dinsdag 26 mei 2020

252: Bergues, Zaterdag 26 mei 2012, 22,5 km. (5017,639 km.)



Een tocht, waarvan we het traject volgden in Frans-Vlaanderen.

“We kozen toen voor een tocht uit de ‘Dagstappergids Frans-Vlaanderen’, meer bepaald een wandeling van 22,5 km in de omgeving van Bergues, of op zijn Vlaams Sint-Winoksbergen. Een vroege autorit bracht ons naar de startplaats, met name de parking nabij het ‘Fort Vallières’, gesitueerd langsheen het Canal de Bergues. We vertrokken dan ook op de parking en wandelden langsheen een racecircuit voor schaalmodellen, richting voetbalvelden. Via enkele paden tussen het groen, onder andere de Allée du Fort Vallières, bereikten we korte tijd later de weg langsheen het Canal de Bergues, welke we volgden in de richting van Dunkerque. Ter hoogte van een hoogspanningslijn, verlieten we de openbare weg, om via een rechts gelegen graspad de natuur in te trekken. Het ging enkele keren onder de hoogspanningslijn door, tot we geruime tijd later het Bois des Forts bereikten. We bemerkten toen ook de eerste aanduidingen van de GR120, die we vanaf nu over lange afstand zouden volgen.

In hoofdzaak steeds de hoofdweg doorheen het bos, met andere woorden een breed grindpad. Op die manier ging het via de Allée de la Pépinière, de Allée de Mésanges en de Allée des Loriots naar het bekende golfterrein nabij Bergues. Een wandeling langsheen de achterkant van het golfterrein en aansluitend de oversteek van een parking, deed ons aankomen in de Allée de Bergeronnettes en vervolgens de Allée des Ramiers en de Allée de Bergues. Stilaan naderden we het einde van het Bois des Forts en liet het brede grindpad ons uitkomen ter hoogte van het Canal de Bergues. De eerste huizen van het stadje werden zichtbaar. Het ging vervolgens via de weg richting Bergues, waarbij we het sas overstaken. Hier ging de GR120 linksaf en wandelden we langsheen de links gelegen volkstuintjes en de rechts gelegen slotgrachten omheen de vesting Bergues. Een smal kronkelend paadje bracht ons uiteindelijk tot aan één stenen brug en via de Porte aux Boules, bereikten we één van de vier toegangspoorten tot de stad, de Porte d’Hondschoote.

Hier ging het nog niet onmiddellijk richting centrum van Bergues, doch we dienden vooreerst een tijdje parallel te wandelen met de omwalling van de stad. Na het oversteken van de Avenue de la Liberté, ging het via enkele trappen naar het wandelpad boven op de omwalling. Hier verkregen we een prachtig zicht op de omgeving van Bergues. We wandelden bijgevolg verder op de omwalling. Na enkele haakse bochten verlieten we via enkele trappen even de vestingmuur en trokken naar het park ter hoogte van de Groenberg. Hier vonden we midden het park een café en namen er even de tijd om te genieten van een kopje koffie. In de omgeving waren reeds de restanten te zien van de voormalige abdij van Sint-Winok en de bijhorende Tour Pointue. Na deze korte rustpauze, ging het dan ook naar de top van de Groenberg en stonden we aan de voet van de voormalige abdij.

Nadien verlieten we deze site via een oude toegangspoort en wandelden een stukje doorheen het oude stadgedeelte van Bergues. Op die manier ging het opnieuw in de richting van de omwalling. Op dat moment verlieten we het traject van de GR120, welke verder verliep richting centrum van Bergues. Even later bereikten we opnieuw de vestingmuur, doch ditmaal ging het naar beneden en trokken we langsheen dikke muren voorzien van ontelbare schietgaten. We verlieten uiteindelijk terug de omwalling via de oude Tour des Couleuvriers, waarvan we de doorgang gebruikten. Op die manier stonden we terug buiten de vesting. Een klein ommetje langsheen een sportterrein, liet ons wandelen in de richting van een tweede toegangspoort tot de stad, de Porte de Cassel, via dewelke we opnieuw de stad introkken. Eenmaal voorbij de poort ging het onmiddellijk links, om terug via de omwalling verder te wandelen, langsheen het Nekerstor tot aan een derde toegangspoort tot de stad, de Tour de Bierne. We verlieten opnieuw de vesting, staken de drukke weg over en namen even de tijd om een hapje te eten, ter hoogte van het station van Bergues. Enkele nieuwe zitbankjes nodigden immers uit om even te genieten van het zonnetje.

Het wandelparcours volgend, zouden we nu een tijdje de stad achter ons laten liggen. Even later ging het via de toepasselijke Rue de la Gare, over de spoorlijn Rijsel – Duinkerke. Via een nieuw aangelegd wandelpad, ging het over de Schelf Vliet, richting binnenland. We wandelden een tijdje over het traject van de nieuw aangelegde Sint-Winoc Route. Uiteindelijk bereikten we de Route de Bergues en ging het verder richting Bierne, een dorpje in de omgeving van Bergues. We passeerden een kapelletje ter ere van de heilige Appolonia en even verder stonden we aan de grens met het dorpje Bierne. Juist vóór het bord met de naam van de gemeente, ging het linksaf doorheen een nieuw aangelegd park. Op die manier trokken we omheen het dorpje. We wandelden verder richting Petit-Millebrugghe, om de Haute Colme te bereiken, een kanaal richting Bergues.

Ter hoogte van de brug, kozen we het jaagpad naast de Haute Colme om op die manier terug te wandelen richting vesting Bergues. Na een tijdje te hebben genoten van de prachtige omgeving onderweg, kwamen we uit ter hoogte van de voormalige Draey Brugghe, om het kanaal over te steken. We bevonden ons toen op het traject van de Groenberg Route. We konden even een kijkje nemen op de begraafplaats van Bergues, alwaar zich trouwens een Franse militaire begraafplaats bevond. We naderden nadien opnieuw één van de toegangspoorten tot de stad, de Porte de Dunkerque. Het ging nu voor de laatste keer opnieuw de stad in. Even voorbij de poort troffen we de taverne Vauban aan, tijd om even de dorst te lessen bijgevolg. Een frisse pint smaakte er overheerlijk. Een tijdje later ging het langsheen de slotgracht en een laatste stukje omwalling naar de Porte d’Hondschoote.

Op die manier hadden we omheen de hele stad Bergues gewandeld. Ter hoogte van deze laatste poort, ging het linksaf en lieten we vrij vlug de stad achter ons. We passeerden voor de tweede keer het sas ter hoogte van het Canal de Bergues. Het laatste stukje wandelweg leidde ons langsheen het Canal, tot we zowat 2,5 km verder het Fort Vallières bereikten. Weliswaar niet toegankelijk, konden we toch enkele foto’s nemen van de toegang tot deze voormalige militaire vesting. Korte tijd later stonden we opnieuw op de parking, alwaar we ’s ochtends aan deze mooie dagtocht waren begonnen. Enigszins moe, maar voldaan konden we beginnen aan de terugreis richting Belgisch-Vlaanderen.”

We sluiten af met een blik in de wandelboekjes. Ook daarin werden enkele eerste indrukken neergeschreven. ‘K: Bergues. Versterkingen en fortificaties. Vauban. J: Bergues. Tocht langsheen de vestigingen omheen de stad. Zonnig wandelweer.’

1 opmerking:

  1. Wanneer ik het laatst geposte rijtje afga dan glimlach ik wel even. Maar meteen komt ook de vraag waarom Frans Vlaanderen zoveel aantrekkelijker lijkt dan bijv. onze kust? of ons platteland en omstreken. Is het gras dan echt niet groener voorbij de grens? met het weetje erbij dat dit toch ooit tot ons landje behoorde. ♥

    BeantwoordenVerwijderen