zondag 3 mei 2020

199: Rekkem, Zaterdag 16 oktober 2010, 24 km. (4020,048 km.)



Een wandeling, in de wandelgids Marching als volgt aangekondigd: ‘Zaterdag – Samedi 16/10/2010 – 8930 Rekkem (West-Vlaanderen), 18de Open Grenstocht, 7-14-21 km. De 12 uren van Lauwe. Start: Wijkschool Paradijs. Langs en over de Franse grens in de voetsporen van de smokkelaars. Franse specialiteiten.’ Na afloop van deze, deels op Frans grondgebied verlopen wandeling, schreven we nog dezelfde avond een verhaal, inzake de belevenissen onderweg, omstreeks 20:30 uur.

“Of het de lokroep van het zuiden is geweest, laten we hier voorlopig in het midden. Feit is wel, dat we deze ochtend vroeg, voorzien van een hoeveelheid regenwater onderweg, koers zetten naar het grensdorp Rekkem. Aldaar werd door de wandelclub ‘De 12 uren van Lauwe’ de 18de Open Grenstocht ingericht. Onze plaats van afspraak was gelegen in de Wijkschool Paradijs, in de gelijknamige straat te Rekkem. Bij onze aankomst werden we overvallen door een hevige plensbui, waardoor we noodgedwongen nog een tijdje in het voertuig bleven wachten. Uiteindelijk konden we even later terecht in de startzaal, waar de wafelijzers reeds klaar stonden om een zekere hoeveelheid deeg later om te toveren tot wafels. Wij hielden het vooralsnog bij een koffie en een broodje. Er kon worden gekozen uit drie afstanden, te weten 7, 14 of 21 km. We besloten deel te nemen aan de tocht van 21 km, met een werkelijke afstand van 24 km. De tocht werd aangekondigd als een wandeling langs en over de Franse grens, in de voetsporen van de smokkelaars. Voorzien van de nodige regenkledij, trokken we even later op weg.

Reeds kort na de start, kregen we op het parcours een eerste splitsing, waarbij we konden bemerken dat de wandelaars van de 7 km, twee lussen kregen voorgeschoteld. Aan het eerste kruispunt voorbij de start, gingen wijzelf rechtdoor, samen met de wandelaars van de 7 km. De deelnemers aan de 14 km gingen naar links, samen met de wandelaars aan de 7 km bij hun tweede gedeelte van het parcours. Op die manier verlieten wij de bebouwde kom van deze Paradijselijke wijk en daalden lichtjes af, richting grondgebied Moeskroen. De lucht zag er dreigend uit en in de verte zagen wij de eerste regenboog verschijnen. We volgden een landelijke weg, gelegen tussen akkers en weilanden. Het was ondertussen opgehouden met regenen en dat was al een hele verademing. Even verder verlieten de wandelaars van het 7 km parcours ons via een rechts gelegen wegje, waardoor we bijna alleen op pad waren. Even voorbij deze splitsing, bevonden we ons dan ook reeds op het grondgebied van Moeskroen – Mouscron.

We naderden de bebouwde kom en dienden een tijdje een hele drukke weg te volgen. Tussen enkele huizen, kregen we links de restanten van een molen te zien. Gelukkig dienden we deze drukke weg niet lang te volgen en konden we voorbij de eerstvolgende rotonde een links gelegen landelijke weg opgaan, hierbij afdalend naar de lager gelegen weilanden. We konden nu ten volle genieten van de rust van dit landelijk weggetje, waar koeien rustig stonden te grazen in de aanpalende weilanden. Maïsvelden konden worden bekeken, afgewisseld met aardappelvelden en preipercelen. Stilaan ging het in de richting van de autosnelweg, terwijl we af en toe een dubbele regenboog zagen verschijnen. Dat we ons bevonden in een grensgebied werd nog duidelijker toen we de bordjes konden aantreffen van de plaatselijke Kommiezenroute, een fietsomloop van 50 km. Er volgden enkele richtingsveranderingen, waarbij we even later het gezelschap verkregen van de andere wandelaars, die deelnamen aan de 7 en 14 km. Dit was echter slechts korte tijd het geval, aangezien deze even verder zich opnieuw op een andere weg begaven.

Het had lang geduurd, maar uiteindelijk gingen de hemelsluizen open en kregen we een hevige, zij het eerder korte regenbui te verwerken. Net op dat moment begaven we ons op het Smokkelaarspad en volgden we een smalle kronkelende wegel tussen de velden. Binnen de kortste tijd was deze wegel herschapen in een modderpad. We zagen even verder ook de rood-witte markeringen van de GR5A en kregen nadien op onze route nog het gezelschap van het Kortewagenpad. Even later bereikten we de openbare weg en konden we de schoenen wat proper maken in het gras. We bevonden ons reeds een hele tijd op het grondgebied van Rekkem (Menen) en ditmaal ging het richting centrum van deze gemeente. We arriveerden in de bebouwde kom en via een kerkwegel bereikten we even later het ‘Dorpshuis’, alwaar we een eerste controle hadden na 8,3 km te hebben afgelegd. Tijd vonden wij om een hapje te eten en even te proeven van de chocomelk. Later zouden we hier een tweede maal langskomen, na een plaatselijke lus te hebben gewandeld.

Na een korte pauze, vatten we het tweede gedeelte aan van onze wandeling van vandaag. We verlieten het ‘Dorpshuis’ en trokken richting hoofdweg door Rekkem, waarbij we niet ver van het plaatselijke gemeentehuis een steegje ingingen tussen de huizen. We kwamen wat lager terecht en troffen daar een splitsing aan, waarbij we de eerste maal naar rechts dienden te gaan. We kwamen langs de plaatselijke kerk, trouwens een beschermd monument, om even verder een links gelegen veldweg op te gaan. Een klein kasseibaantje, ging over in een onverharde veldweg en zo belandden we opnieuw tussen de patatten en de preigewassen. Het was ook opmerkelijk hoeveel bloemen we deze tijd van het jaar nog aantroffen bezijden de weg, een ideale gelegenheid om wat kleurrijke foto’s te nemen. Een smalle geasfalteerde wegel werd aangeboden, alwaar we opnieuw het traject volgden van het Smokkelaarspad. Een smalle landelijke weg bracht ons vervolgens tot aan een stukje natuurgebied, alwaar we even konden genieten van de doortocht door een stukje kreupelhoutbos.

Via een gladde modderige afdaling aan de andere kant van dit bosje, bereikten we de oever van het lager gelegen kanaal. We volgden naar rechts het jaagpad langsheen deze waterloop, waar we een hele reeks fietsomlopen aantroffen, met name de LF6 Vlaanderen Fietsroute, de Kommiezenroute en de LF52 Guldensporenroute Armentières – Zeebrugge. Keuze genoeg dus voor de wielerliefhebbers aldaar. Het ging opnieuw rechtsaf, de vrije natuur in. Ditmaal volgden we een breder pad tussen jonge boompjes, die af en toe het gevoel gaven in een tunnel te wandelen. Even later versmalde dit pad tot een modderige slecht begaanbare wegel, waarbij het even uitkijken was, waar de voeten werden geplaatst. In een weidse bocht naar links, bereikten we opnieuw het jaagpad langsheen het kanaal. We sloegen rechts ’t Heelewegelke in en volgden een landelijke weg, richting hinterland. Een eindje verderop kregen we geasfalteerde wegels te verwerken, die ons even het gevoel gaven zelf op smokkelpad te zijn. Af en toe kregen we zelfs een tegelpad te verwerken, beter konden we het ons niet wensen.

Dat er onderweg kleine verraderlijke klimmetjes waren, dat konden we goed aanvoelen in de beentjes. Het gevolg daarvan was, dat we werden beloond met mooie weidse vergezichten over de vaak lager gelegen omgeving. We vorderden langzaam richting Rekkem en even later kwamen de eerste woonhuizen opnieuw in zicht. Via een stukje verkaveling en daarbij gebruik makend van de betegelde dwarsverbindingen, bereikten we nadien hetzelfde punt waar we vroeger op de dag reeds waren langs gekomen. We bevonden ons dus dicht bij het ‘Dorpshuis’. Heel even maakten we nog een kleine ommetje door een stukje buurtpark, waarna we opnieuw aankwamen op de plaats van controle. We hadden ondertussen 16 km afgelegd en het was tijd om even te denken aan de inwendige mens. Tot nog toe hadden we vooral langs de grens gewandeld, het laatste gedeelte zou ons uiteindelijk ook over de grens laten gaan.

We verlieten opnieuw het ‘Dorpshuis’ en volgden dezelfde weg tot aan de splitsing waar we reeds eerder waren aangekomen. Ditmaal vervolgden we onze weg rechtdoor, samen met de wandelaars van de 14 km. We kregen een lichte helling te verwerken en wandelden zo richting grens. Alvorens het zover was, dienden we eerst nog een veldweg te volgen, alsook een smalle wegel welke verliep langsheen de rand van enkele landbouwpercelen. Zo bereikten we even later, komende van tussen de velden, een kleine huizenrij. Huisjes die er eerder armtierig uitzagen. We wisten meteen dat we ons op Frans grondgebied bevonden: de verpauperde omgeving, de verwaarloosde tuintjes, ... De eerstvolgende straat kregen we daarvan bevestiging, we volgden de ‘Boucle de la Fraude du Tabac’ en bevonden ons in Halluin. Om de hoek waren de Kommiezen verdwenen en hadden plaats gemaakt voor het ‘Circuit des Gabelous’. Via een bolle kasseiweg, die zo zou kunnen worden opgenomen in de ‘Hel van het Noorden’, ging het verder op Frans grondgebied.

We kwamen langsheen enkele bunkers en even later, langsheen het bord met de namen van de gemeenten die verbroederd waren met Halluin. Aan de eerste rotonde ging het linksaf en volgden we een drukkere weg richting België. Op die manier daalden we af en via een stukje Neuville en Ferrain, ging het stilaan naar vaderlandse bodem. Even voorbij het einde van de bebouwde kom van dit Franse plaatsje, ging het linksaf, om via enkele achtertuintjes, terug eigen bodem te bereiken. Ons verblijf op buitenlandse bodem was echter beperkt gebleven. We volgden nu een kleine landelijke weg, welke ons bracht langsheen de gebouwen van ‘Ons Erfdeel’, alwaar we een opmerkelijk beeldhouwwerk aantroffen van de hand van Mag Dornez, ‘Dialoog’. We konden het natuurlijk niet nalaten, deze beide dames even van naderbij te bekijken. Na dit leuke intermezzo, volgden enkele woonstraten en kregen we nadien enkele rustige wegels te bewandelen.

Uiteindelijk zou de laatste, met name de Grenspostwegel ons een blik gunnen op de grensovergang, gelegen langsheen de E17 autosnelweg. Even later gingen we via een brug de snelweg over, om langzaam maar zeker in de richting van de aankomst te wandelen. Onderweg kwamen we ook tot de conclusie dat het bietenseizoen werd ingezet. Even later bereikten we de Wijkschool in het Paradijs en meteen dienden we noodgedwongen een punt te zetten achter deze grenstocht. Met enige moeite vonden we toch nog een vrije zitplaats om even na te kaarten over deze tocht van vandaag. Toen we even later huiswaarts gingen, noteerden we 715 deelnemers om 14 uur. Al bij al mogen we van geluk spreken dat onze wandeling slechts eenmaal werd voorzien van regenwater.”

We sluiten dit wandelhoofdstuk stilaan af, met een blik in de respectievelijke wandelboekjes, waarin immers ook enkele eerste indrukken werden nagelaten. ‘K: Wandeling te Rekkem. Soms wat saai en te weinig grensoverschrijdend. Fikse regenbuien. Rustig. J: Wandeling vanuit Rekkem en doorheen Moeskroen, Halluin en Neuville en Ferrain. Een tocht langs en over de Franse grens.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten