donderdag 15 oktober 2020

395: Baye, Woensdag 21 september 2016, 23,542 km. (8060,312 km.)

“Na een nachtje in een eerder klein bed, vooral gezien onze lichaamslengte, toch min of meer goed geslapen, waren we toe aan een volgende dag op weg naar de stad Troyes. Deze woensdag begon dan ook vrij vroeg, vermits we even vóór de klok van zeven uur, reeds terecht konden in de enige kleine ‘boulangerie’ welke het dorp rijk is. We gingen er dan ook over tot de aankoop van enkele verse croissants, een paar chocoladebroodjes en flesjes water. Daarna ging het opnieuw richting Foyer de Charité, alwaar we konden genieten van het ontbijt, weliswaar wij beiden alleen, vermits de bewoners slechts het ontbijt namen na de ochtendmis. Na enkele bekers nescafé, een paar stukjes brood voorzien van confituur, ging het naar de kapel, teneinde omstreeks 07:30 uur de ochtendmis bij te wonen. Zowat hetzelfde ritueel als de vorige avond vond plaats, met als gevolg dat de dienst zowat één uur in beslag nam. Wel werden we vermeld in het ochtendgebed en kregen dan ook de zegen van prêtre Jérôme, voor een behouden tocht. Na de dienst namen we dan ook afscheid in de eetzaal van de overige bewoners, verkregen een stempel in een Compostelaboekje en een envelop, voorzien van een ‘donativo’ werd afgegeven. Even later konden we dan eindelijk op weg voor de vijfde dagetappe op weg naar Sézanne.

Het was ondertussen reeds 09:00 uur geworden, toen we het voormalige kasteel van Baye konden vaarwel zeggen en beginnen aan een dagtocht van meer dan 20 km. Vooreerst echter werden als aandenken nog enkele foto’s gemaakt van de bewoners alsook van de schitterende tuin achter het kasteel. Nadien verlieten we via de oprijlaan het Foyer de Charité en bevonden ons aldus opnieuw op de D951, de Grande Rue. We namen nagenoeg dezelfde weg als de dag voorheen, met name even rechtsaf tot aan de Rue de la Rosière en vervolgens opnieuw rechtsaf, richting voormalig station van Baye. De plaats alwaar we de dag voorheen onze route hadden verlaten, teneinde te overnachten in Baye. Het ging dus vrij snel in dalende richting via een kasseistrook, tot we opnieuw op het geplande traject waren aangekomen. We gingen een derde maal haaks rechtsaf en zo betraden we een voormalige spoorwegbedding onder het gebladerte van enkele flinke bomen. Deze makkelijk te bewandelen grasstrook, met links een stuk bos en rechts het domein van het Foyer, zou ons leiden tot aan de drukke D951 verderop. Omwille van het zware vervoer langsheen deze weg, verkozen we te wandelen via een rustig pad. We bevonden ons trouwens op het traject van de GRP Tour du Pays de Montfort.

De eerste ontmoeting van de dag vond plaats zowat halverwege dit graspad, toen we een oude boer bemerkten, doende met wat afval te verbranden. In een moeilijk verstaanbaar dialect, kregen we toch één en ander te horen over de man zijn afkomst en bezigheden. Verbaasd dat we met dergelijke uitrusting doorheen Frankrijk trokken en nog meer over de af te leggen afstand, kregen we toch herhaaldelijk een ‘bonne route’. We vervolgden dan ook onze tocht, tot we uiteindelijk opnieuw de D951 bereikten. Een ‘Borne’ van de bekende ‘Voie de la Liberté’ bevond zich bezijden de weg. We hadden er reeds enkele bemerkt, er zouden er nog heel wat volgen tijdens het verdere verloop van de dag. We kruisten de D951, wandelden aan de overzijde enkele meters naar rechts, om nadien over een sloot te stappen en linksaf te wandelen, achter een rij bomen. We betraden er een pad dat naar rechts draaide en zo begonnen we aan een klim naar de hoger gelegen wijngaarden. Opnieuw druiven dus en dat voor de vijfde dag op rij.

Achter ons zagen we langzaam Baye verdwijnen en toen we zowat het hoogste punt van de helling hadden bereikt, hadden we een keuze tussen twee verschillende routes. Ter hoogte van de eerste wijngaard kon men verder rechtdoor wandelen, richting Reclus, ofwel linksaf slaan, teneinde aldus verder de Via Campaniensis te blijven volgen. We opteerden voor de tweede mogelijkheid en stapten dan ook naar links, langsheen de rand van de wijngaard. Enkele percelen later, daalden we af tot aan de openbare weg, de Route d’Épernay, om deze weg even naar links te volgen tot aan het kruispunt met de D43. We troffen er een wegwijzer aan, met vermelding van Troyes, Sézanne en Soizy-aux-Bois. We troffen er enkele rotsblokken aan, goed teneinde even te pauzeren en een hapje te eten. Het was stilaan 10:45 uur geworden en we lieten ons dan ook een eerste croissant smaken. Nadien ging het linksaf, tot we terug de drukke D951 bereikten, om vervolgens deze drukke weg te volgen naar rechts tot aan het kerkje van Saint-Prix. Net alvorens de kerk te bereiken, overschreden we nog Le Petit Morin. De grote broer zouden we later op de dag ontmoeten. Toen we ter hoogte van de kerk waren aangekomen, kwam zowaar de zon te voorschijn. Een blik op de klok leerde ons, dat het even voorbij elf uur was geworden.

Het kleine kerkje was ook alweer niet toegankelijk, dus volgden we verder de route naar links. Juist voorbij het gebouw bemerkten we de blauwgele aanduidingen van de Via Campaniensis en tevens de geelrode markeringen van de GRP Thibaud de Champagne. Een steil rotsachtig pad ging meteen flink de hoogte in en verdween onder het gebladerte. Al onze moed bijeen schrapend, verlieten we dus de openbare weg en gingen rechtsaf, het pad tegemoet. De hellingsgraad was vrij hoog en zo zagen we bijna onmiddellijk de kerk rechts van ons in de diepte verdwijnen. Het losliggend gesteente maakte het moeilijk het pad te beklimmen, mede door de vochtigheid onder het gebladerte. Na heel wat gezwoeg arriveerden we op het hoger gelegen plateau in volle zon. Het struikgewas liet even toe dat maatje een sanitaire stop kon maken. We genoten er tevens van enkele minuten rustpauze, na deze lange en steile beklimming. We wandelden vervolgens rechtsaf, langsheen de rand van het bos, waar we zonet een stukje waren doorheen gekomen. Links kregen we een schitterend zicht over de uitgestrekte landerijen. Een brede grasweg liet ons toe langzaam af te dalen naar de in de verte reeds zichtbare D44.

We daalden op die manier af langsheen de bosrand, af en toe haaks rechtsaf en vervolgens haaks linksaf. Het was min of meer in zigzag, dat we tenslotte de lager gelegen weg, de D44 bereikten. De zon was ondertussen permanent aanwezig en dat zorgde voor een aangenaam wandelklimaat. Eenmaal opnieuw asfalt onder de schoenen, volgden we de D44 naar rechts, richting centrum van Soizy-aux-Bois, dat we reeds konden waarnemen. Een nagenoeg lijnrechte weg, liet ons vooreerst even halt houden ter hoogte van een rechts gelegen militaire begraafplaats. ‘La nécropole nationale de Soizy-aux-Bois’, herinnert dan ook aan de befaamde ‘La Bataille de la Marne 1914’. We konden dan ook niet nalaten deze Franse militaire begraafplaats even te bezoeken en te denken aan het gruwelijke oorlogsleed. Zowat tien minuten later, bereikten we het kruispunt van de D44 en D951, de Rue du Château tegenover de plaatselijke Mairie van Soizy-aux-Bois. Er bevond zich aldaar een kleine parking, voorzien van enkele zitbanken. Het was intussen 12:25 uur en we namen dan ook de tijd voor het nuttigen van een middagmaal.

Door middel van onze campingbrander hadden we dan ook in geen tijd een kopje koffie klaar en we lieten ons dan ook een chocoladebroodje smaken. Na een iets langere rustpauze, gingen we opnieuw op pad. We kruisten de D951 en namen nog even de tijd een monumentje ter hoogte van de Mairie op de digitale plaat vast te leggen. Het ging vervolgens naar links, langsheen de D951, ondertussen Rue de Velours geheten. We hadden alweer geluk, deze drukke weg niet lang te moeten volgen, daar we bij het verlaten van de bebouwde kom van Soizy-aux-Bois, rechtsaf wandelden via de D647 en vrijwel meteen opnieuw linksaf via een grasweg. Dit pad verliep enigszins evenwijdig aan de drukke D951, alwaar we ons terug bevonden op een gedeelte van de GRP Thibaud de Champagne. Voor de trouwe lezers ondertussen een bekend gegeven: geelrode markeringen. Een eindje dit graspad gevolgd, bereikten we een rechts gelegen bos, alwaar zich een enorme molensteen bevond, ter hoogte van de hoek van het bos. We wandelden langsheen de bosrand, tot we verderop een zendmast bereikten en tevens een dwars gelegen grindweg. We gingen enkele meters naar rechts en onmiddellijk nadien naar links, ditmaal langs de rand van een links gelegen bosgebied.

Wandelend via opnieuw een grasweg, konden we genieten van de zon en vooral van de weidse vergezichten langs rechts. Toen we het bos voorbij waren, bereikten we opnieuw de openbare weg en bevonden ons ondertussen in het dorpje Chapton. We arriveerden dan ook op de D47, de Rue des Dames. We wandelden linksaf richting dorpskern, eigenlijk eerder een gehucht, vermits de plaats deel uitmaakt van La Villeneuve-lès-Charleville. Het ging voorbij enkele hoeves, een oud waterpunt en vervolgens een soort watertoren, om tot slot de Rue des Dames te verlaten en in dezelfde richting de Rue de la Morelle te betreden. Even vóór we een oude overdekte waterput bereikten, ging het haaks naar rechts, tussen twee woningen door, naar een achter gelegen veldweg. De temperatuur was inmiddels flink opgelopen en in de schaduw van enkele struiken, konden we er even pauzeren en een koel drankje nuttigen. Het was dan ook zowat het warmste moment van de dag, daar we reeds de klok van twee uur voorbij waren. Een blikje cola werd dan ook in een recordtempo geledigd.

Even bekomen van de warmte, zetten we onze dagtocht verder. We stapten via dit deels verhard pad nu tussen de uitgestrekte akkers en weilanden, zonder ook maar de minste beschutting tegen de zon. We voelden dan ook dat het nog een lange lijdensweg zou worden deze dag. Ter hoogte van een kruising van veldwegen ging het even later linksaf. Heel in de verte bemerkten we een openbare weg en een rij bomen en het traject min of meer inschattend, gingen we die richting uit. Bijna lijnrecht volgden we opnieuw een graspad richting bomen. Geruime tijd later, omstreeks 15:00 uur bereikten we de weg, ter hoogte van een kleine beek en troffen er dan ook een verhoogde boordsteen aan, teneinde even in de schaduw te pauzeren. Laten we eerder zeggen een drinkwaterpauze. We vervolgden onze wandeling via de openbare weg, de Route de Mondement, naar rechts, richting Lachy. Het ging voorbij een links gelegen boomgaard, terwijl we rechts de watertoren van Lachy konden waarnemen.

Nog steeds dezelfde weg volgend, arriveerden we ter hoogte van het grensbord van Lachy, om daar een infobord aan te treffen, met de vermelding ‘Les Sources du Grand Morin’. Eerder op de dag hadden we reeds de kleinere versie overschreden bij het binnenkomen van Saint-Prix. We dienden even via een opening in de haag en onder enkele struiken door op zoek te gaan naar deze bron. Uiteindelijk kregen we een weinig water te zien, dat uit de grond opborrelde. Een grote naam eigenlijk voor iets amper waarneembaar. Die wijsheid waren we dan ook alweer rijker op weg naar Sézanne. Na deze bezienswaardigheid ging het nog steeds verder via dezelfde Route de Mondement tot aan het kruispunt met de D346, de Route de Charleville. Midden het kruispunt bevond zich een pleintje, voorzien van een schaduwrijke boom, alsmede een pelgrim vervaardigd uit metaal. We hadden dergelijke pelgrimfiguren al vaker gezien en er zouden er nog heel wat volgen. Rechts bevond zich de plaatselijke kerk van Lachy, alsook de Mairie. We weken even van de route af en namen vooreerst even plaats op de trappen van de Mairie, teneinde even te denken aan wat mondvoorraad, het was immers reeds 15:30 uur en de magen lieten zich voelen.

Gezeten in het zonlicht, gaven we ons dan over aan een stukje brood, wat choco, ondertussen al een beetje gesmolten, een stukje chorizo en water. Met veel belangstelling werden we in het oog gehouden door een gemeentewerker op het kerkhof. Blijkbaar had de man het ook warm. Na onze maaltijd namen we nog even de tijd om de kerk van nabij te bekijken, jammer genoeg kwamen we niet verder dan het portaal. Doch een stuk geschut op het kerkhof trok dan weer even de aandacht. We verlieten nadien onze picknickplaats en keerden een eindje op onze stappen terug, tot aan de pelgrim op het pleintje. Aan de overzijde volgden we dan maar de Rue des Sources, met andere woorden een stukje via de D346. Op die manier stapten we enigszins omheen het dorp Lachy en dit via de Rue des Sources, de links gelegen Rue des Marais, alwaar we ‘Le Grand Morin’ overschreden en tenslotte de Rue du Château. Deze laatste liet ons even voelen, hoe het is na zoveel kilometer, een steile helling te nemen. Het ging aldaar stapvoets de hoogte in, gelet op de sterke hellingsgraad van de weg. We hadden eerder het gevoel stil te staan, dan te vorderen. Op het hoogste punt bereikten we dan ook een plek, geheten ‘Le Château’. De plaats waar zich ooit het kasteel bevond van koningin Blanche van Navarra.

We wandelden aldaar haaks rechtsaf, naast de links gelegen restanten van de voormalige slotgracht en doorheen een klein stukje bos. Eenmaal er doorheen ging het even links rechts, nadien vooreerst langsheen de rand van een ander bos en uiteindelijk er doorheen. Eenmaal de bomen achter ons gelaten, bereikten we een open vlakte en konden we in de verte een hoogspanningsmast bemerken, het volgende doel wat we dienden te bereiken. Het ging nagenoeg in rechte lijn via een brede grasweg naar de reeds vermelde mast. De klok gaf dan ook reeds 17:05 uur aan, toen we tenslotte de mast hadden bereikt. We waren nu niet meer zo veraf van het in het dal gelegen Sézanne. W namen er dan ook even de tijd, een laatste croissant te nuttigen en de laatste fles water te openen. Met een beetje geluk bereikten we even later nog enkele geopende winkels in de stad. Na deze maaltijd ging het achter de hoogspanningsmast rechtsaf in de richting van de boerderij ‘Sans Souci’ even verder gesitueerd. We lieten de boerderij rechts liggen en stapten verder over een onverhard pad, tot we wat verderop de eerste weg links zouden kiezen. We kregen dat ook een aanwijzing ter hoogte van een bosje links, alwaar we dienden linksaf te gaan doorheen het bos. Een steile afdaling op een smal kronkelend pad, liet ons heel vlug aan hoogte verliezen.

Net alvorens het bos in te gaan, hadden we reeds een vergezicht verkregen over Sézanne en vooral wat betreft de imposante kerk. Het gevaarlijke pad voorbij, bereikten we enkele wijngaarden welke zich bevonden op de flank van de heuvel. Links bemerkten we nu duidelijk de stad Sézanne. We daalden verder af via een paadje dat slingerde tussen de wijngaarden, tot we uiteindelijk beneden arriveerden ter hoogte van een tunnel onder de N4, de weg richting Parijs. Het ging aldaar linksaf onder de brede weg en op die manier bereikten we het grensbord van Sézanne. Een metalen pelgrim wees nogmaals de juiste richting aan. We waren nu even voorbij de klok van 18:00 uur en waren niet ver meer verwijderd van onze plaats om te overnachten. We bevonden ons nu in de Rue de Vauchamps en volgden deze straat rechtdoor tot aan de D373. We sloegen linksaf richting centrum van Sézanne. Aan de overzijde van de weg bevond zich de Rue du Calvaire en dat was meteen het doel voor de volgende dag, wanneer we verder zouden wandelen tot in Anglure.

Gelet op onze reservatie in het bejaardentehuis ‘Foyer François de Sales’, volgden we verder de D373 naar links. Op weg langsheen deze Route de Paris vonden we nog een geopende ‘boulangerie’ en konden aldaar dan ook reeds overgaan tot de aankoop van brood en dranken voor de volgende dag. Even verderop ging het langs de kerk om tenslotte wat later aan te komen in de Rue Aristide Briand. Het was net geen 19:00 uur toen we werden ontvangen door de zusters, die instaan voor het onthaal en zorg voor de bejaarden. Na een hartelijk welkom door soeur Anne Françoise, kregen we er kamer 133 toegewezen, weliswaar voorzien van slechts één bed, doch met voldoende plaats om ernaast een dikke matras te leggen. Zo konden we toch min of meer een comfortabele nacht tegemoet zien. We werden er ook hartelijk welkom geheten door ‘Joyeux’, een flinke hond, welke zomaar doorheen gangen en kamers van het bejaardenhuis kan rennen. Een ideale gezel voor de patiënten met beginnende dementie in het huis. Nadat we ons even hadden kunnen opfrissen, mochten we vrijwel dadelijk tussen de andere bewoners aanzitten voor het avondmaal, bestaande uit: soep, paté met boontjes en brood, een vanillevla en water. We konden er tijdens de maaltijd gezellig keuvelen met twee bejaarde en reeds op rust gestelde priesters.

Na een rustige avond konden we uiteindelijk het bed opzoeken en overgaan tot een verdiende nachtrust. Deze dag was uiteindelijk goed voor 31390 stappen, 23,542 km, 1069,5 cal in een wandeltijd van 05.51.56 uur. Toen we na deze eerder vermoeiende dag de kamerdeur dicht deden, bemerkten we op de keerzijde van de deur een ‘Prière de pèlerins’, we willen jullie de inhoud daarvan niet onthouden:

‘Seigneur Jésus, qui vous offrez à nous comme la route vivante, toute irradiée par la lumière d’en haut, daignez vous joindre à nous sur le chemin de la vie, comme vous de fîtes jadis pour les pèlerin d’Emmaüs. Donnez-nous part à votre Esprit, afin que nous découvrions la voie de votre plus grand service et que, nourris de l’Hostie, ce vrai pain des pèlerins, nous cheminions allègrement, malgré fatigues et contradictions, sur le chemin que mène droitement à la maison de Père. Amen.’”

1 opmerking:

  1. Ha, die lieve hond. Mijn persoonlijke kruimeldief. Leuk weer eens te lezen ♥ Hopelijk vergaat het hem goed daar tussen die oudjes :-)

    BeantwoordenVerwijderen