donderdag 14 mei 2020

226: Odeigne, Zaterdag 19 maart 2011, 13,5 km. (4541,089 km.)



Een tocht, beschreven in één van de Dagstappergidsen, uitgegeven bij Lannoo. Ditmaal een wandeling, welke van start ging in Odeigne. Na afloop noteerden we nog dezelfde avond een relaas, met betrekking tot de bezienswaardigheden en belevenissen onderweg, omstreeks 20:32 uur.

“Vandaag gingen we even de bovenloop van de Aisne verkennen en dit aan de hand van onze  Dagstappergids ‘Hart van de Ardennen’. Ondertussen waren we reeds toe aan de vijfde wandeling uit deze handige gids en deze ochtend ging het dan ook naar de startplaats van deze 13,5 km lange tocht, met name de kerk van Odeigne. We zouden ook iets hoger wandelen in vergelijking met de voorbije weken, vermits we ons bevonden in de omgeving van de Baraque de Fraiture. In Odeigne aangekomen hielden we het bij een temperatuur van 2° C en een laaghangende bewolking, waaruit lichte nevel omlaag viel. Niet direct de ideale omstandigheden, maar we hebben reeds erger ervaren. Na een beetje toeren doorheen dit kleine gehucht, vonden we uiteindelijk toch een plaatsje om ons vehikel achter te laten. Veel parkeerplaats is er immers niet voorhanden. Na het aantrekken van de wandelschoenen en wat warme kledij, waren we klaar voor deze nieuwe ontdekkingstocht langs Ardense wegen en paden.

We lieten de mooie plaatselijke kerk van Odeigne aan onze rechterhand en wandelden verder langsheen de kerkhofmuur, zo het gehucht uit. De doodlopende Rue des Barons, veranderde in een verharde landweg. We volgden de roodwitte markeringen van de GR 14 en bevonden ons al heel vlug tussen de omliggende weilanden. Een honderdtal meter verder, bereikten we ter hoogte van een houten kruis een splitsing en hier hielden we rechts aan, om via een soort karrenspoor te beginnen aan een stevige afdaling. De rotsige ondergrond was glibberig als gevolg van de hevige regen tijdens de vorige dag. Eenmaal de afdaling achter de rug, staken we beneden een klein beekje over, de Fayi de la Folle. Recente werkzaamheden met een soort kraan, had er voor gezorgd dat een gedeelte van het bruggetje was ingezakt. Aan de overzijde begon uiteraard nadien een stevige beklimming. Opvallend waren de vele kaalgekapte plekken, waardoor de GR-tekens zich bevonden op stukken rots of steen op de begane grond.

Ondertussen, naarmate we uit het dal klommen, kregen we links een uniek zicht op de lager gelegen vallei en natuurlijk op Odeigne zelf, waarbij de kerktoren opvallend aanwezig was. Kort alvorens het hoogste punt te hebben bereikt, ging het voor ons haaks rechtsaf, in de richting van het nog iets hoger gelegen bos. Enkele minuten later konden we nog even achterom kijken en voor het laatst Odeigne aanschouwen, waarna we het bos indoken. Het was algauw een stuk donkerder, naarmate we het bospad verder volgden. Hier en daar was het pad versperd door recent omgezaagde metershoge fijnsparren (Picea Abies). Het werd dus een beetje laveren tussen takken en stammen. Ook in het bos dienden we nog een stukje verder te klimmen, tot we uiteindelijk de Trimblèfaheuvel hadden overschreden. Met de gedachte ‘what goes up must go down’, begonnen we even later aan een gestage afdaling. Toen we links van het pad, het bos inruilden voor een stuk weide, konden we in de verte reeds het gehucht Oster zien.

Wat verder kregen we dan uitzicht op de vallei van de Ruisseau de Labofa, een van de riviertjes waaruit uiteindelijk de Aisne wordt gevormd. Na een heel stuk te zijn afgedaald, ook alweer over een pad met hindernissen (omgehakte sparren), bereikten we ter hoogte van een dwarsgelegen asfaltweg een bijna omgevallen wandelboom. Deze wandelboom N° 26 ‘Tour de Crahay’, zou vanaf nu zorgen voor de verdere bewegwijzering van ons traject, aangezien we de GR 14 verlieten en vanaf nu groene kruisjes volgden, richting Oster, dat ondertussen dichtbij was gelegen. We wandelden vervolgens verder langsheen een klein chalet, om ter hoogte van het verder gelegen kruispunt uit te komen aan een kapel ter ere van een Romeins legionair. We staken vervolgens het kruispunt over en wandelden doorheen de lange Rue Fontaine des Chevaux, nog steeds in dalende zin. Links en rechts van de weg bevonden zich enkele voormalige drinkbakken, waarvan sommige ondertussen een andere bestemming hadden verkregen. Even verderop ging het langsheen het kerkje van Oster, dat we jammer genoeg gesloten aantroffen. Nog steeds de asfaltweg verder afdalend, werden we onderweg verrast door het voorbij rijden van tal van oldtimers, hoofdzakelijk voorzien van Nederlandse nummerplaten.

Af en toe bemerkten we zelfs pareltjes uit lang vervlogen tijden. Beneden aangekomen, ter hoogte van een houtzagerij, bevonden we ons ter hoogte van Moulin Crahay. Tevens bemerkten we, dat we ons bevonden op de ‘Route au fil de l’eau’. We staken via de brug de Aisne over en trokken verder in de richting van Freyneux. Eenmaal de Aisne over, dienden we opnieuw uit het dal weg te komen, met het gevolg dat we terug dienden te klimmen. Het ging dan ook gestaag de hoogte in langsheen een wel erg drukke asfaltweg. Halverwege de klim troffen we bezijden de weg een bushokje aan, ideaal leek dit ons om even de inwendige mens wat aan te sterken. We hielden dus even halt en hadden de luxe te beschikken over een zitbank, met uitzicht op de omliggende bossen. Na een korte pauze, trokken we verder richting dorpskern van Freyneux. Via een stukje eenrichtingsweg, bereikten we de kerk van dit gehucht. Het ging linksaf, een doodlopende straat in en zo klommen we opnieuw uit de dorpskom. Weinige honderden meters verder, was er al helemaal geen sprake meer van enige bebouwing en volgden we een verhard pad, richting woud van Freyneux.

We trokken in eerste instantie langsheen de rand van het woud, tot voorbij een rechts gebouwd vakantiehuis, waarna we het woud introkken. Ook hier alweer waren we toch wel onder de indruk van deze donkere omgeving, die heerlijk geurde naar sparren. We volgden steeds maar rechtdoor en bekommerden ons niet om zijwegen. Na een heel stukje doorheen het woud te zijn gewandeld, dienden we een dwarsgelegen asfaltweg over te steken, om aan de overzijde een breed kiezelpad te volgen, dat ons aan hoogte liet winnen. Ook hier opvallend veel kale plekken, waar vroeger bosgebied was geweest. Het kiezelpad werd gevolgd tot we een vijfsprong bereikten, waar we haaks linksaf dienden aan te houden. We wandelden zo het bos verder in langsheen een af en toe drassig stukje parcours. Grote waterplassen leken op kleine vijvers en waren netjes afgezoomd met vers mos. Een vijfhonderdtal meters verder, bereikten we opnieuw dezelfde asfaltweg, waar we ditmaal rechts aanhielden en deze weg volgden. Een bijna eindeloos uitziend stukje openbare weg, verdween in de verte tussen de bomen.

Opvallend stil was het hier, zonder ook maar een levende ziel te bemerken. Zelfs ditmaal een stuk weg zonder de aanwezigheid van een auto. Je ervaart het niet meer zo vaak de laatste tijd. Toen de weg verderop een bocht maakte naar rechts, bereikten we op een hoogte van 585 m de plaats ‘In loving memory’, alwaar zich een gedenkteken bevond ter ere van vier Canadezen, welke op het einde van WOII het leven lieten in de omgeving van Samrée. We konden niet nalaten ook hier even pauze te maken en de laatste broodjes uit de rugzak naar binnen te werken. Enkele foto’s voor het archief en we konden wat later beginnen aan het laatste gedeelte van deze wandeldag. We hadden een tijdje rode liggende ruitjes gevolgd, het ging nu opnieuw verder langsheen het traject van de GR 14, die we even verderop links konden aantreffen. We verlieten dus de openbare weg en betraden een langlaufpiste, richting Odeigne. Het ging eventjes in dalende zin, om vervolgens een klein beekje over te steken. Wat later staken we een dwarsweg over en we daalden steeds verder af, richting startplaats. Bij het verlaten van het bos, bemerkten we in de verte reeds de eerste huizen van Odeigne. We daalden steeds verder af, langsheen een rotsig pad dat eerder het uitzicht had van een oude heirbaan, om vervolgens beneden uit te komen bij een brugje. Hier aan deze Pont de Beaufayi, kregen we zicht op een wel heel snel stromende beek, waarbij het water naar beneden kletterde.

Al even vlug doken enkele mountainbikes naar beneden over het moeilijk berijdbare pad. Stilaan was ondertussen de hemel wat uitgeklaard en kregen we eindelijk de zon en wat blauwe lucht te zien. Meteen veranderde ook de omgeving door de aanwezigheid van het zonlicht. Stilaan dienden we afscheid te nemen van de bosrijke omgeving en kwamen we terecht tussen glooiende weilanden. We kregen ook andere levende wezens te zien en zelfs het eerste gebouw van Odeigne, een boerderij met koeien. Juist er voorbij bereikten we opnieuw de openbare weg en zo begaven we ons naar links, verder dalend naar de dorpskom van Odeigne. We bemerkten reeds de plaatselijke kerktoren en korte tijd later bevonden we ons in de woonzone van dit dorp. Via een monumentje ter ere van de helden en de burgerslachtoffers van het dorp tijdens de laatste oorlog, naderden we opnieuw de kerk, waar we enkele uren voorheen waren van start gegaan. Ook ditmaal konden we nog even nagenieten van een mooie wandeling, alleen jammer dat de weergoden pas in laatste instantie hadden gezorgd voor een beetje zonneschijn. Misschien volgende keer dan maar beter.”

We ronden af met nog een blik in de wandelboekjes, vermits ook daarin enkele eerste indrukken werden neergeschreven. ‘K: Odeigne, Oster, Moulin Crahay, Freyneux, Odeigne. Mysterieuze, soms donkere bossen met frisse geuren. Stromende beekjes en bladstille dorpjes. Gedenkteken voor vier Canadezen op een weg van km lang. + 2° koud, met later op de dag een streepje zon. ‘In loving memory’. J: Wandeling 5 uit de Dagstappergids ‘Hart van de Ardennen’. Ditmaal een wandeling vanuit Odeigne, doorheen Oster, Moulin Crahay en Freyneux. Passage door het woud van Freyneux. Onderweg het monument ‘In Loving Memory’, ter ere van enkele gesneuvelde Canadezen. Aanvankelijk koud en bewolkt, uiteindelijk toch een beetje zon.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten