Posts tonen met het label Moulbaix. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Moulbaix. Alle posts tonen

donderdag 20 januari 2022

483: Irchonwelz, Zaterdag 15 januari 2022, 15 km. (9704,21 km.)

“Het relaas met betrekking tot onze belevenissen tijdens een wandeltocht met start en aankomst te Irchonwelz. Een niet bewegwijzerde route, waarvoor de info werd bekomen online. Na een verplaatsing dankzij Cambio en een tussenstop op de snelwegparking van Ruisbroek, bereikten we vervolgens de Rue du Castel in Irchonwelz. Daar zou onze wandeltocht van start gaan aan het kasteel van Irchonwelz, op de dag van vandaag de Brasserie des Légendes. Jammer genoeg bij onze aankomst gesloten. We gingen dan ook omstreeks 10:35 uur van start, bij een buitentemperatuur van amper 1° en waardoor de omgeving was gehuld in de mist. De Rue du Castel naar rechts opgaand, ging het in de eerste bocht naar rechts, rechtdoor via de Rue des Cureurs, welke dadelijk bochtte naar links en de Dendre Occidentale liet overschrijden. Het café net ernaast, L’estaminet du Moulin was dicht. Een ideaal begin van de wandeltocht. Even voorbij het café, aan een Y-splitsing, kozen we de rechtertak, de Chemin de la Garenne; welke ons de spoorweg liet oversteken. Aan de overzijde van de spoorlijn stond een klein kapelletje en hield de verharding op te bestaan. We kregen een klimmetje te verwerken op een soort kolenbedding. Langs kale akkers bereikten we het hoogste punt en kwamen uit in de Vieux Chemin de Tournai, die we rechts opgingen, vrijwel dadelijk licht dalend. Tussen af en toe fraaie woningen ging het tot aan de rechts gelegen Ruelle Gros Pierre.

Via deze licht dalende weg, gingen we ditmaal onder de spoorweg door, om op het einde van de weg aan te komen in de dwars gelegen Chaussée de Valenciennes. Even naar rechts konden we aan de overzijde verder via de Rue d’Ecosse, tussen de woningen door. Korte tijd later, op het einde van de straat, ging het rechtsaf in de doodlopende Sentier Maroquin. Waar de weg ophield, konden we naast een woning een smal tegelpad betreden, eveneens Sentier Maroquin, welke ons liet wandelen tussen armzalige achtertuintjes links en een stukje verwilderd bos rechts. Op het einde van dit lange tegelpad kwamen we aan het Stade de Géants, het lokale voetbalstadion. We konden er dan ook omstreeks 11:25 uur even terecht in de kantine voor een kopje koffie en een sanitaire stop. Na te hebben genoten van een korte wandelpauze, eindigden we onze passage op het tegelpad op de openbare weg, de Rue de la Haute Forière, welk we vervolgens naar links opgingen. We stapten de straat uit tot aan een kleine rotonde om er dan rechts de lange Rue de l’Agriculture te kiezen. Nog steeds hinder ervarend vanwege de mist, konden we weinig waarnemen van de omgeving. Tussen eindeloze velden door, met slechts hier en daar een alleenstaande woning, ging tenslotte de weg over in de Chemin de l’Agriculture, na heel wat bochten te zijn gepasseerd. Een paar kilometer later, nadat de weg nogmaals veranderde in Rue de l’Agriculture, eindigden we op de dwars gelegen Rue de Bétissart.

Zowat 100 m naar links konden we rechtsaf op een smalle betonweg, de Rue du Berceau, welke nagenoeg even verder eindigde op de dwars gelegen Rue de la Grande Carrière. Dit schijnbaar loodrechte betonbaantje leidde ons naar Omeignies. Gekomen ter hoogte van de Allée Verte, begaven we ons even links de straat in, om van nabij de ruïne te bekijken van het kasteel van Omeignies. We keerden nadien op onze stappen terug om aan een daar geplaatste electriciteitscabine nog even te genieten van een broodje. Nadien wandelden we verder via de Rue de la Grande Carrière om op het einde rechtsaf de Rue Saint-Ursmer over korte afstand te bewandelen tot aan een Y-splitsing. Ter hoogte daarvan konden we dan even genieten van een kopje koffie omstreeks 13:16 uur in het café La Rosace, waar de tijd leek te hebben stil gestaan. Na te hebben genoten van een welkome pauze, kozen we op de splitsing te linkertak, mer name de Chemin des Serres, een smal landelijk wegje dat ons terug deed genieten van de omgeving en de schitterende vergezichten, vermits inmiddels de mist was verdwenen. Na vooreerst wat aan hoogte te hebben gewonnen, daalden we nadien af naar de druk bereden N527, de Chaussée de Valenciennes, op het grondgebied van ondertussen Autreppe.

Aan de overzijde van de weg betraden we de Rue des Blancs Curés, om dadelijk rechtsaf, net voor de gevel van een woning, opnieuw een smal tegelpad te volgen. Aan hoogte winnend tussen weiden met schapen, klom het pad naar de hoger gelegen dwarsweg, de Rue du Chapitre. We kruisten de weg en begonnen aan de overzijde aan de beklimming van de Rue Adhémar Maréchal, die ons in een ruime bocht naar links en vervolgens naar rechts, zou brengen tot in Moulbaix. In de verte hadden we reeds duidelijk zicht op de daar geplaatste windmolen. Net bij de binnenkomen van de bewoonde zone, kozen we de eerste straat rechts, de Chemin du Moulin de Moulbaix, welke vanzelfsprekend leidde naar de molen. Deze molen werd gebouwd in een naburig dorp, Blicquy in 1614 en in 1747 verplaatst naar Moulbaix. In 1927 werd hij door de Marquise du Chasteler gered van de sloop, vandaar de officiële naam van de molen: Moulin de la Marquise. In ieder geval, naast de molen troffen we een picknickbank aan, alwaar we omstreeks 14:20 uur ons konden verheugen op een rijsttaartje, tot grote hilariteit van twee ezels in een aanpalende weide. Na dit heerlijk dessert, begaven we ons opnieuw op weg en daalden vervolgens af via de Chemin du Moulin de Moulbaix, die wat verder overging in de Rue Marcel Labie. Daar zouden we vervolgens rechtsaf de Rue Lucien Raulier dienen in te draaien, doch we wandelden nog even rechtdoor tot aan de kerk van Moulbaix, de Église Saint-Sulpice.

Jammer genoeg was het gebouw niet toegankelijk, doch we hadden wel de kans om even de omliggende begraafplaats te bezoeken. We keerden nadien op onze stappen terug in de Rue Marcel Labie om dan links de Rue Lucien Raulier in te gaan. We wandelden zo voorbij het domein van het kasteel van Moulbaix, waarvan vanop de openbare weg amper iets was waar te nemen. Deze bochtige en hellende weg liet ons tenslotte het grondgebied van Moulbaix verlaten. Een kruispunt verder ging de weg over in de Rue des Vallées, alwaar we opnieuw wat aan hoogte wonnen, tussen uitgestrekte akkers. Eenmaal over het hoogste punt heen, ging het geleidelijk dalend naar het volgende dorp Villers-Notre-Dame. Na een hele tijd in dalende lijn te hebben gewandeld, mondde de Rue des Vallées uit op de dwars gelegen Place de Villers-Notre-Dame. We gingen linksaf tot aan de plaatselijke Église Notre-Dame de la Visitation. Deze kerk was wel geopend tot aan het binnenportaal, dus konden we even een blik nemen binnenin. Aan de overzijde van de kerk, begaven we ons vervolgens in de doodlopende Ruelle du Clerc, die vervolgens overging in een modderige grasweg en bochtte naar links richting spoorweg. Na het overschrijden van de Dender, ging het evenwijdig aan de spoorweg verder via een soort Ravel, jammer genoeg door landbouwtractoren slecht begaanbaar.

Waar het gras opnieuw asfalt werd, bereikten we de begraafplaats van Irchonwelz. We konden er omstreeks 16:00 uur nog even pauzeren op een zitbank en het laatste broodje nuttigen. Even later wandelden we verder voorbij het kerkhof en eindigden in de Rue Henri Ducarmois, om die rechts op te gaan. We gingen voorbij de kerk van Irchonwelz en begaven ons vervolgens in de Rue du Pont Mouchon. Deze bochtige weg liet ons tenslotte uitkomen op de dwars gelegen Rue de Bonne Fortune, alwaar we linksaf draaiden. Voorbij het eerste kruispunt veranderde de naam in de Rue du Castel en eindigden we om 16:30 uur deze tocht doorheen een mooi landschap, weliswaar de eerste uren in de mist gehuld.”