Posts tonen met het label Mairieux. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Mairieux. Alle posts tonen

maandag 28 september 2020

376: Vieux-Reng, Dinsdag 05 juli 2016, 15,792 km. (7637,561 km.)

“Vandaag waren we toe aan onze tweede dagetappe van een elf dagen durende tocht doorheen het noorden van Frankrijk. Gisteren immers, na het overschrijden van de Belgisch-Franse grens, bevonden we ons in het Département du Nord. Meer bepaald in de gemeente Vieux-Reng. Na een nacht te hebben verbleven in de Salle des Sports, begon de dag dan ook met het koken van een kom water, teneinde de dag te beginnen met een kopje Nescafé en daarbij de rest van de koekjes van de vorige dag. Immers, in Vieux-Reng dienden we het te stellen zonder ‘boulangerie’. Met uitzicht op het riviertje ‘La Trouille’ lieten we onze campingbrander dan ook aan het werk. Ondertussen genoten we van het uitzicht op de lokale St. Cyriacuskerk. Toen we even later zo goed als klaar waren met het ontbijt en alle materiaal opnieuw veilig en wel was opgeborgen in de wandelkar, kregen we nog het bezoek van de maire, Philippe Bracellet. De man was zo vriendelijk te informeren, hoe ons verblijf was verlopen. Uiteraard bedankten we voor de aangeboden slaapplaats, waarna we vertelden hoe de komende dagen zouden verlopen. Alvorens definitief de dagetappe aan te vatten, brachten we nog een bezoekje aan de ‘Mairie’, teneinde er een stempel te verkrijgen in ons Compostelaboekje. De klok wees dan ook reeds 09:05 uur aan, toen we afscheid namen en koers zetten richting Maubeuge. Een dag welke opnieuw niet probleemloos zou verlopen, een stukje Via Gallia Belgica met hindernissen dus.

We verlieten de Place de la Mairie, met het gebouw links van ons, teneinde een doodlopende straat verder in te wandelen. Korte tijd nadien, kregen we gras onder de schoenen, nog enigszins nat van de ochtenddauw en stapten tussen de weiden door. We bereikten opnieuw de openbare weg ter hoogte van de Rue Goffaux, alwaar we linksaf draaiden, richting ‘La Trouille’. Daar aangekomen konden we vaststellen dat het brugje gedeeltelijk was beschadigd als gevolg van recente overstromingen. De toegang tot het brugje was afgesloten door wit-rode linten, met daarbij het bord ‘Route barrée’. Aangezien we nu toch al een tijdje met pensioen zijn, mocht het wel eens uitzonderlijk, het verbod te negeren. We kropen onder de linten door, wandelden over het brugje over ‘La Trouille’ en volgden het graspad langsheen het water. Even verder waren we er echter aan voor de moeite, vermits een tweede bord de verdere doorgang niet toeliet. We gingen toch even een kijkje nemen, doch de oever was verdwenen door het wassende water en er was geen doorkomen aan. Een eerste omleiding dan maar. We namen de dichtst bijzijnde openbare weg, de Rue du Huit Mai 1945 en wandelden op goed geluk de straat uit, min of meer op oriëntatiegevoel. We arriveerden aldus op de D159, de Rue de Marpent en gingen rechtsaf, min of meer in de richting van het verloop van het riviertje. De straat reeds een eind ingewandeld, ontdekten we tot onze verbazing een compostelasticker op een lantaarnpaal. We zaten dus toch op de juiste route.

Op een volgend kruispunt dienden we rechts te houden en wandelden bijgevolg de Chemin du Hameau in, welke vrij vlug veranderde in een grindweg. Eenmaal de bebouwing achter ons gelaten en we de open velden naderden, namen we even de tijd een hapje te eten. Het was ondertussen reeds 09:45 uur geworden en er restte ons weinig anders in het lunchpakket dan ice-tea en koekjes. Hoeft het nog gezegd, dat we al een tijdje op zoek waren naar een winkel? Na deze inwendige versterking volgden we verder het lange grindpad, min of meer rechtdoor, tussen uitgestrekte akkers en weiden. Geruime tijd later bereikten we het kruispunt van de D28 en de D159. Het kruispunt dat we normaal gezien hadden moeten bereiken, komende van rechts. Een blik in de wandelgids leerde ons vrij vlug, dat we opnieuw op de juiste route waren aangekomen en we rechtdoor de D159, de Rue des Roblins, dienden op te gaan, richting Villers-Sire-Nicole. We wisselden bijgevolg het grind voor een betere wegbedekking. De weg kronkelde doorheen het landschap en liet ons ook ervaren, dat we de komende tien dagen, nog weinig zouden kunnen rekenen op vlakke wegen. De hellingen zouden elkaar opvolgen met de regelmaat van een klok. Nog altijd met een bewolkte en vaak dreigende hemel, bereikten we het plaatsnaambord van Villers-Sire-Nicole, zoals gebruikelijk in de streek, getooid met bloemen.

We stapten voorbij de restanten van een voormalige brouwerij, een ‘Brasserie Cooperative’ en kruisten de Ruisseau de l’Hôpital. Vervolgens namen we ter hoogte van het huis n° 38 een links gelegen pad, geheten Moulin de la Salmagne, dat ons vrij snel doorheen een stuk bos zou leiden. Het pad volgde het verloop van de eerder vermelde Ruisseau. Erg modderig en vrij kleverige grond, had als gevolg dat de schoenen vlug heel wat zwaarder waren geworden. Opvallend was vaak de rode kleur van de ondergrond. Af en toe hadden we af te rekenen met wat steenslag en zelfs stukken rots behoorden tot het wandeltraject. Maar, al bij al toch een mooi stukje natuur. Eenmaal doorheen het bosje, namen we even de tijd om de wandelschoenen en de wandelkar moddervrij te maken en volgden nadien de openbare weg, de Rue Vieux Moulins, welke later overging in de Rue des Moulinots. Het einde van de straat bereikt, kwamen we op de D228, de Rue de Villers Sire Nicole, welke we volgden naar links. Op die manier waren we aangekomen in Bersillies. Een pleintje voorzien van een klein oorlogsmonument lieten we rechts liggen en we volgden nu de Rue de Maubeuge. Een Salle des Fêtes uit 1934 stond er wat troosteloos bij. Het ging verder tot aan de Mairie, waar gesloten rolluiken slechts een teken waren, dat de Mairie gesloten was. Sommige van deze gebouwen waren amper twee uur in de week geopend. Niet moeilijk, gelet op het geringe aantal inwoners van sommige gemeenten.

Tegenover de Mairie, wandelden we de Rue de Mairieux in. Vooreest nog geflankeerd door woningen, kregen we al snel opnieuw de vrije natuur om ons heen. De Rue de Mairieux ging over in de Rue de Bersillies en vrij snel kregen we de kerk van Mairieux in zicht. Vooreerst echter ging het langsheen een oude bunker links van de weg. We namen even de tijd om de église Saint André te bezoeken, waarna we onze route vervolgden via de D136, de Rue Haute. Hier hadden we even later wat meer geluk, vermits de mairie van Mairieux was geopend. Een volgende ‘tampon’ in het Compostelaboekje was dan ook een feit. We hielden dezelfde richting aan, waarbij de Rue Haute overging in de Rue du Canougue. Een eindeloos lijkende straat, bracht ons tot slot ter hoogte van de drukke verkeersader, de N2, de Route de Mons. Bezijden de weg bemerkten we dan ook het grensbord van de stad Maubeuge. Volgens onze wandelgids heette deze plek La Banlieue. Met de nodige voorzichtigheid omwille van het zware vrachtverkeer, raakten we toch veilig aan de overzijde en volgden rechtdoor de Rue du Grand Bois.

We vorderden gestaag langsheen deze lange, verkeersarme kronkelende weg, in het begin nog min of meer geflankeerd door enkele woningen. We lieten de Chemin du Héron rechts liggen, vervolgens de Rue des Sars links. De laatste woningen waren we ondertussen voorbij en in de plaats verkregen we links en rechts wat bomen, maar vooral uitgestrekte landerijen. Op het einde van de weg, alwaar zich een bocht bevond naar links, ter hoogte van een vijver, verlieten we evenwel de Rue du Grand Bois, teneinde een karrenspoor naar links te volgen. Maar daar was amper nog iets van te bemerken. Een modderige strook land en wat verderop onkruid van een meter hoog, het was even zoeken naar een gepast doorkomen. Het karrenspoor zou naar rechts draaien, langsheen een bunker. Die bemerkten we inderdaad even verderop. Met heel wat moeite, bereikten we toch de erachter gelegen Ferme du Grand Bois en toch opnieuw vaste grond onder de voeten. Helaas werd maatje daar opgeschrikt door twee enorme Berner Sennenhonden, die nogal agressief uit de hoek kwamen. Gelukkig hadden de eigenaars het geblaf gehoord en riepen hun dieren tot de orde. Niemand immers had verwacht, dat langsheen een verdwenen pad, zich nog twee pelgrims zouden wagen.

Eenmaal terug wat verharding om op te wandelen, passeerden we een onderstation van Gaz de France en even verder enkele terreinen van de école Jean de la Fontaine. We stapten omheen het voetbalveld, ondertussen voorzien van fris regenwater, tot we uiteindelijk opnieuw de openbare weg hadden bereikt. We bevonden ons thans in de Boulevard Jean de la Fontaine. Tegenover de ingang van het complex sloegen we linksaf in de Boulevard Pierre Corneille. Gekomen aan het eerst volgende kruispunt ging het linksaf in de Boulevard Molière, alwaar we enkele honderden meters verder een rotonde bereikten. Meteen rechtsaf, richting centrum van Maubeuge. Vooreerst ging het via de Avenue de Alphonse de Lamartine, een mooi aangelegde laan, omgeven door diverse grote handelszaken. Vanaf nu hoefden we enkel nog maar de richting Centre Ville aan te houden en daalden we op die manier langzaam af naar de lager gelegen Samber. Met andere woorden, via de Route de Feignies, de Rue Pierre Bérégovoy, de Avenue Franklin Roosevelt en de Avenue Jean Mabuse. Ter hoogte van de rotonde op de Place Jean Mabuse bereikten we dan ook de brug over de Samber. We bevonden ons nu middenin een zonnig Maubeuge.

Alvorens echter onze logeerplaats op te zoeken, werd eerst gedacht aan wat mondvoorraad voor de volgende dag en natuurlijk een hapje, vermits we de klok van twaalf uur, al lang voorbij waren. Op de reeds vermelde Avenue Jean Mabuse vonden we dan ook een broodjeszaak en konden er even genieten van een gezond broodje en een kopje koffie bij Daisy Cake. Nadien staken we de weg over, teneinde aan de overzijde in de Spar over te gaan tot de aankoop van water, fruitsap, kaas, brood en worst. Zo zouden we de volgende dag beslist doorkomen. Na nog wat van nabij de Samber te hebben bekeken, gingen we op zoek naar ons onderkomen voor de nacht. We vonden deze om de hoek, bij enkele zusters van ‘La communauté des soeurs de Sainte Thérèse. We werden er dan ook bijzonder hartelijk onthaald door de zusters Marie-Jeanne en Marie-Olga. Een kopje koffie en een stukje rabarbertaart als welkom, ons hoorde je niet klagen. Na een verkwikkende douche en na een bed te hebben verkregen in een gedeelte van het woonhuis, mochten we omstreeks 18:30 uur mee aanzitten voor een lekker avondmaal. Een stukje vis, op een speciale manier bereid en voorzien van worteltjes, boontjes en rijst. Een pelgrim is al meer dan tevreden. Als toetje verkregen we nog de rest van de rabarbertaart en konden nadien genieten van een zalige nachtrust.

We sluiten nog even af met wat gegevens. Onze tweede dagetappe van Vieux-Reng tot in het centrum van Maubeuge was goed voor 21056 stappen, 747 cal en 15,792 km in een wandeltijd van 3.59.17 uur. Een eerder korte etappe dus, aangezien we geen onderkomen hadden kunnen regelen in het geplande Saint-Remy-du-Nord. Vandaar dan ook een aangepast traject voor de volgende dag, dat ons zou brengen tot in Aulnoye-Aymeries. We eindigen dan ook met een bijzonder woord van dank aan de zusters en tevens abbé André Benoît, welke zorgde voor de nodige contacten.”