vrijdag 1 mei 2020

194: Neuville, Zaterdag 25 september 2010, 21,1 km. (3910,898 km.)



Een tocht, welke in de wandelgids Marching als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 25/9/2010 – 5600 Neuville (Philippeville/Namur), Marche des Eoliennes, 4-6-12-21 km. 1000 Pattes Philippeville. Départ: Salle Les Amis de la Gaieté. Parcours campagnards et vallonnés.’ Na afloop van deze tocht, werd nog dezelfde avond een verhaal geschreven inzake de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 19:58 uur.

“Vandaag vertoefden we in de provincie Namen, meer bepaald te Neuville (Philippeville). Aldaar vond immers de Marche des Eoliennes plaats, ingericht door de wandelclub 1000 Pattes uit Philippeville. De plaats van vertrek was gesitueerd in de Salle Les Amis de la Gaieté te Neuville zelf, in de onmiddellijke nabijheid van de dorpskerk trouwens. Eoliennes staat trouwens voor windturbines, waarvan er een hele serie zijn geplaatst in de nabijheid van dit dorpje in Namen. We vonden met een beetje geluk een parkeerplaats juist tegenover het startzaaltje en konden er even later terecht voor een kopje verse koffie en een koffiekoek, alvorens wat later van start te gaan. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 4, 6, 12 of 21 km. We kozen voor de 21 km, wat inhield dat we doorheen een viertal dorpjes zouden trekken en in een wijde boog omheen de turbines. Onder een zonnige hemel konden we wat later op weg voor een tocht over heuveltjes en door dalen... Na een laatste blik op de ruime documentatie aangaande het parcours, verlieten we de startzaal in de richting van de kerk van Neuville.

We konden al onmiddellijk een beetje klimmen en zo waren we al heel vlug opgewarmd. Onze eerste rustpost onderweg zouden we aantreffen na ongeveer 4,6 km. Genietend van het zonnetje, op deze toch vrij koude ochtend, omwille van de strakke wind, verlieten we de dorpskom van Neuville. Amper aangekomen tussen de velden en weilanden, kregen we de eerste mooie vergezichten voor ogen. Een opeenvolging van heuveltjes, weilanden op de hellingen, die in elkaar passen als mozaïeken, hier en daar grazende koeien, een eenzaam paard... de rust en vooral de schoonheid van deze kleine Waalse dorpen, doet ons telkens opnieuw ervaren hoe zalig het daar is om te wandelen. Kort na het vertrek kregen we een tweetal splitsingen op het parcours, waarbij we afscheid namen van de wandelaars aan de 4 en 6 km. Vrij vlug na de start kregen we de Eoliennes, de windturbines dus, in zicht en dat zou niet meer veranderen tijdens de rest van de wandeling. Vanuit alle hoeken zouden we kunnen zien hoe deze enorm hoog geplaatste moderne wieken, onophoudelijk ronddraaien, gevoed door de strakke wind.

In deze stille omgeving kan je duidelijk horen hoe zij door de lucht snijden. We gebruikten een destijds aangelegd grindpad, om langsheen de turbines te wandelen. We kregen de gebruikelijke maïsvelden langzij, maar bovendien rundvee in alle mogelijke schakeringen: zwart-wit, bruin, beige, ... Ook zij leiden hun eigen leven in de nabijheid van deze reuzen die de omgeving domineren. In een bijna rechte lijn, volgden we veldwegen, grindpaden en af en toe een klein stukje asfaltweg, tot we in de verte de kerk zagen verschijnen van Senzeilles (Cerfontaine), alwaar we even later onze eerste controle zouden ondergaan. Aldaar konden we terecht in het clublokaal van de plaatselijke vereniging Balle pelote. Een variant op het bij ons gekende kaatsen. We namen er even de tijd voor een koude chocomelk, waarna we ons opnieuw op pad begaven voor het tweede gedeelte van de wandeling. Dit deel zou ons brengen tot in Soumoy, na 8,1 km.

We staken het grasveld in het centrum van dit dorpje over, in de richting van de dorpskerk. Even voordien scheidden zich de wegen van de 21 en de 12 km wandelaars. Ter hoogte van de kerk ging het scherp rechtsaf en zo verlieten we de bebouwde kom, om wat verder af te dalen via een grindweg. Ook nu alweer konden we genieten van vergezichten en zagen ver voor ons hoe het traject verder zou verlopen. Een veldweg kronkelde zich tussen de heuvels in de richting van een bosgebied verder weg. Toen we even achterom keken, zagen we stilaan de kerk van Senzeilles verdwijnen achter de donkere wolken die kwamen opzetten. What goes up, must go down en omgekeerd. Na een tijdje langzaam afdalen, ging de veldweg de hoogte in en dienden we af en toe stevig klimwerk te verrichten. Zo bereikten we wat verderop een eerste baken bezijden de weg: les Cloyes. We volgden de veldweg richting Soumoy, zoveel was ondertussen al duidelijk. Tevens bevonden we ons op het Circuit vélo en Condroz. Ter hoogte van dit baken sloegen we rechtsaf, in de richting van de bossen die we ondertussen in de verte konden bemerken.

Een grindpad deed ons vervolgens nog aan hoogte winnen, waarna we wat verderop een links gelegen bospad opgingen. Zo verdwenen we tussen de bomen op een glibberig en af en toe modderig pad. Hier konden we genieten van de diverse soorten zwammen en paddenstoelen welke zich tussen de andere bosplanten bevonden. Het paadje kronkelde zich verder doorheen het bos, waarbij af en toe de bodem werd verlicht door zonnestralen die tussen het gebladerte doorbraken. Menige waterplas diende te worden omzeild, maar toch lukte het om de voeten droog te houden. Toen we de andere kant van het bos hadden bereikt, kregen we opnieuw een bredere veldweg te verwerken, welke ons bracht tot het wat verderop gelegen Centre culturel van Soumoy. Terwijl we nog even konden genieten van tal van gekleurde bessen langs de weg, naderden we het kleine dorpje. Twee kleine monumentjes konden we even bekijken, alvorens in het Centre een koffiepauze te houden. We hadden ondertussen 8,1 km afgelegd en hadden het nog steeds droog kunnen houden.

Toen we korte tijd nadien Soumoy verlieten, volgden we vooreerst een zacht hellende asfaltweg. Even later verlieten we de openbare weg om een schuin rechts gelegen grindweg te volgen, die nog steeds aan hoogte won. Links, in het dal konden we een watergebied zien en wat verderop een stuwdam. Af en toe werd deze aan onze blikken onttrokken door een maïsveld dat zich links van ons bevond. We stegen nog hoger tot we uiteindelijk een duidelijker zicht hadden op deze dam in de verte. Toen we zowat het hoogte punt hadden bereikt, konden we aan de aard van het traject vaststellen dat we zowat op het verste punt van de wandeling waren gekomen. Plotseling kregen we een richtingsverandering van bijna 180°, wat inhield dat we de terugweg hadden aangevangen. We kregen nu een begroeide veldweg te verwerken, welke af en toe was overstroomd. Het was dus vaak heil zoeken in de graskant om verder te kunnen wandelen. Gelukkig was het ergste al vlug voorbij en konden we opnieuw rustig wandelen over droge veldwegen. Naarmate we langsheen een verder gelegen bosrand kwamen, werden we plots opgeschrikt door een jong dier welke uit het bos opdook.

Wie het meest schrok was niet meteen duidelijk, doch het dier zette het onmiddellijk op een lopen doorheen een bietenveld en keerde vlug terug naar de veiligheid van het bos. Met een beetje geluk konden we nog net een foto nemen. Uiteindelijk ging de veldweg over in een dreef, aangezien we opnieuw een stukje bos hadden bereikt. We troffen alweer een baken aan bezijden de weg, ditmaal La Butte, op een hoogte van 285,5 m. Ditmaal duurde onze passage door het bos niet zo lang en bereikten we aan de rand ervan een bijna eindeloze grindweg die we zagen opdoemen. Hier voelden we de strakke wind van links en in de verte kwamen de donkere wolken steeds dreigender over. Naarmate we het grindpad afwandelden, zagen we na een tijdje, rechts in de verte een kerktoren verschijnen, zoals later zou blijken de kerk van Villers-deux-Eglises. Toen we tenslotte het einde van het grindpad hadden bereikt, troffen we rechts een asfaltweg aan, die in dalende lijn verliep tot aan de dorpskerk van Villers...

Aldaar hadden we een controlepost op de binnenkoer van de plaatselijke school, waar we genoegen namen met een bankje onder een afdak. We waren 15 km ver en restte ons nog een laatste stukje wandelweg tot aan de aankomst. Amper vertrokken voor het laatste gedeelte van de wandeling, troffen we aan de andere kant van de kerk een teken aan met een speciale betekenis, het teken van de weg naar Santiago de Compostela. Ditmaal een keramiektegel bevestigd in het metselwerk van een woning. Vervolgens ging het verder via een licht hellende asfaltweg, waarbij we al heel gauw het dorp achter ons hadden gelaten. We zagen opnieuw enkele heuvels verschijnen en de landelijke weg die zich ertussen kronkelde. Dat onze wandeling stilaan naar een einde liep, was meer dan duidelijk toen we de gekende Eoliennes opnieuw zagen verschijnen. Heel even kregen we wat regendruppels te verwerken, zij het echter van korte duur. Langzaam maar zeker, ging de weg in dalende lijn richting Neuville.

Toen we wat later de kerk zagen verschijnen, ging het nog even via een klein ommetje naar een laatste controlepost op zowat 800 m van de eindstreep. Blijkbaar had men het nodig gevonden nog een rustpost in te richten ter hoogte van de firma Mathot & fils. Wij zagen er het nut niet van in en wandelden gewoon verder naar de aankomst. Het laatste gedeelte van de wandeling leidde ons doorheen het centrum van Neuville, waar we nog even konden genieten van de typische bouwstijl van deze streek. Toen we voor de tweede maal langs de kerk kwamen, zagen we dat de eindstreep was bereikt. Na de eindcontrole bemerkten we dat 502 wandelaars vandaag aan deze Marche des Eoliennes hadden deelgenomen. Wijzelf waren alvast tevreden over wat we hadden gezien...”

We eindigen stilaan dit wandelverslag met een blik in de respectieve wandelboekjes, vermits ook daarin enkele indrukken werden nagelaten.’K: Een pareltje onder de wandelingen. Veel niveauverschil. Zalig weer. J: Mooie tocht vanuit Neuville, via Senzeilles, Soumoy en Villers-deux-Eglises. Tocht langs les Eoliennes!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten