donderdag 19 maart 2020

062: Zellik, Zaterdag 14 maart 2009, 18,3 km. (1124,07 km.)



Een wandeling te Zellik. Deze tocht werd destijds op voorhand aangekondigd in de wandelgids Marching, editie 2009, als volgt: ‘Zaterdag – Samedi 14/03/2009 – 1731 Zellik (Vlaams-Brabant). Bavotocht, 6-14-21-42-50 km. De Trekplosters Zellik-Asse. Start: Gemeentelijke Feestzaal. Uitgezochte wandelpaden in volle natuur, doorheen het golvende Pajottenland met zijn typische pittoreske dorpjes. Verzorgde controleposten. Ruime parking.’ Na afloop verzorgde wandelmaatje het hierna volgend relaas, op zaterdag 14 maart 2009 omstreeks 15:26 uur.

“Toen we vanochtend richting Zellik reden, beloofde het een stralende lentedag te worden. Helaas zou ook deze dag het tij keren, om te resulteren in een typisch Belgische bui. Samen met de Trekplosters van Zellik-Asse, hadden we echter een verrassende tocht. Dat de randgemeenten rond Brussel toch groen te bieden hebben is maar een detail. Het andere is dat wanneer men door een woonwijk loopt, men daar plots een akker of een boomgaard kan tussen treffen. Wij doorkruisten tal van gemeenten, waarvan het parcours vrij hellend is, met name kwamen we soms enkele kuitenbijters tegen. Via Zellik, waar de inschrijving lag, ging het door Groot Bijgaarden, Sint-Ulriks-Kapelle en zo tot in Dilbeek. Hier hadden we onze eerste rustpost in het parochiaal centrum Savio. Goed verzorgd en met voldoende zitplaatsen werden we daar ontvangen.

Via Sint-Martens-Bodegem liep de tocht verder richting Bekkerzeel. Op onze weg zagen we een elektriciteitscentrale, die goed was voor 380 kilovolt. Men hoorde de transformatoren gonzen. In Bekkerzeel hadden we rust in het gezellig buurtcafeetje Ten Hove. Na een pauze gingen we verder, om zo weer Asse te bereiken. Soms ging het stijgend en dan weer dalend en zie je het einde van de weg niet. In de gemeente Bekkerzeel stonden we even stil, bij de gedenkplaat op een huis die vermeldt: ‘Hier werd tijdens de Brabantse Omwenteling in 1789 het bevel door de leider van de democraten Vonck overgedragen aan Generaal J.a van der Mersch.’

Zo blijkt dat elke gemeente een geschiedenis kan hebben. Het laatste stuk van ons 18 km lang parcours, verliep door de ietwat grijze industriezone, om tot slot in de gemeentelijke feestzaal van Zellik aan te komen. De dames van de leidende club waren druk in de weer, spek met eieren te bakken. Ook hier weer een ruime zaal met een vriendelijke bediening. Om even terug te komen op de kuitenbijters ... handle them with care terwijl mijn teentjes nog nazinderen. Onderweg was ik toch weer vertederd, door enkele pluisbollen langs de weg, die even genoten van een zachte streling. Morgen stappen?”

Natuurlijk mogen, zoals steeds bij de weergave van een wandelverhaal, de eerste neergeschreven indrukken in de wandelboekjes niet ontbreken: ‘K: Brusselse randgemeenten. Zellik, Groot-Bijgaarden, St. Ulriks Kapelle, Dilbeek, St. Martens Bodegem, Asse, Bekkerzeel. Verrassend soms; J: Tocht doorheen Zellik, Groot-Bijgaarden, Sint Ulriks Kapelle, Dilbeek, Sint Martens Bodegem, Asse, Bekkerzeel en terug... Aanvankelijk zon, later bewolkt en regen op weg naar huis.’

1 opmerking:

  1. Spijtig dat zulke gedrochten het landschap een minpunt geven, al zijn ze in onze samenleving noodzakelijk ♥

    BeantwoordenVerwijderen