dinsdag 24 maart 2020

076: Lustin, Zondag 26 april 2009, 19 km. (1405,195 km.)



Een wandeling waaraan we deelnamen in clubverband. Deze georganiseerde wandeltocht, werd voorheen in de wandelgids Marching, editie 2009, als volgt aangekondigd: ‘Zondag – Dimanche, 26/04/2009 – 5170 Profondeville (Namur) – 18ème Marche des Primevères, 6-12-21-30 km. Les Hull’ottes Profondeville. Départ: Salle Le Foyau, Lustin. Parcours boisés, sentiers, circuit vallonné.’ Na afloop schreven we nog dezelfde avond het volgende wandelrelaas omstreeks 20:01 uur.

“Vandaag begon de dag vroeg, toen om kwart na vijf de klokradio zijn muziek liet horen. We hadden immers een afspraak in Assenede, waar omstreeks kwart na zeven de bus vertrok van onze wandelclub ‘De Kwartels’. Bestemming voor vandaag: Lustin in de provincie Namur. Daar werd een wandeltocht ingericht door de club ‘Les Hull'ottes’ uit Profondeville. Deze tocht ‘Marche des Primevères’ ging van start in de Salle le Foyau in het dorpje Lustin. Er kon worden gekozen uit afstanden van 6 - 12 - 21 en 30 km. Gezien de slechte weersomstandigheden bij de start van de wandeling, alsook de tijdslimiet voor de terugreis van onze bus, kozen we voor de afstand van 21 km. Uiteindelijk bleken dit 19 km te zijn, doch gelet op de begaanbaarheid van het terrein, alsmede de diverse hoogteverschillen, vonden we dit toch een zware wandeling. Zoals reeds gezegd gingen we van start in de regen en verlieten we de kleine dorpskom, om de ‘Sentier N° 20 Lustin – Tailfer’ op te gaan. Dit pad verdween al vlug in de bossen en kregen we een lange, steile en gevaarlijke afdaling te verwerken. Menig wandelaar schoof onderuit en belandde op het zitvlak.

Deze afdaling duurde zowat drie kwartier, tot we beneden een asfaltweg bereikten, die naar rechts liep en inderdaad terug de hoogte inging. Op het einde van deze weg bereikten we na 2,7 km onze eerste rustpost, gelegen in een garagebox in het plaatsje Tailfer. Na deze eerste welverdiende halte, dienden we een eindje terug te keren op de asfaltweg, om rechts op te draaien, opnieuw in de richting van het bos. We bevonden ons in de Rue des Acremonts, gelegen op een hoogte van 135 m. Een bordje gaf aan dat we de ‘Promenade des Acremonts’ gingen volgen en dat betekende een lang steil bospad naar omhoog. Onderweg kwamen we enkele mountainbikes tegen, waarvan sommigen eveneens onderuit gingen en pijnlijk terecht kwamen op de stenen op het pad. Na een hele tijd klimmen, ondertussen was het opgehouden met regenen, bereikten we de ‘Haut du Bois’, op een hoogte van 240 m. Er volgde nu een lang bospad, min of meer vals plat, waar we achtereenvolgens volgende hoogtes bereikten: Les Acremonts op 240 m, Bois de Naquion op 270 m. Na het bereiken van dit laatste punt, liep het bospad alweer in dalende lijn, richting tweede rustpost, gelegen in een garagebox te Sart Bernard (Assesse).

Bij het bereiken van deze rustplaats, hadden we ondertussen reeds 9,4 km achter de rug, het leken er ons inziens dubbel zo veel te zijn. Na opnieuw de inwendige mens te hebben gesterkt, trokken we op pad. Eerst een eindje asfalt, waarna we vervolgens links een grindpad opdraaiden, de ‘Chemin de la Vierge Noire’. Dit pad liep blijkbaar parallel met de GR575. Heel vlug verdween dit pad in de bossen, waar we eerst een kleine afdaling te verwerken kregen, waarna, u raadde het al, de weg opnieuw steil bergop ging. Bij momenten kregen we een flauw zonnetje en dat maakte dat de regenbroeken te warm werden. Op het einde van deze helling, ter hoogte van het beeld van de Vierge Noire, konden we onszelf verlossen van die ondertussen overbodige kledij. We bevonden ons toen op een hoogte van 278 m. Vervolgens staken we de weg over, om nadien langs een kasteel te wandelen en via veldwegen terug in de richting van de bewoonde wereld te gaan. Wat verder bereikten we een klein dorpje, Yvoy, waar we na 14,2 km, opnieuw een controlepost bereikten.

Van wc's was er nergens sprake, zodat beroep werd gedaan op de schuilmogelijkheden van de natuur, om even het nodige te doen. Terug op weg voor het laatste deel van de wandeling, bereikten we na enkele betonbaantjes, het ULM vliegveld van Maillen, na vele velden met koolzaadbloemen te zijn voorbij gewandeld. In de verte zagen we reeds het dorpje Lustin en na een weliswaar lastige, maar prachtige wandeling, maakten we nog een ommetje langs een tweetal kapellen, om terug de plaats van vertrek te bereiken. We hadden nog voldoende de tijd om iets te nuttigen en nadien de bus op te zoeken voor de terugreis. Jammer dat de weergoden ons vandaag niet gunstig gezind waren, doch als eerste kennismaking met de busreizen van de Kwartels, zijn we als tevreden wandelaars terug huiswaarts gereden. Morgen zullen we het waarschijnlijk in de benen wel voelen, dat er vandaag weinig vlakke meters wandelpaden werden bewandeld.”

Om dit wandelverslag af te sluiten, laten we nog even zien, wat destijds werd genoteerd in de wandelboekjes, na afloop van deze dagtocht: ‘K: Busreis ‘De Kwartels’ naar Lustin. Veel bos, zwaar! Door de regen soms gevaarlijk. Veel natuur! J: Mooie maar lastige wandeling doorheen de bossen rond Lustin. Onze eerste busreis met ‘De Kwartels’.

1 opmerking:

  1. Een prima wandeling leerde onze ervaring daar, al was de regen overbodig. Wallonië op zich vind ik wel een uitgelezen wandelgebied. Over die georganiseerde busritten heb ik zo mijn mening ;-)

    BeantwoordenVerwijderen