woensdag 23 februari 2022

487: Marbehan, Zaterdag 12 februari 2022, 13,495 km. (9766,772 km.)


“Onze belevenissen tijdens een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst te Marbehan. Na vooraf de verplaatsing te hebben gemaakt via Cambio, bereikten we omstreeks 10:15 uur het reeds vermelde dorp en vonden er een parkeerplaats tegenover de plaatselijke Eglise l’Immaculée Conception. De beschreven tocht gaat over een afstand van ongeveer 12 km, met aanbevolen vertrek aan de kerk. Tijdens het verloop van deze wandeltocht wordt een gedeelte gevolgd van het traject van de GR151. Na ons te hebben voorzien van stevig schoeisel en bijhorende warme kledij, konden we even later om 10:35 uur van start, ondanks de vrieskou. Maar, het moet gezegd, het prille zonnetje gaf toch een naderend lentegevoel. We begaven ons in de Rue du Hibé, rechts naast de kerk om zowat 100 m verder rechtsaf de Rue de la Fontaine in te draaien. We hadden oog voor de lokale aanduidingen, zijnde liggende gele rechthoekjes. Voorbij de eerste woning en net vóór een electriciteitscabine, ging het linksaf een smal paadje op een grasweg op. Iets aan hoogte winnend mondde het pad uit ter hoogte van de parking van het station van Marbehan, de Place de la Gare. We volgden de weg naar links, licht afdalend om opnieuw uit te komen op de Rue du Hibé, tegenover de begraafplaats van Marbehan.

We namen even de tijd om het kerkhof te bezoeken, misschien de kans om een graf van voorouders te ontdekken. Even later bleek dit tevergeefs te zijn geweest. We wandelden dan verder in dalende zin langs de Rue du Hibé, geleid door de gele driehoekjes en de wit-rode tekens van de GR151, evenwijdig aan de hoge spoorberm rechts. Iets voorbij het kerkhof ging de straat over in de Rue de Courtel, waarna we omringd werden door bos. Na een tijdje de Rue de Courtel te hebben gevolgd, arriveerden we ter hoogte van een grote olieopslagplaats van Total, naast de spoorberm. Net er voorbij maakte de weg een bocht naar rechts, teneinde onder de spoorweg door te gaan, doch wij hielden rechtdoor aan en verlieten de asfaltweg en betraden een brede elementair verharde weg. Tevens namen we afscheid van de GR151. We kwamen aan de eerste wandelboom van de dag, welke de richting aangaf naar ‘Les quatre mousquetaires’. Aan de overzijde van het pad stond een oud verweerd kruis. De weg volgend ging het langzaam dalend verder, nog steeds evenwijdig aan de verhoogde spoorberm. We staken een bronbeekje over om dan het eerste baken van de dag te bereiken, Les Quatre Mousquetaires, Alt. 380 m. alwaar een vierstammige beuk kon worden bekeken.

We troffen er een picknickbank aan om er even te genieten van een boterhammetje omstreeks 11:29 uur. De stilte van het bos namen we er bij, alsook het prille ochtendzonnetje. Na deze pauze ging het volgens het baken, richting ‘Les Forges Basses’. We overschreden nogmaals een bronbeekje via stapstenen en kregen links zicht op de lager stromende Mellier. Wat verderop verdween aan de linkerkant het bos en dienden we een modderige strook te verwerken. Gelukkig konden we daar de voeten droog houden, doch het zonlicht werkte verblinderd op het water dat over het pad stroomde. We kwamen op het einde van de modderstrook uit op een dwarsweg, welke rechtsaf ging onder de spoorweg, doch wij hielden het bij links en bereikten het volgende baken ‘Les Forges Basses, Alt. 365 m. We begaven ons daar rechts op een brede kiezelweg, laverend tussen bevroren waterplassen en met links enkele mooie gebouwen en ernaast een vijver, afgedamd van de Mellier. Net voorbij deze waterplas gingen we rechtsaf onder de spoorweg door, ditmaal richting ‘Les Forges Hautes’. Vrij vlug verlieten we deze brede bosweg, om schuin rechts een smaller bospad aan te treffen, alwaar we meteen konden beginnen aan een lange beklimming.

We verkregen er mooie vergezichten over de vallei van de Mellier en het spoorwegtraject dat de vallei doorsnijdt. Nagenoeg op het hoogste punt wandelden we voorbij het baken ‘Forges de Mellier, Alt. 410 m., om dan langzaam af te dalen naar een lager gelegen asfaltweg. We troffen er andermaal een wandelboom aan welke aangaf dat we ‘Les Forges de Mellier’ zouden bereiken na 5’. We sloegen linksaf en daalden via de deels met ijs bedekte weg af naar de lager gelegen ‘Forges Hautes’. Via een brug overschreden we de rechts gelegen spoorweg en vervolgens leidde de Rue des Forges ons naar het volgende baken ‘Les Forges Hautes, Alt. 380 m.’ Daar aangekomen omstreeks 12:57 uur konden we overgaan tot het nuttigen van ons middagmaal, terwijl we de ruïnes konden bekijken van de vroegere metaalnijverheid, maar tevens de grote vijver in de nabijheid. Deze iets langere wandelpauze achter de rug, begaven we ons opnieuw op weg. Via een brug staken we de Mellier over en bereikten de N897, de Rue du Chénel. Ook deze weg kruisten we, om aan de overzijde een smal rotsig paadje te beklimmen dat schuin rechts zich langzaam van de N897 verwijderde. We betraden op die manier het ‘Forêt domaniale de Mellier’. Na geruime tijd klimmen, arriveerden we zowat op het hoogste punt op een kruispunt van boswegjes.

Hier ging de gele wandelroute linkaf, doch wij stapten nog wat verder rechtdoor, voorbij een kale vlakte rechts. Iets later kruisten we een brede brandweg doorheen het bos. Nog wat aan hoogte winnend arriveerden we tenslotte opnieuw ter hoogte van een kruispunt van boswegen. Ditmaal draaiden we haaks linksaf en betraden een brede bosweg, welke stilaan verliep in dalende lijn, tot aan de eerste bosweg links. Daar ging het opnieuw even al klimmend verder, waarbij we onopgemerkt, volgens de wandelgids, het hoogste punt, met name 447 m overschreden. We kruisten nogmaals de brede brandweg, welke we voorheen reeds hadden bemerkt en daalden nu verder af tot aan het eerste dwarswegje, alwaar we rechtsaf draaiden. We bevonden ons terug op de wandelroute aangeduid door gele driehoekjes. Af en toe flink dalend en hier en daar wat plassen ontwijkend, mondde het smalle pad uit op een verharde dwarsweg, alwaar we het baken aantroffen ‘Le Chénel, Alt. 395 m.’, om er de weg te dwarsen. Aan de overzijde ging het vooreerst nog wat bergop, om nadien doorheen het Bois de Chénel, langzaam af te dalen naar een lager gelegen dwarsweg, die we links opgingen. We troffen er opnieuw de wit-rode markeringen aan van de GR151. Uiteindelijk verlieten we het bos en bereikten de openbare weg, de N897, de Rue du Chénel. Daar bevond zich de Chapelle Notre Dame de Chénel.

We vonden er bezijden de kapel een picknickbank en gingen dan ook omstreeks 15:57 uur over tot het nuttigen van de laatste restjes in de rugzak. Nadien konden we even de kapel van nabij bekijken, alsook het monument ervoor geplaatst ter ere van enkele gesneuvelden van de RAF. We hadden dan ook de gelegenheid het laatste baken van de dag te zien, ‘Chapelle du Chénel, Alt. 370 m.’, waarna we de brede en druk bereden N897 naar rechts opgingen, richting centrum van Marbehan. Voor het laatst overschreden we nogmaals de Mellier, om vrij vlug aan te komen ter hoogte van de kerk, jammer genoeg niet toegankelijk. Wegens het ontbreken van horeca in Marbehan, ging het dan na de wandeling omstreeks 16:20 richting thuisbasis, na te hebben genoten van een zonnige winterse tocht van 13,495 km.”

donderdag 27 januari 2022

486: Orgeo, Zaterdag 14 november 2020, 13,739 km. (9753,277 km.)


“Een wandeltocht beschreven in de Dagstappergids Ardennen, deel 2, met start en aankomst te Orgeo. Deze luswandeling gaat over een afstand van 11,9 km en gaat van start ter hoogte van de parochierkerk op de Place d’Urio. Na een verplaatsing vooraf dankzij Cambio, konden we ons voertuig parkeren op de parking ter hoogte van de kerk. Na vooreerst te hebben genoten van een broodje konden we even later omstreeks 10:35 uur van start gaan, weliswaar nog steeds onder het strenge regime van Corona. We verlieten de Place d’Urio en begonnen aan een lichte afdaling met de kerk rechts. Even voorbij de rechts gesitueerde Rue Sous-l’Eglise ging de Place d’Urio over in de Rue Notre Dame. Langzaam iets aan hoogte winnend ging het stilaan de bewoonde dorpskern uit. Gekomen net voor een geel pand, verlieten we de Rue Notre Dame voor een dalende landweg rechts. Via dit rotsig karrespoor wandelden we tussen weilanden, hierbij het gezelschap verkregen van een hond. Het beest vond genoegen in het halen van een geworpen stuk hout. Zowat 50 m van dit pad verwijderd stroomde de Vierre. We staken de amper zichtbare Ruisseau de Rossart over en bemerkten wat later een tweetal zware balken bezijden het pad. Ter hoogte van deze Y-splitsing ging het verder via een aan hoogte winnend wegje links. Over een vrij smal graspad wonnen we verder nog aan hoogte tot we een dwars gelegen asfaltweg aantroffen, de Rue du Miaumont.

Aan de overzijde stapten we een grindweg op, de Rue du Grand-Enclos, nog steeds klimmend. Opnieuw tussen weiden konden we genieten van mooie vergezichten. Links kregen we de kerk van Biourge te zien. Naarmate we vorderden op de Rue du Grand-Enclos, veranderde het stenige pad in asfalt en kwamen de eerste woningen in zicht van Nevraumont. Bij het betreden van dit dorpje, ging het op het eerste kruispunt rechtsaf, eveneens Rue du Grand-Enclos, om er vrijwel dadelijk opnieuw de bewoonde wereld te verlaten. Even voorbij het laatste pand ging het ditmaal linksaf via een onverharde weg tussen weiden, in de richting van het verder gelegen Bois de Waillimont, op de toepasselijke Chemin de Waillimont. Eenmaal de laatste weiden voorbij ging de Chemin over in een min of meer holle weg het eigenlijke bos in. Vrij vlug veranderde de holle weg in een modderig pad, alwaar we van tijd tot tijd even het bos dienden in te gaan, om de ergste passages te overwinnen. Over het hoogste punt heen, ging het dan in dalende lijn het bos uit, waarna we de Vierre overschreden en uitkwamen op de dwars gelegen Rue de Waillimont. We hielden er omstreeks 13:05 uur even halt voor een korte picknick, terwijl we ondertussen het hoge beeld konden bewonderen van de Onze-Lieve-Vrouw van Waillimont, waarvan de sokkel was bedolven onder talrijke danktegels.

Aan de overzijde van de Rue de Waillimont, wonnen we terug wat aan hoogte op een iets breder rotsig pad, dat vooreerst verliep langs de rand van een bos rechts, om iets later doorheen dit stuk bos verder te gaan. Ondertussen kon maatje de talrijke paddestoelen bezijden het pad digitaal vereeuwigen. Via dit pad dienden we van 360 m boven zeeniveau te klimmen naar 420 m, wat natuurlijk het wandeltempo gevoelig liet afnemen. Doch boven werden we beloond door zicht op een mooie rij eiken. Nadien konden we geleidelijk afdalen naar de dwars gelegen Rue de Martilly, om er aan de overzijde verder te stappen via een linker zijweg. Zowat in het dal aangekomen wandelden we tussen enkele huizen van Saint-Médard en mondden uit op de dwars gelegen Grand’Rue. Voorzichtig kruisten we de weg, om aan de overzijde via een hoge brug de spoorlijn over te gaan. Het smalle asfaltwegje verliep rechtdoor langs de rand van een bos links. We namen er plaats in de grasberm om er even een picknick te houden om 14:25 uur. Wat later gingen we opnieuw op weg, aanvankelijk met het bos links en weiland rechts, om korte tijd nadien aan weerszijden van de weg bos aan te treffen. Eenmaal het bos voorbij gegaan, namen we aan een Y-splitsing de rechtse weg, welke iets verder opnieuw doorheen een sparrenbos verliep.

We kruisten in het bos de Chemin de la Mellée en gingen rechtdoor verder door het bos. Nog wat klimmend arriveerden we tenslotte op het hoogste punt van deze wandeltocht, 440 m boven de zeespiegel, net aan een voetbalplein voorzien van enkele lichtmasten. Voorbij het voetbalveld kruisten we een asfaltwegje, Au Poupeau en stapten rechtdoor verder op een onverharde weg. Vrij vlug daarna kruisten we een ander asfaltbaantje, le Routeux en begaven ons aan de overzijde op een grindweg. In dalende lijn vorderden we richting lager gelegen N824, de Rue de la Station, die we opnieuw overstaken, nu wel heel dichtbij de rechts gelegen spoorlijn. Na nog een korte beklimming kruisten we de Rue de l’Abreuvoir om aan de overzijde een mooie bosweg te bewandelen, nagenoeg evenwijdig aan de spoorweg. Er restte ons nog een fors klimmetje tot we aan de overzijde van de spoorweg het stationsgebouw voorbij gingen. Even verder ging het via een brug rechtsaf over de sporen en begonnen we aan de afdeling naar het dorp Orgeo. Na een haakse bocht naar rechts, net voorbij de brug bereikten we de Rue du Point d’Arrêt, om die links op te gaan. Na een hele tijd dalen kwamen we beneden uit op de Rue du Briga.

Over korte afstand volgden we de weg naar rechts, om dan aan de overzijde linksaf te gaan in de Rue du Bout d’en Bas, die ons nog een laatste maal de Vierre liet oversteken. Net voor de brug over de waterloop en met uitzicht op de kerk van Orgeo, vonden we nog een picknickbank aan de oever van de Vierre, tijd om de laatste broodjes te nuttigen, ondertussen de klok van 15:50 uur nabij. Na deze laatste halte staken we de Vierre over en gingen op de Y-splitsing links de Rue-Sous l’Eglise in, om er dadelijk rechts via enkele trappen naar de kerk te gaan, voorbij een mooie calvarie. Boven aangekomen stapten we over een gedeelte van het kerkhof om tenslotte aan de parking de wandeling te eindigen, na 18078 stappen, goed voor ongeveer 13,739 km klimmen en dalen.”

485: Zonhoven, Zaterdag 06 april 2019, 16,209 km. (9739,538 km.)


 “Een wandeling, beschreven in de Dagstappergids Limburg 2, met start en aankomst te Zonhoven. Een wandeling waar kan worden gekozen uit diverse afstanden, met name 24,7 km, 23 km of 19,6 km. Onderweg zijn af en toe verkortingen mogelijk waardoor nog andere afstanden beschikbaar zijn. De aanbevolen vertrekplaats bevindt zich ter hoogte van de camping Holsteenbron. Na een voorafgaande verplaatsing via Cambio, vonden we een parkeerplaats ter hoogte van de honden losloopweide Holsteenbron op de Hengelhoefseweg. Na een broodje te hebben genuttigd, konden we om even na 11:00 uur van start gaan. We kozen voor een eerste verkorting van het parcours en begaven ons dan ook op de Hengelhoefseweg, richting reeds vermelde camping, doch vooreerst gingen we nabij even de Holsteen bekijken. We volgden even later de zandweg langs de omheining van de honden losloopweide tot aan de eigenlijke camping, alwaar we omstreeks 11:20 uur even konden genieten van een kopje koffie. Even later volgden we verder de weg tot aan de brug, terwijl we ondertussen de routetekens verkregen van de GR564. We stapten onder de brug door en draaiden rechtsaf Klein Hengelhoef in. Ter hoogte van een driesprong kozen we de uiterst linkse tak. We overschreden een zijtak van de Roosterbeek, waarna de grindweg aan hoogte won. Na een bocht naar rechts, trokken we doorheen een boszone om tenslotte aan te komen op de openbare weg, de N726, Wagemanskeel.

Over korte afstand volgden we de weg naar links, om op die manier via de brug de autosnelweg E314 over te steken. Aan de overzijde van de brug, waar de stoeprand ophield te bestaan, ging het rechtsaf het bos in, hierbij de GR564 volgend, om zo het Recreatiedomein Hengelhoef binnen te gaan. Het bospad leidde ons na een tweetal richtingsveranderingen naar het Bezoekerscentrum Limburgs Landschap, dat we aantroffen omstreeks 12:30 uur. Na even het gebouw te hebben bekeken, zetten we onze wandeling verder. Nog altijd de wit-rode markeringen in het oog houdend van de GR564, ging onze wandeling doorheen een gedeelte van het Recreatiedomein Hengelhoef. Via de iets verder gelegen Hengelhoefdreef, passeerden we een parking, om dan een bospad op te gaan. We bevonden ons op een deel van de lokale fit-o-meter en gingen aan een aantal vakantieverblijven voorbij, om uiteindelijk aan te komen aan de receptie van het domein. Omstreeks 13:00 uur gingen we dan over tot het nuttigen van een kopje koffie in de taverne van Hengelhoef. Ondertussen konden we genieten van het uitzicht over de waterpatij van het vakantiepark. Na te hebben genoten van deze wandelpauze volgden we opnieuw de GR564, doorheen een boszone om door middel van een smal bospad vooreerst aan hoogte te winnen, om nadien af te dalen naar de Hengelhoefdreef.

We kruisten nogmaals de dreef om nog steeds doorheen het bos, even later de Donderslagweg, ofte N726 over te steken. Via een houten sluis betraden we de Tenhaagdoornheide. Een totaal andere wandelomgeving om te verkennen. We stapten in de richting van een electriciteitsmast en gingen er links omheen, om even later een bocht naar rechts te nemen, in de richting van een klein perceel bos. We vonden er een mooie picknickplaats omstreeks 14:00 uur, tijd om nog even te denken aan de inwendige mens. Net voorbij het bosje betraden we een brede grindweg naar links tot aan een duinengebied, om er dan rechtsaf te draaien. We beklommen de eerste duin en gingen even later links de duin met een mast op. Na wat draaien en keren kwamen we aan het zogeten Sterrenplekje, het hoogste punt van de Tenhaagdoornheide, goed voor 87 m boven zeeniveau. Natuurlijk beklommen we deze duinheuvel, om nadien even te pauzeren op de zitbank aan de voet van de duin, inmiddels de klok van 14:45 uur genaderd. Na deze zonnige onderbreking begaven we ons rechtsaf aan het Sterrenplekje om er over zowat 400 m een aardeweg te volgen. Rechts verkregen we zicht op het golfterrein van Houthalen. Gekomen aan een veesluis, verlieten we de aardeweg naar links en kwamen in een begrazingsgebied, waar ontelbare schapen waren waar te nemen.

Een golvend wandelpad verliep onder laaghangende takken en licht dalend doorheen nadien dennen en berken. Na het overschrijden van een tweede veesluis, namen we afscheid van het begrazingsgebied en kwamen terecht op een bredere weg, Het Genaderen, om er de richting linksaf te kiezen. De weg volgend, namen we langzaam maar zeker afscheid van de natuur en naderden de bewoonde wereld. Na het passeren van de parking van de Tenhaagdoornheide verkregen we asfalt onder de wandelschoenen en gingen even later voorbij de eerste huizen van Houthalen-Helchteren. Op het einde van de weg Het Genaderen gingen we voorbij de rechts gesitueerde De Genaderse watermolen, weliswaar afgesloten omwille van werkzaamheden. Ter hoogte van het kruispunt met de drukke Springstraat, gingen we via het fietspad naar links over de brug van de autosnelweg E314, om zodoende terug het grondgebied van Zonhoven te bereiken. Eenmaal over de brug gingen we linksaf in de eerste straat, de Teutseweg en stapten voorbij de Haagdoornstraat tot aan de parking van het Natuurreservaat De Teut. Vanaf de parking volgden we de plaatselijke rode route, wat nadien uiteraard klimmen betekende, vermits we de Teutheuvel dienden te overschrijden, alweer goed voor meer dan 75 m boven zeeniveau. Een zanderig parcours later hadden we de top overschreden en daalden af naar een lager gelegen brug.

Onder de brug door behielden we dezelfde richting om uiteindelijk uit te komen in de Hengelsbroekweg, welke uitmondde op de Holsteenweg, stilaan bekend terrein. Linksaf naderden we de camping Holsteenbron, alwaar we aanvankelijk waren van start gegaan. Alvorens echter de terugreis aan te vatten namen we nog even de tijd voor een frisse cola op het buitenterras van de Holsteenhoeve omstreeks 18:15 uur. We konden dan ook nog even nagenieten van een mooie tocht doorheen schitterende natuur, goed voor 21328 stappen en 16,209 afgelegde km.”

maandag 24 januari 2022

484: Geraardsbergen, Zaterdag 08 juli 2018, 19,119 km. (9723,329 km.)


“Een kort relaas inzake een wandeling via knooppunten, behorende tot het Wandelnetwerk Bronbossen met start en aankomst te Geraardsbergen. Na een verplaatsing vooraf per bus en trein, bereikten we het station van Geraardsbergen. Alvorens we van start gingen ter hoogte van het knooppunt 53, begaven we ons vanaf het station, via de kortste weg naar het kruispunt van de Grotestraat met de Begijnhofkaai, om er op weg daarheen te genieten van een kopje koffie in Tea-Room Marie. Even later, omstreeks 10:45 uur vonden we het knooppunt 53 aan het reeds vermelde kruispunt, net voor de brug over de Dender. We begaven ons dan ook linksaf op de Begijnhofkaai en stapten links van de Dender, langsheen tal van zitbanken, waarbij zelfs een drietal opvallend gekleurde exemplaren. Genietend van een blauwe hemel en een aangenaam zonnetje, ging het op het einde van de Begijnhofkaai rechtsaf, via een brug over de Dender. Aan de overzijde ging het linksaf de Zakkaai in, om er nu te wandelen rechts van de Dender. In de verte verkregen we zicht op de Sint-Jozefkerk aan de overkant van de Dender. Gekomen aan het einde van de Zakkaai vonden we het knooppunt 47. We hielden dezelfde richting aan en betraden op die manier het jaagpad langsheen de Dender.

We bevonden er ons op een gedeelte van het traject van de LF38 Dender-Waaslandroute. We stapten onder de N495 door en volgden enkele meanders van de Dender. Aan de overzijde bemerkten we een gedeelte van de Baronie van Boelare. Een tweetal meanders verder, ter hoogte van de rechts gelegen Nederboelarestraat, bereikten we het knooppunt 48. Ook daar hielden we dezelfde richting aan en volgden verder het jaagpad, ondertussen genietend van de aangename zomerse temperatuur en het kleurrijke landschap. Nog steeds de Zakkaai bewandelend, verkreeg het jaagpad een vrij bochtig verloop, omwille van de kronkels in de waterloop. Geruime tijd bevonden we ons op het traject van de LF6 Vlaanderen Fietsorute. Tenslotte gingen we via een tunnel onder de Kampstraat door, waarna we het knooppunt 42 vonden ter hoogte van de ingang van de Jeugdherberg ’t Schipken. Zowat 100 m verder hadden we reeds knooppunt 43 bereikt, alwaar we ditmaal haaks rechtsaf gingen in Kerkborre naar het Provinciaal Domein De Gavers. Amper het domein betreden, vonden we reeds het volgende knooppunt, met name 93, om er rechtdoor een breed grindpad op te gaan, dat verliep omheen de Poelaertplas. Omstreeks 12:15 uur hielden we dan ook even halt voor het nuttigen van een koffiekoek en een chocolademelk. Met zicht op het water leek dit een ideale plek voor de lunch.

Na deze wandelonderbreking volgden we verder de oever van de Poelaertplas, welke overging in de Gaverplas, om zo het knooppunt 3 voorbij te stappen. We hielden er rechts aan en bleven verder omheen de Gaverplas gaan, richting knooppunt 1. Nagenoeg omheen de Gaverplas gewandeld, ging het voorbij de camping linksaf. We hadden er een ontmoeting met Cyriel Tarzan Delannoit, Europees kampioen boksen op 23 mei 1948, eigenlijk niet echt de man in kwestie, doch eerder een bronzen uitgave. We waagden ons aan een duel, doch de man sloeg alvast niet terug. We zetten onze weg verder voorbij de minigolf om dan opnieuw de oever van de Gaverplas te bereiken. Na nog wat de oever te hebben gevolgd, ging het nog een eindje langs de Poelaertplas om zo tenslotte uit te komen in de Kampstraat en vast te stellen dat we knooppunt 2 hadden gemist. Wellicht verplaatst omwille van werkzaamheden. Na een blik op ons plannetje, ging het op de Kampstraat linksaf en zaten we opnieuw op de juiste route richting knooppunt 44. Gelukkig konden we de drukke weg vermijden door gebruik te maken van het afgescheiden fietspad links. We gingen voorbij het bord van de bebouwde kom, aangevend dat we Onkerzele betraden. Op het einde van de Kampstraat kruisten we de drukke Voldersstraat, om aan de overzijde deze over korte afstand naar rechts te volgen.

Wat verderop konden we haaks linksaf een smal pad betreden, de Kerkweg, welke tussen de velden door zich verwijderde van de Voldersstraat. We stapten het knooppunt 44 voorbij en volgden nog steeds de Kerkweg, ondertussen herleid tot een wegel, richting centrum van Onkerzele. Het wegeltje mondde tenslotte uit aan de Sint-Martinuskerk van Onkerzele, tevens knooppunt 5. We hielden er even halt om de kerk even te bezoeken, alsmede de begraafplaats. We begaven ons nadien rechtsaf op de brede geasfalteerde Onkerzelestraat, tot we vrij vlug linksaf een brede grindweg konden kiezen. Tussen eindeloze velden en weiden, kruisten we nadien de Stuivenbergdreef aan het knooppunt 6, om aan de overzijde een veldweg te betreden. Voorbij een boerderij kregen we wat asfalt voor de voeten en ging het even wat de hoogte in op dit smalle landelijke baantje, de Brusselsestraat. Na een lange bocht naar rechts en afdalend, kwamen we op de dwars gelegen Brusselsestraat, ter hoogte van het knooppunt 7. We dienden over korte afstand deze asfaltweg naar rechts te bewandelen, tot we linksaf konden op een grasweg, de Smelterijweg, welke via een weidse bocht naar rechts, uitmondde op de N495, de Edingseweg.

Rechtsaf ging het via de Edingseweg tot aan het eerste kruispunt, om daar linksaf de Oude Steenweg in te draaien en kort daarna opnieuw links Driepikkel, ondertussen hobbelend over de kasseien. We wonnen er opnieuw wat aan hoogte om er het knooppunt 50 aan te treffen. We hielden de richting rechtdoor aan en wonnen verder aan hoogte op deze brede kasseiweg, Oudeberg. Oudeberg ging nadien over in de Muur van Geraardsbergen. Zo kwamen we aan ter hoogte van het hoogste punt en de taverne ’t Hemelryck. We konden er het knooppunt 51 aantreffen. Ondertussen wees de klok 16:05 uur aan, zodoende namen we er even de tijd om over te gaan tot het nuttigen van een frisse cola. Even later passeerden we de taverne en begonnen aan de eigenlijke afdaling van de muur. Eenmaal de muur achter de rug, kruisten we de Pachtersstraat en daalden de Hooiweg af via trappen. Beneden bereikten we de gekende Vesten en om de hoek de Grote Markt van de stad. Net voor de Sint-Bartolomeuskerk gingen we linksaf omheen de kerk en vonden aan de achterzijde het knooppunt 52. Via de Brugstraat, kwamen we opnieuw aan het knooppunt 53, het eindpunt van deze tocht. We sloten af na 25487 stappen, goed voor 19,119 km. Via de terugweg naar het station, konden we even later beginnen aan de terugreis naar Mechelen.”

donderdag 20 januari 2022

483: Irchonwelz, Zaterdag 15 januari 2022, 15 km. (9704,21 km.)

“Het relaas met betrekking tot onze belevenissen tijdens een wandeltocht met start en aankomst te Irchonwelz. Een niet bewegwijzerde route, waarvoor de info werd bekomen online. Na een verplaatsing dankzij Cambio en een tussenstop op de snelwegparking van Ruisbroek, bereikten we vervolgens de Rue du Castel in Irchonwelz. Daar zou onze wandeltocht van start gaan aan het kasteel van Irchonwelz, op de dag van vandaag de Brasserie des Légendes. Jammer genoeg bij onze aankomst gesloten. We gingen dan ook omstreeks 10:35 uur van start, bij een buitentemperatuur van amper 1° en waardoor de omgeving was gehuld in de mist. De Rue du Castel naar rechts opgaand, ging het in de eerste bocht naar rechts, rechtdoor via de Rue des Cureurs, welke dadelijk bochtte naar links en de Dendre Occidentale liet overschrijden. Het café net ernaast, L’estaminet du Moulin was dicht. Een ideaal begin van de wandeltocht. Even voorbij het café, aan een Y-splitsing, kozen we de rechtertak, de Chemin de la Garenne; welke ons de spoorweg liet oversteken. Aan de overzijde van de spoorlijn stond een klein kapelletje en hield de verharding op te bestaan. We kregen een klimmetje te verwerken op een soort kolenbedding. Langs kale akkers bereikten we het hoogste punt en kwamen uit in de Vieux Chemin de Tournai, die we rechts opgingen, vrijwel dadelijk licht dalend. Tussen af en toe fraaie woningen ging het tot aan de rechts gelegen Ruelle Gros Pierre.

Via deze licht dalende weg, gingen we ditmaal onder de spoorweg door, om op het einde van de weg aan te komen in de dwars gelegen Chaussée de Valenciennes. Even naar rechts konden we aan de overzijde verder via de Rue d’Ecosse, tussen de woningen door. Korte tijd later, op het einde van de straat, ging het rechtsaf in de doodlopende Sentier Maroquin. Waar de weg ophield, konden we naast een woning een smal tegelpad betreden, eveneens Sentier Maroquin, welke ons liet wandelen tussen armzalige achtertuintjes links en een stukje verwilderd bos rechts. Op het einde van dit lange tegelpad kwamen we aan het Stade de Géants, het lokale voetbalstadion. We konden er dan ook omstreeks 11:25 uur even terecht in de kantine voor een kopje koffie en een sanitaire stop. Na te hebben genoten van een korte wandelpauze, eindigden we onze passage op het tegelpad op de openbare weg, de Rue de la Haute Forière, welk we vervolgens naar links opgingen. We stapten de straat uit tot aan een kleine rotonde om er dan rechts de lange Rue de l’Agriculture te kiezen. Nog steeds hinder ervarend vanwege de mist, konden we weinig waarnemen van de omgeving. Tussen eindeloze velden door, met slechts hier en daar een alleenstaande woning, ging tenslotte de weg over in de Chemin de l’Agriculture, na heel wat bochten te zijn gepasseerd. Een paar kilometer later, nadat de weg nogmaals veranderde in Rue de l’Agriculture, eindigden we op de dwars gelegen Rue de Bétissart.

Zowat 100 m naar links konden we rechtsaf op een smalle betonweg, de Rue du Berceau, welke nagenoeg even verder eindigde op de dwars gelegen Rue de la Grande Carrière. Dit schijnbaar loodrechte betonbaantje leidde ons naar Omeignies. Gekomen ter hoogte van de Allée Verte, begaven we ons even links de straat in, om van nabij de ruïne te bekijken van het kasteel van Omeignies. We keerden nadien op onze stappen terug om aan een daar geplaatste electriciteitscabine nog even te genieten van een broodje. Nadien wandelden we verder via de Rue de la Grande Carrière om op het einde rechtsaf de Rue Saint-Ursmer over korte afstand te bewandelen tot aan een Y-splitsing. Ter hoogte daarvan konden we dan even genieten van een kopje koffie omstreeks 13:16 uur in het café La Rosace, waar de tijd leek te hebben stil gestaan. Na te hebben genoten van een welkome pauze, kozen we op de splitsing te linkertak, mer name de Chemin des Serres, een smal landelijk wegje dat ons terug deed genieten van de omgeving en de schitterende vergezichten, vermits inmiddels de mist was verdwenen. Na vooreerst wat aan hoogte te hebben gewonnen, daalden we nadien af naar de druk bereden N527, de Chaussée de Valenciennes, op het grondgebied van ondertussen Autreppe.

Aan de overzijde van de weg betraden we de Rue des Blancs Curés, om dadelijk rechtsaf, net voor de gevel van een woning, opnieuw een smal tegelpad te volgen. Aan hoogte winnend tussen weiden met schapen, klom het pad naar de hoger gelegen dwarsweg, de Rue du Chapitre. We kruisten de weg en begonnen aan de overzijde aan de beklimming van de Rue Adhémar Maréchal, die ons in een ruime bocht naar links en vervolgens naar rechts, zou brengen tot in Moulbaix. In de verte hadden we reeds duidelijk zicht op de daar geplaatste windmolen. Net bij de binnenkomen van de bewoonde zone, kozen we de eerste straat rechts, de Chemin du Moulin de Moulbaix, welke vanzelfsprekend leidde naar de molen. Deze molen werd gebouwd in een naburig dorp, Blicquy in 1614 en in 1747 verplaatst naar Moulbaix. In 1927 werd hij door de Marquise du Chasteler gered van de sloop, vandaar de officiële naam van de molen: Moulin de la Marquise. In ieder geval, naast de molen troffen we een picknickbank aan, alwaar we omstreeks 14:20 uur ons konden verheugen op een rijsttaartje, tot grote hilariteit van twee ezels in een aanpalende weide. Na dit heerlijk dessert, begaven we ons opnieuw op weg en daalden vervolgens af via de Chemin du Moulin de Moulbaix, die wat verder overging in de Rue Marcel Labie. Daar zouden we vervolgens rechtsaf de Rue Lucien Raulier dienen in te draaien, doch we wandelden nog even rechtdoor tot aan de kerk van Moulbaix, de Église Saint-Sulpice.

Jammer genoeg was het gebouw niet toegankelijk, doch we hadden wel de kans om even de omliggende begraafplaats te bezoeken. We keerden nadien op onze stappen terug in de Rue Marcel Labie om dan links de Rue Lucien Raulier in te gaan. We wandelden zo voorbij het domein van het kasteel van Moulbaix, waarvan vanop de openbare weg amper iets was waar te nemen. Deze bochtige en hellende weg liet ons tenslotte het grondgebied van Moulbaix verlaten. Een kruispunt verder ging de weg over in de Rue des Vallées, alwaar we opnieuw wat aan hoogte wonnen, tussen uitgestrekte akkers. Eenmaal over het hoogste punt heen, ging het geleidelijk dalend naar het volgende dorp Villers-Notre-Dame. Na een hele tijd in dalende lijn te hebben gewandeld, mondde de Rue des Vallées uit op de dwars gelegen Place de Villers-Notre-Dame. We gingen linksaf tot aan de plaatselijke Église Notre-Dame de la Visitation. Deze kerk was wel geopend tot aan het binnenportaal, dus konden we even een blik nemen binnenin. Aan de overzijde van de kerk, begaven we ons vervolgens in de doodlopende Ruelle du Clerc, die vervolgens overging in een modderige grasweg en bochtte naar links richting spoorweg. Na het overschrijden van de Dender, ging het evenwijdig aan de spoorweg verder via een soort Ravel, jammer genoeg door landbouwtractoren slecht begaanbaar.

Waar het gras opnieuw asfalt werd, bereikten we de begraafplaats van Irchonwelz. We konden er omstreeks 16:00 uur nog even pauzeren op een zitbank en het laatste broodje nuttigen. Even later wandelden we verder voorbij het kerkhof en eindigden in de Rue Henri Ducarmois, om die rechts op te gaan. We gingen voorbij de kerk van Irchonwelz en begaven ons vervolgens in de Rue du Pont Mouchon. Deze bochtige weg liet ons tenslotte uitkomen op de dwars gelegen Rue de Bonne Fortune, alwaar we linksaf draaiden. Voorbij het eerste kruispunt veranderde de naam in de Rue du Castel en eindigden we om 16:30 uur deze tocht doorheen een mooi landschap, weliswaar de eerste uren in de mist gehuld.”