Een tocht, waarvan we het traject volgden in
Frans-Vlaanderen.
“We kozen toen voor een tocht uit de
‘Dagstappergids Frans-Vlaanderen’, meer bepaald een wandeling van 22,5 km in de
omgeving van Bergues, of op zijn Vlaams Sint-Winoksbergen. Een vroege autorit
bracht ons naar de startplaats, met name de parking nabij het ‘Fort Vallières’,
gesitueerd langsheen het Canal de Bergues. We vertrokken dan ook op de parking
en wandelden langsheen een racecircuit voor schaalmodellen, richting
voetbalvelden. Via enkele paden tussen het groen, onder andere de Allée du Fort
Vallières, bereikten we korte tijd later de weg langsheen het Canal de Bergues,
welke we volgden in de richting van Dunkerque. Ter hoogte van een
hoogspanningslijn, verlieten we de openbare weg, om via een rechts gelegen
graspad de natuur in te trekken. Het ging enkele keren onder de
hoogspanningslijn door, tot we geruime tijd later het Bois des Forts bereikten.
We bemerkten toen ook de eerste aanduidingen van de GR120, die we vanaf nu over
lange afstand zouden volgen.
In hoofdzaak steeds de hoofdweg doorheen het
bos, met andere woorden een breed grindpad. Op die manier ging het via de Allée
de la Pépinière, de Allée de Mésanges en de Allée des Loriots naar het bekende
golfterrein nabij Bergues. Een wandeling langsheen de achterkant van het
golfterrein en aansluitend de oversteek van een parking, deed ons aankomen in
de Allée de Bergeronnettes en vervolgens de Allée des Ramiers en de Allée de
Bergues. Stilaan naderden we het einde van het Bois des Forts en liet het brede
grindpad ons uitkomen ter hoogte van het Canal de Bergues. De eerste huizen van
het stadje werden zichtbaar. Het ging vervolgens via de weg richting Bergues,
waarbij we het sas overstaken. Hier ging de GR120 linksaf en wandelden we
langsheen de links gelegen volkstuintjes en de rechts gelegen slotgrachten
omheen de vesting Bergues. Een smal kronkelend paadje bracht ons uiteindelijk
tot aan één stenen brug en via de Porte aux Boules, bereikten we één van de
vier toegangspoorten tot de stad, de Porte d’Hondschoote.
Hier ging het nog niet onmiddellijk richting
centrum van Bergues, doch we dienden vooreerst een tijdje parallel te wandelen
met de omwalling van de stad. Na het oversteken van de Avenue de la Liberté,
ging het via enkele trappen naar het wandelpad boven op de omwalling. Hier
verkregen we een prachtig zicht op de omgeving van Bergues. We wandelden
bijgevolg verder op de omwalling. Na enkele haakse bochten verlieten we via
enkele trappen even de vestingmuur en trokken naar het park ter hoogte van de
Groenberg. Hier vonden we midden het park een café en namen er even de tijd om
te genieten van een kopje koffie. In de omgeving waren reeds de restanten te
zien van de voormalige abdij van Sint-Winok en de bijhorende Tour Pointue. Na
deze korte rustpauze, ging het dan ook naar de top van de Groenberg en stonden
we aan de voet van de voormalige abdij.
Nadien verlieten we deze site via een oude
toegangspoort en wandelden een stukje doorheen het oude stadgedeelte van
Bergues. Op die manier ging het opnieuw in de richting van de omwalling. Op dat
moment verlieten we het traject van de GR120, welke verder verliep richting
centrum van Bergues. Even later bereikten we opnieuw de vestingmuur, doch
ditmaal ging het naar beneden en trokken we langsheen dikke muren voorzien van
ontelbare schietgaten. We verlieten uiteindelijk terug de omwalling via de oude
Tour des Couleuvriers, waarvan we de doorgang gebruikten. Op die manier stonden
we terug buiten de vesting. Een klein ommetje langsheen een sportterrein, liet
ons wandelen in de richting van een tweede toegangspoort tot de stad, de Porte
de Cassel, via dewelke we opnieuw de stad introkken. Eenmaal voorbij de poort
ging het onmiddellijk links, om terug via de omwalling verder te wandelen,
langsheen het Nekerstor tot aan een derde toegangspoort tot de stad, de Tour de
Bierne. We verlieten opnieuw de vesting, staken de drukke weg over en namen
even de tijd om een hapje te eten, ter hoogte van het station van Bergues.
Enkele nieuwe zitbankjes nodigden immers uit om even te genieten van het
zonnetje.
Het wandelparcours volgend, zouden we nu een
tijdje de stad achter ons laten liggen. Even later ging het via de
toepasselijke Rue de la Gare, over de spoorlijn Rijsel – Duinkerke. Via een
nieuw aangelegd wandelpad, ging het over de Schelf Vliet, richting binnenland. We
wandelden een tijdje over het traject van de nieuw aangelegde Sint-Winoc Route.
Uiteindelijk bereikten we de Route de Bergues en ging het verder richting
Bierne, een dorpje in de omgeving van Bergues. We passeerden een kapelletje ter
ere van de heilige Appolonia en even verder stonden we aan de grens met het
dorpje Bierne. Juist vóór het bord met de naam van de gemeente, ging het
linksaf doorheen een nieuw aangelegd park. Op die manier trokken we omheen het
dorpje. We wandelden verder richting Petit-Millebrugghe, om de Haute Colme te
bereiken, een kanaal richting Bergues.
Ter hoogte van de brug, kozen we het jaagpad
naast de Haute Colme om op die manier terug te wandelen richting vesting
Bergues. Na een tijdje te hebben genoten van de prachtige omgeving onderweg,
kwamen we uit ter hoogte van de voormalige Draey Brugghe, om het kanaal over te
steken. We bevonden ons toen op het traject van de Groenberg Route. We konden
even een kijkje nemen op de begraafplaats van Bergues, alwaar zich trouwens een
Franse militaire begraafplaats bevond. We naderden nadien opnieuw één van de
toegangspoorten tot de stad, de Porte de Dunkerque. Het ging nu voor de laatste
keer opnieuw de stad in. Even voorbij de poort troffen we de taverne Vauban
aan, tijd om even de dorst te lessen bijgevolg. Een frisse pint smaakte er
overheerlijk. Een tijdje later ging het langsheen de slotgracht en een laatste
stukje omwalling naar de Porte d’Hondschoote.
Op die manier hadden we omheen de hele stad
Bergues gewandeld. Ter hoogte van deze laatste poort, ging het linksaf en
lieten we vrij vlug de stad achter ons. We passeerden voor de tweede keer het
sas ter hoogte van het Canal de Bergues. Het laatste stukje wandelweg leidde
ons langsheen het Canal, tot we zowat 2,5 km verder het Fort Vallières
bereikten. Weliswaar niet toegankelijk, konden we toch enkele foto’s nemen van
de toegang tot deze voormalige militaire vesting. Korte tijd later stonden we
opnieuw op de parking, alwaar we ’s ochtends aan deze mooie dagtocht waren
begonnen. Enigszins moe, maar voldaan konden we beginnen aan de terugreis
richting Belgisch-Vlaanderen.”
We sluiten af met een blik in de wandelboekjes.
Ook daarin werden enkele eerste indrukken neergeschreven. ‘K: Bergues.
Versterkingen en fortificaties. Vauban. J: Bergues. Tocht langsheen de
vestigingen omheen de stad. Zonnig wandelweer.’
Wanneer ik het laatst geposte rijtje afga dan glimlach ik wel even. Maar meteen komt ook de vraag waarom Frans Vlaanderen zoveel aantrekkelijker lijkt dan bijv. onze kust? of ons platteland en omstreken. Is het gras dan echt niet groener voorbij de grens? met het weetje erbij dat dit toch ooit tot ons landje behoorde. ♥
BeantwoordenVerwijderen