

Onze tweede etappe was vandaag 21,291 km lang, goed voor 1054,8 cal, 28389 stappen en dat in een rustig wandeltempo van 5.11.06 uur. Een volgende tocht zal ons vooreerst via het openbaar vervoer brengen tot aan de Hallepoort, waarna we uiteraard onze route verder zullen vervolgen, richting zuiden. Vanzelfsprekend hierbij nog steeds gebruik makend van de Via Brabantica”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten