Posts tonen met het label Liège. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Liège. Alle posts tonen

dinsdag 8 september 2020

354: Liège, Zaterdag 01 augustus 2015, 13,78 km. (7202,659 km.)

“De wandeltocht welke vandaag aan bod komt, is weliswaar beperkt in aantal kilometers, doch was daarom niet minder zwaar. Eigenlijk was het een combinatie van een lokaal wandeltraject en een stadsbezoek, waarbij uiteraard het begrip trappen, een voorname plaats zou innemen deze dag. In ieder geval begon de dag vroeg, vermits we de verplaatsing maakten per trein, met als gevolg dat we reeds om 07:22 uur van start gingen op het perron van het station van Sleidinge. Geruime tijd later, omstreeks 10:01 uur bereikten we het vernieuwde station van Liège-Guillemins. Een opvallend bouwwerk, zoveel is zeker. Toen we ‘la gare’ verlieten, wachtte ons nog een stukje wandelparcours, via de Place des Guillemins, de Rue des Guillemins, de Avenue Blonden, tot we de startplaats bereikten van onze geplande tocht, de place Xavier Neujean, in de onmiddellijke nabijheid van de opera. Op weg daarheen kregen we reeds heel wat te zien: enkele standbeelden, waaronder dat van Karel de Grote, enkele kunstwerken langsheen een gedeelte park, een kleine circustent en natuurlijk heel wat winkels, terrasjes en restaurants.

Eenmaal de Place Xavier Neujean bereikt, begonnen we de dag met een kopje koffie op het zonnige terras van ‘Le Britanique’, met zicht op de gevel van de opera. Het was dan ook reeds 11:00 uur toen we aan onze eigenlijke wandeltocht konden beginnen. We verlieten de Place Xavier Neujean en staken de drukke boulevard Sauvenière over ter hoogte van de Place Verte, om vervolgens naar links, op zoek te gaan naar de Rue de la Montagne. Het woord zegt al genoeg, het eerste klimwerk van de dag en dat in de vorm van een lange reeks trappen. Het zou vandaag een heuse trappentocht worden, dat konden we voordien al vernemen via gevonden info op internet. We kregen al vrijwel dadelijk een idee, hoe de leefomstandigheden destijds moeten zijn geweest, vermits we op weg waren naar het oude stadsgedeelte van Liège. De eerste trappen overwonnen, bereikten we boven de Rue St.-Hubert en de Rue Ste. Croix. Het ging dan ook rechtsaf naar de collegiale kerk, jammer genoeg momenteel in de steigers. Via een brug staken we de spoorweg over, alwaar zich voorheen het oude station ‘Gare du Palais’ bevond. We verkregen hier reeds een schitterend zicht op het bisschoppelijk paleis.

We draaiden nadien de rechts gelegen Rue Volière in en konden opnieuw beginnen aan een beklimming. We bevonden ons dan ook meteen in één van de oudste wijken van de stad. Wat verderop, ter hoogte van de Rue de Pierreuse, daalden we opnieuw af richting vernoemd paleis. Zowat halverwege de afdaling ging het tussen de huizen door via een stel trappen naar de Terrasses des Minimes. Vanaf nu zouden we geruime tijd enkele aangebrachte groene pijlen volgen van de plaatselijke ‘Sentiers des Coteaux’. Op die manier volgden trappen en steegjes, terrassen en graspaden elkaar op. We stegen steeds hoger en af en toe kregen we dan ook een schitterend uitzicht over de lager gelegen stad. De Maas schitterde in het zonlicht en de kerktorens waren amper te tellen. Op één van de terrassen vonden we dan ook een picknickbank en konden daar genieten van een broodje, onderwijl kijkend naar de stad en de weidse omgeving. What goes up... we hebben het al vaker ervaren. Via een smalle asfaltweg ging het even later tussen de bomen naar beneden, tot we opnieuw trappen kregen te verwerken, echter ditmaal in dalende lijn.

Heel wat later bereikten we beneden de Montagne de Bueren. Toen we dachten de laatste trappen te hebben gehad, bemerkten we om de hoek een trap om U tegen te zeggen. Een trap van maar liefst 374 treden, te beklimmen weliswaar. Er hangt zelfs een brokje geschiedenis aan verbonden, maar dan moeten we terug naar de 15de eeuw, waar sprake is van de Franchimontezen en de Bueren. Onder een ondertussen loodzware zon begonnen we dan ook aan de beklimming van deze monumentale trappenreeks. Des te hoger we stegen, hoe indrukwekkender het uitzicht achter ons werd. Boven bereikten we gelukkig een rustbank, waar even dankbaar gebruik werd van gemaakt. Een gedenkplaat aan de gevel herinnert aan deze veldslag in de nacht van 29 op 30 oktober 1468. We bevonden ons op deze hoogte in de wijk Au Péri. Na een korte rustpauze wandelden we nog een eindje verder hogerop, naar het monument van het 14de Linieregiment. Een indrukwekkend monument, weliswaar enkel te bereiken via... jawel een reeks trappen. Maar het moet gezegd, het uitzicht loonde de moeite. Ondertussen was het reeds 12:45 uur en was het zwaarste gedeelte achter de rug. We wandelden verder langsheen de muur van de Citadelle, alwaar we even verder nog een mooi uitzichtpunt bereikten. Op een bankje konden we even de dorst lessen en kijken naar de samenkomst van de Maas en de Ourthe.

Wat lager bereikten we tenslotte de eerste huizen en net daar voorbij, ging het steil naar beneden, via een reeks trappen. Na de trappen wandelden we langsheen een smal asfaltpaadje verder naar het dal. We kregen er zicht op de oude mijnterrils van Herstal. Op die manier daalden we verder af en bereikten uiteindelijk heel wat lager opnieuw de bewoonde wereld. We trokken enigszins door een verpauperde buurt, wat duidelijk zichtbaar was aan de staat van de woningen, het zwerfvuil en de grote hoeveelheid onkruid op de trottoirs. Ook ging het langsheen een klein gedenkteken ter ere van twee in 2006 vermoorde halfzusjes Nathalie en Stacy. We staken de spoorweg over via een brug en gingen vervolgens de rechts gelegen rue Vivegnis in. Deze lange straat, zowat doorheen een achterbuurt van de stad, zou ons brengen tot aan de Place Saint-Léonard. Ook hier alweer heel wat armoede en tevens de eerste kleine steegjes waar men nog lijkt te leven in de jaren achttienhonderd. Blijkbaar vormen ook hier de vreemdelingen de overgrote meerderheid van de bewoners.

Eenmaal dit plein bereikt, dienden we toch even de weg te vragen, teneinde de juiste route te behouden. Hier bevonden we ons zowat op de overgang tussen de arme Sint-Leonardwijk en de wijk Hors-Château. We volgden dan ook verder de rue Hors-Château, waar we werden gefascineerd door de kleine steegjes rechts, de zogeheten ‘impasses’ waar de tijd lijkt stil te staan. Vaak was de toegang tot het erachter gelegen pleintje vaak amper zichtbaar. Maar eens de steeg ingewandeld kregen we schitterende gevels te zien. Tenslotte bereikten we opnieuw het drukke centrum van de stad en namen even de tijd om te genieten op een terrasje van een welverdiend drankje. We vonden dan ook dat ‘Le Huit’ aan onze eisen voldeed. Het was zowat 14:30 uur en onze wandeltocht was ten einde. Na deze verdiende zonnepauze, wandelden we nog langs het monument van de stad, Le Perron, om vervolgens tegenover de zuil de rue de la Violette te nemen. Hier waren we gekomen aan het einde van het beschreven traject doorheen Liège.

Aangezien we nog voldoende de tijd hadden, alvorens de terugreis per trein aan te vangen, bezochten we van nabij nog enkele bezienswaardigheden. Het voormalige stadhuis en het bisschoppelijk paleis bekeken we van nabij. Nadien bezochten we de indrukwekkende kathedraal en de in de nabijheid gelegen Eglise St.-Jacques. Tot slot wandelden we nog een stukje doorheen enkele winkelstraten, proefden een Luikse wafel en namen afscheid van de stad met een halte op een laatste terrasje. Nadien begonnen we aan de lange terugweg richting station Liège-Guillemins, alwaar we even na 18:00 uur de trein konden nemen huiswaarts. Vandaag lukte het dan ook om doorheen de stad zowat 13,780 km af te leggen in een tijd van 3.26.35 uur, goed voor 649,4 cal en 18374 stappen. Het was dan ook behoorlijk laat toen we uiteindelijk onze thuishaven opnieuw hadden bereikt.”