woensdag 23 september 2020

368: Nivelles, Zaterdag 23 april 2016, 17,841 km. (7452,434 km.)

“Vandaag stond reeds onze vijfde dagetappe op weg naar Santiago de Compostela op het menu. Een dag welke opnieuw vroeg werd aangevangen met een korte busrit, richting station van Mechelen. We hadden er even de tijd om te genieten van een kopje koffie, alvorens ons te begeven naar perron 10. Aldaar namen we omstreeks 08:34 uur de trein IC3129 richting Charleroi-Zuid, met als gevolg, dat we ruim na negen uur in de ochtend Nivelles bereikten. De plaats alwaar we onze vierde dagetappe vorige week hadden afgesloten. We begonnen dan ook aan een korte inleidende wandeling vanaf het station van Nivelles, via de Rue de Namur en de Rue Roblet, teneinde opnieuw de Grand Place te bereiken ter hoogte van de Sint-Gertrudiskerk. Ter plaatse konden we zien dat de wekelijkse markt kon rekenen op heel wat kooplustigen. Alvorens echter onze route aan te vangen, namen we nog heel even een korte koffiepauze en maakten we een sanitaire stop in café La Bourse op de Place Lambert Schiffelers. Na al deze voorafgaande formaliteiten, konden we uiteindelijk om exact 10:00 uur van start gaan, teneinde opnieuw even het pelgrimsgevoel te ervaren, ditmaal op weg naar Seneffe. De weergoden waren ons alweer maar eens ongunstig gezind, een koude wind en bovenal grijze wolken.

We begonnen dan ook aan het bewandelen van een gedeelte van de Via Gallia Belgica, vermits de tot nog toe gevolgde Via Brabantica eindigt in Nivelles. Via de reeds vernoemde Place Lambert Schiffelers, ging het langs de Grand Place, richting Rue de Saintes, bezijden de kerk. We konden er nog even genieten van de klokkenluider, bevestigd aan een van de torens van de kerk, waarna we het centrum gingen verlaten. In de Rue de Saintes ging het nadien rechtsaf in de Rue des Brasseurs, met in het verlengde daarvan de Rue du Wichet. We trokken hier doorheen het voormalige Quartier de Petit Saint-Jacques. Van een vroegere Sint-Jakobskerk en pelgrimshospitaal geen enkel spoor meer. Op het einde van deze doodlopende straat, zouden we via een trap terecht komen op de vroegere vestingmuur. Omwille van werkzaamheden echter, was de trap afgesloten door metalen hekkens en was de trap deels uitgebroken. Via een buurtbewoner kregen we dan aanwijzingen hoe we hogerop konden geraken. Dus rechtsomkeer en via de Rue Coquerne en de Avenue Léon Jeuniaux, bereikten we de hoger gelegen Boulevard de la Dodaine, met het tegenover gelegen gelijknamige Parc de la Dodaine.

We kruisten de druk bereden Boulevard en wandelden het park in. We volgden de meest links gelegen dreef doorheen het park, tussen kanjers van bomen. Typisch verschijnsel alweer, baasjes die hun viervoeters uitlaten en heel wat joggers. Er valt heel wat te bekijken in het park: moderne kunst, enkele oudere, reeds deels aangetaste beelden, Japanse kerselaars in vol ornaat, maar vooral heel wat tulpen in bloei. Een aangelegde waterpartij met op de achtergrond de kerk van Nivelles, was een waardig afscheid van de stad. We vervolgden onze tocht langsheen de visvijver en vervolgens het sportstadion, om daarna de evenwijdig gelegen Avenue J. Mathieu te volgen. Eenmaal voorbij het hockeyveld, ging het op het kruispunt linksaf in de Chemin de Stoisy, zowat de eerste beklimming van de dag en het zou voorwaar niet de laatste zijn. Tussen enkele statige villa’s heen, verlieten we stilaan de bebouwde kom van Nivelles. Op het einde van de weg, net vóór de Chaussée de Charleroi, gingen we rechtsaf via de Chemin de l’Escavée. Stilaan maakten de riante villa’s plaats voor sobere, af en toe zelfs deels vergane woningen. Een paar honderd meters verder ging het alweer rechtsaf via de Chemin de Grand’Peine. Schuilt daar enige betekenis in de straatnaam? Het zou snel blijken.

Deze smalle kronkelende landweg, vooreerst nog doorheen een woonzone, liet ons vrij vlug genieten van de eerste groene heuvels en schitterende panorama’s. Uiteraard had dit tot gevolg dat we een flinke beklimming mochten maken. Gelukkig werd deze moeite beloond met prachtige gele koolzaadvelden, waar heel af en toe een streepje zon wat meer kleur gaf, maar ook tal van enorme en vaak gerestaureerde vierkantshoeves. De weg werd uiteindelijk een holle weg en zo bereikten we ten slotte de gevaarlijke weg Thines-Nivelles (R24), beter gekend als Contournement Sud. Het lukt in twee bewegingen via de middenberm, om deze weg te kruisen. Aan de overzijde ging het vervolgens linksaf, via de Chemin de l’Escavée en wandelden we een tijdje evenwijdig met de drukke verkeersader. Uiteindelijk maakten we een bocht van 90° naar rechts en verwijderden ons op die manier van het lawaai van het verkeer. Het werd opnieuw stevig klimmen, maar des te hoger, des te mooier de weidse omgeving. Ontelbare schakeringen bruin, groen en geel zorgden voor een ruime compensatie. Jammer genoeg werd de omgeving verstoord door enkele hoogspanningsmasten.

Opvallend is echter vooral de schaarse bebouwing in de streek. Op enkele eenzame boerderijen na, enkel akkers en weilanden. Gekomen ter hoogte van het kruispunt met de Chemin Crinquaille en de Chemin Ducal, ging het gewoon rechtdoor in de Chemin du Château. We konden er aldaar even een glimp opvangen van het plaatselijke Château de Dinant, gesitueerd in het kleine Bois de Nivelles. Een hek, draadafsluiting en een alarm, lieten echter niet toe het domein te betreden. We vervolgden dan maar onze wandeling via de Chemin du Château, met rechts van ons het kasteel. Even verderop, omstreeks 11:30 uur, werd het toch even tijd om te denken aan wat mondvoorraad. Daar we tot nog toe nergens de mogelijkheid hadden gehad even te zitten, maakten we gebruik van een betonnen constructie ter hoogte van een boerderij, teneinde toch even gezeten, een hapje te nuttigen. Eigenlijk betrof het een betonnen kuil met voedsel voor het vee, afgedekt met de gekende autobanden. We waagden ons dan ook aan een picknick in deze schijnbare bandencentrale. Na onze deugdzame maaltijd gingen we opnieuw op pad.

Na nog geruime tijd de Chemin du Château te hebben gevolgd, ging het ter hoogte van het volgende kruispunt naar rechts via de Chemin de Wellington. Waar wellicht ooit soldaten op weg waren naar het slagveld in Waterloo, maken nu de koeien de dienst uit in de omgeving. We werden dan ook aangestaard door tientallen hoefdieren, welke even later, bij onze passage, in volle vaart naar de omheining kwamen gelopen. Een hilarische bezienswaardigheid toch. Misschien dat hun sportieve inzet toch enigszins werd afgekoeld door de talrijke windturbines in de streek. De Chemin de Wellington leidde ons vervolgens over de autosnelweg A54, Nivelles-Charleroi, waarna we rechtsaf gingen in de Rue de Luxensart. Zoals even later zou blijken doorheen het gelijknamige gehucht Luxensart, onderdeel van Petit-Roeulx-lez-Nivelles. We wandelden dan ook het bord Petit-Roeulx voorbij. De Rue de Luxensart bracht ons vervolgens tot aan de Rue du Marais, de weg Seneffe-Nivelles.  Het ging even over korte afstand naar links, om vervolgens aan de overzijde van de weg, de Rue du Cramat in de wandelen.

Het werd gedurende korte tijd huisjes kijken in deze straat, maar ook tal van gevelornamenten kregen wat aandacht. Het verlengde van de Rue du Cramat werd de Rue Haute en de naam enigszins eer aandoend, werd het opnieuw even klimmen. Ondertussen werd ons tot tweemaal toe door automobilisten de weg gevraagd, doch we dienden uiteraard het antwoord schuldig te blijven. Op het einde ging het linksaf in de Rue Grinfaux, waarbij we licht daalden tot aan een kleine rotonde. Een eenzaam kapelletje op het kruispunt was jammer genoeg afgesloten. We begonnen vervolgens aan de beklimming van de rechts gelegen Rue Scoumont, waarbij we langzaam maar zeker de laatste bewoning achter ons lieten. We kregen opnieuw het genoegen te vertoeven tussen uitgestrekte akkers en weilanden met heel wat nieuwsgierige koeien. Wat later ging het nogmaals rechtsaf via de Rue de Froidmont, nog steeds aan hoogte winnend. De lucht werd steeds donkerder en we voelden zowaar één enkele regendruppel. Maar de dreiging bleek erger dan de realiteit, vermits we voorlopig van een bui gespaard bleven. Enkele bochten verder bemerkten we een witte vierkantshoeve, die blijkbaar de beste tijd achter de rug had. Compleet verwaarloosd en toch nog bewoond, de mirakelen zijn de wereld nog niet uit. Zonde echter van dit prachtige bouwwerk.

Een mooi stukje holle weg, dat enigszins liet dromen van nog toekomstige ontdekkingen onderweg, ging over in een rustige landelijke weg. We kregen zowaar de zon te zien en dat voelde meteen heel wat aangenamer om te stappen. Nog even verder geklommen, bereikten we de Rue de Renissart, met als blikvanger de rechts gelegen Ferme de Renissart. We wandelden dan ook rechtsaf, voorbij de gesloten toegangspoort tot de hoeve, nog even hogerop, tot het hoogste punt van de heuvel. Vanaf hier ging het in dalende zin naar de zowat 1 km verder en lager gelegen gekanaliseerde Samme. Rustig wandelend dus en vooral weinig vermoeiend. Eenmaal aan de oever van de Samme, bereikten we de brug over de waterloop. In plaats van de brug over te steken, volgden we het jaagpad naar links, de geheten ‘Contre-halage’. Het leek eerder op een smal wegeltje tussen struikgewas, omgevallen boompjes en doornige begroeiing. Onderweg tal van restanten van een vroegere bedrijvigheid langsheen de waterloop: metalen ankerringen en meerpalen. We troffen er tal van Compostelastickers aan die de weg aangaven en tevens de aanduiding dat we nog steeds de GR12 volgden, net zoals de afgelopen weken trouwens het geval is geweest.

Na een poosje dit paadje te hebben gevolgd, bereikten we omstreeks 13:30 uur het voormalige sluiswachterhuisje ‘Ecluse N° 16 - Seneffe’, dat zich aan de overkant van de Samme bevond. Via een brugje bereikten we het huisje, dat blijkbaar nog bewoond is. We troffen er voor de woning een zitbank aan, waar op dat ogenblik de zon wat warmte gaf. We belden dan ook even aan, met het verzoek even de bank te mogen gebruiken voor een korte wandelpauze. Een hoog bejaarde man opende de deur en gaf gevolg aan ons verzoek. Tijdens het nuttigen van een laatste boterham en een blikje Ice-Tea, hadden we een praatje met de man. Hij vertelde wat over de geschiedenis van de Samme, het scheepvaartverkeer destijds en over zijn vroegere job als sluiswachter. Soms was het een conversatie die spaak liep, aangezien de man zo goed als potdoof bleek te zijn ofwel erg verward en niet echt begreep waarnaar we op weg waren. Niettemin was het even zalig vertoeven op de bank, genietend van de zon en vooral het uitzicht over de waterloop.

Even later namen we dan ook afscheid en zetten onze tocht verder. We begaven ons terug naar de andere oever en volgden verder het smalle jaagpad, richting Seneffe. Na nog een hele tijd te hebben genoten van deze groene zone, bereikten we het einde van het jaagpad ter hoogte van de Rue de l’Yser. Het ging even naar rechts, over de Samme en vervolgens aan de overzijde naar links, langsheen de andere oever. Ondertussen terug asfalt onder de voeten, volgden we een gedeelte van de Ravel 1, richting Charleroi. Weinige ogenblikken later bereikten we de Drève du Château, de lange toegangsdreef naar het kasteel van Seneffe. De klok wees ondertussen 14:30 uur aan. We onthielden ons echter om de lange weg naar het kasteel te bewandelen en nadien te moeten omkeren, teneinde de bus te nemen in het centrum van Seneffe. Immers, onze volgende etappe gaat dezelfde richting uit, naar de ingang van het kasteel van Seneffe en dan verder langsheen het domein. Dus zal het voor een volgende gelegenheid zijn. We hielden het die dag dan ook voor bekeken.

Een korte wandeling leidde ons vervolgens naar het kruispunt van de Avenue Reine Astrid en de Rue Lintermans, alwaar we omstreeks 14:41 uur een bus van lijn 72 namen tot aan de Rue Williame, zijnde de achterzijde van het station van Nivelles. Zowat tien minuten later spoorden we terug naar Mechelen, zodat we omstreeks 17:00 uur onze voordeur bereikten. Onze vijfde etappe op weg naar Santiago de Compostela was dan ook goed voor 17,841 km, 23789 stappen, 871,8 cal in een wandeltijd van 4.20.49 uur. Een volgende etappe laat voorlopig nog even op zich wachten, enerzijds omwille van de moeilijkere bereikbaarheid van de startplaats, de schaarse mogelijkheden van het openbaar vervoer, doch anderzijds, wordt nu gewerkt aan de planning van een langere wandelperiode. Immers, nu de Franse grens niet meer zo veraf lijkt, wordt gedacht aan een tiendaagse wandeltocht, zodat we op die manier enkele honderden kilometers zullen vorderen, verder zuidwaarts. Het wordt dus even de pelgrimsgedachte opzij zetten voor enkele weken. Maar er komt zeker en vast een vervolg.”

1 opmerking:

  1. Een aparte ontdekking alleszins, in een toch wel mooie streek.
    Het potdoof zijn hinderde de man echter niet mijn decolleté grondig te keuren.
    Keep up the good work ;-)

    BeantwoordenVerwijderen