Een tocht, welke in de wandelgids
Marching als volgt werd aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 25/9/2010 – 5600
Neuville (Philippeville/Namur), Marche des Eoliennes, 4-6-12-21 km. 1000 Pattes
Philippeville. Départ: Salle Les Amis de la Gaieté. Parcours campagnards et
vallonnés.’ Na afloop van deze tocht, werd nog dezelfde avond een verhaal
geschreven inzake de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 19:58 uur.
“Vandaag vertoefden we in de provincie
Namen, meer bepaald te Neuville (Philippeville). Aldaar vond immers de Marche
des Eoliennes plaats, ingericht door de wandelclub 1000 Pattes uit
Philippeville. De plaats van vertrek was gesitueerd in de Salle Les Amis de la
Gaieté te Neuville zelf, in de onmiddellijke nabijheid van de dorpskerk
trouwens. Eoliennes staat trouwens voor windturbines, waarvan er een hele serie
zijn geplaatst in de nabijheid van dit dorpje in Namen. We vonden met een
beetje geluk een parkeerplaats juist tegenover het startzaaltje en konden er
even later terecht voor een kopje verse koffie en een koffiekoek, alvorens wat
later van start te gaan. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 4, 6,
12 of 21 km. We kozen voor de 21 km, wat inhield dat we doorheen een viertal
dorpjes zouden trekken en in een wijde boog omheen de turbines. Onder een
zonnige hemel konden we wat later op weg voor een tocht over heuveltjes en door
dalen... Na een laatste blik op de ruime documentatie aangaande het parcours,
verlieten we de startzaal in de richting van de kerk van Neuville.
We konden al onmiddellijk een
beetje klimmen en zo waren we al heel vlug opgewarmd. Onze eerste rustpost
onderweg zouden we aantreffen na ongeveer 4,6 km. Genietend van het zonnetje,
op deze toch vrij koude ochtend, omwille van de strakke wind, verlieten we de
dorpskom van Neuville. Amper aangekomen tussen de velden en weilanden, kregen
we de eerste mooie vergezichten voor ogen. Een opeenvolging van heuveltjes,
weilanden op de hellingen, die in elkaar passen als mozaïeken, hier en daar
grazende koeien, een eenzaam paard... de rust en vooral de schoonheid van deze
kleine Waalse dorpen, doet ons telkens opnieuw ervaren hoe zalig het daar is om
te wandelen. Kort na het vertrek kregen we een tweetal splitsingen op het
parcours, waarbij we afscheid namen van de wandelaars aan de 4 en 6 km. Vrij
vlug na de start kregen we de Eoliennes, de windturbines dus, in zicht en dat
zou niet meer veranderen tijdens de rest van de wandeling. Vanuit alle hoeken
zouden we kunnen zien hoe deze enorm hoog geplaatste moderne wieken,
onophoudelijk ronddraaien, gevoed door de strakke wind.
In deze stille omgeving kan je
duidelijk horen hoe zij door de lucht snijden. We gebruikten een destijds
aangelegd grindpad, om langsheen de turbines te wandelen. We kregen de
gebruikelijke maïsvelden langzij, maar bovendien rundvee in alle mogelijke
schakeringen: zwart-wit, bruin, beige, ... Ook zij leiden hun eigen leven in de
nabijheid van deze reuzen die de omgeving domineren. In een bijna rechte lijn,
volgden we veldwegen, grindpaden en af en toe een klein stukje asfaltweg, tot
we in de verte de kerk zagen verschijnen van Senzeilles (Cerfontaine), alwaar
we even later onze eerste controle zouden ondergaan. Aldaar konden we terecht
in het clublokaal van de plaatselijke vereniging Balle pelote. Een variant op
het bij ons gekende kaatsen. We namen er even de tijd voor een koude chocomelk,
waarna we ons opnieuw op pad begaven voor het tweede gedeelte van de wandeling.
Dit deel zou ons brengen tot in Soumoy, na 8,1 km.
We staken het grasveld in het
centrum van dit dorpje over, in de richting van de dorpskerk. Even voordien
scheidden zich de wegen van de 21 en de 12 km wandelaars. Ter hoogte van de
kerk ging het scherp rechtsaf en zo verlieten we de bebouwde kom, om wat verder
af te dalen via een grindweg. Ook nu alweer konden we genieten van vergezichten
en zagen ver voor ons hoe het traject verder zou verlopen. Een veldweg
kronkelde zich tussen de heuvels in de richting van een bosgebied verder weg.
Toen we even achterom keken, zagen we stilaan de kerk van Senzeilles verdwijnen
achter de donkere wolken die kwamen opzetten. What goes up, must go down en
omgekeerd. Na een tijdje langzaam afdalen, ging de veldweg de hoogte in en
dienden we af en toe stevig klimwerk te verrichten. Zo bereikten we wat
verderop een eerste baken bezijden de weg: les Cloyes. We volgden de veldweg
richting Soumoy, zoveel was ondertussen al duidelijk. Tevens bevonden we ons op
het Circuit vélo en Condroz. Ter hoogte van dit baken sloegen we rechtsaf, in
de richting van de bossen die we ondertussen in de verte konden bemerken.
Een grindpad deed ons vervolgens
nog aan hoogte winnen, waarna we wat verderop een links gelegen bospad
opgingen. Zo verdwenen we tussen de bomen op een glibberig en af en toe
modderig pad. Hier konden we genieten van de diverse soorten zwammen en
paddenstoelen welke zich tussen de andere bosplanten bevonden. Het paadje
kronkelde zich verder doorheen het bos, waarbij af en toe de bodem werd
verlicht door zonnestralen die tussen het gebladerte doorbraken. Menige
waterplas diende te worden omzeild, maar toch lukte het om de voeten droog te
houden. Toen we de andere kant van het bos hadden bereikt, kregen we opnieuw
een bredere veldweg te verwerken, welke ons bracht tot het wat verderop gelegen
Centre culturel van Soumoy. Terwijl we nog even konden genieten van tal van
gekleurde bessen langs de weg, naderden we het kleine dorpje. Twee kleine
monumentjes konden we even bekijken, alvorens in het Centre een koffiepauze te
houden. We hadden ondertussen 8,1 km afgelegd en hadden het nog steeds droog
kunnen houden.
Toen we korte tijd nadien Soumoy
verlieten, volgden we vooreerst een zacht hellende asfaltweg. Even later
verlieten we de openbare weg om een schuin rechts gelegen grindweg te volgen,
die nog steeds aan hoogte won. Links, in het dal konden we een watergebied zien
en wat verderop een stuwdam. Af en toe werd deze aan onze blikken onttrokken
door een maïsveld dat zich links van ons bevond. We stegen nog hoger tot we
uiteindelijk een duidelijker zicht hadden op deze dam in de verte. Toen we
zowat het hoogte punt hadden bereikt, konden we aan de aard van het traject
vaststellen dat we zowat op het verste punt van de wandeling waren gekomen.
Plotseling kregen we een richtingsverandering van bijna 180°, wat inhield dat
we de terugweg hadden aangevangen. We kregen nu een begroeide veldweg te
verwerken, welke af en toe was overstroomd. Het was dus vaak heil zoeken in de
graskant om verder te kunnen wandelen. Gelukkig was het ergste al vlug voorbij
en konden we opnieuw rustig wandelen over droge veldwegen. Naarmate we
langsheen een verder gelegen bosrand kwamen, werden we plots opgeschrikt door
een jong dier welke uit het bos opdook.
Wie het meest schrok was niet
meteen duidelijk, doch het dier zette het onmiddellijk op een lopen doorheen
een bietenveld en keerde vlug terug naar de veiligheid van het bos. Met een
beetje geluk konden we nog net een foto nemen. Uiteindelijk ging de veldweg
over in een dreef, aangezien we opnieuw een stukje bos hadden bereikt. We
troffen alweer een baken aan bezijden de weg, ditmaal La Butte, op een hoogte
van 285,5 m. Ditmaal duurde onze passage door het bos niet zo lang en bereikten
we aan de rand ervan een bijna eindeloze grindweg die we zagen opdoemen. Hier
voelden we de strakke wind van links en in de verte kwamen de donkere wolken
steeds dreigender over. Naarmate we het grindpad afwandelden, zagen we na een
tijdje, rechts in de verte een kerktoren verschijnen, zoals later zou blijken
de kerk van Villers-deux-Eglises. Toen we tenslotte het einde van het grindpad
hadden bereikt, troffen we rechts een asfaltweg aan, die in dalende lijn
verliep tot aan de dorpskerk van Villers...
Aldaar hadden we een controlepost
op de binnenkoer van de plaatselijke school, waar we genoegen namen met een
bankje onder een afdak. We waren 15 km ver en restte ons nog een laatste stukje
wandelweg tot aan de aankomst. Amper vertrokken voor het laatste gedeelte van
de wandeling, troffen we aan de andere kant van de kerk een teken aan met een
speciale betekenis, het teken van de weg naar Santiago de Compostela. Ditmaal
een keramiektegel bevestigd in het metselwerk van een woning. Vervolgens ging
het verder via een licht hellende asfaltweg, waarbij we al heel gauw het dorp
achter ons hadden gelaten. We zagen opnieuw enkele heuvels verschijnen en de
landelijke weg die zich ertussen kronkelde. Dat onze wandeling stilaan naar een
einde liep, was meer dan duidelijk toen we de gekende Eoliennes opnieuw zagen
verschijnen. Heel even kregen we wat regendruppels te verwerken, zij het echter
van korte duur. Langzaam maar zeker, ging de weg in dalende lijn richting
Neuville.
Toen we wat later de kerk zagen
verschijnen, ging het nog even via een klein ommetje naar een laatste controlepost
op zowat 800 m van de eindstreep. Blijkbaar had men het nodig gevonden nog een
rustpost in te richten ter hoogte van de firma Mathot & fils. Wij zagen er
het nut niet van in en wandelden gewoon verder naar de aankomst. Het laatste
gedeelte van de wandeling leidde ons doorheen het centrum van Neuville, waar we
nog even konden genieten van de typische bouwstijl van deze streek. Toen we
voor de tweede maal langs de kerk kwamen, zagen we dat de eindstreep was
bereikt. Na de eindcontrole bemerkten we dat 502 wandelaars vandaag aan deze
Marche des Eoliennes hadden deelgenomen. Wijzelf waren alvast tevreden over wat
we hadden gezien...”
We eindigen stilaan dit
wandelverslag met een blik in de respectieve wandelboekjes, vermits ook daarin
enkele indrukken werden nagelaten.’K: Een pareltje onder de wandelingen. Veel
niveauverschil. Zalig weer. J: Mooie tocht vanuit Neuville, via Senzeilles,
Soumoy en Villers-deux-Eglises. Tocht langs les Eoliennes!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten