Posts tonen met het label Château Chastenay. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Château Chastenay. Alle posts tonen

woensdag 25 november 2020

423: Arcy-sur-Cure, Dinsdag 11 juli 2017, 25,393 km. (8625,652 km.)

“Na een nachtje slapen in de tent op de camping in Arcy-sur-Cure, af en toe gewekt door wat neerslag, konden we beginnen aan de laatste etappe op weg naar Vézelay. Na de gebruikelijke rituelen ’s ochtends en het nemen van enkele foto’s als afscheid, konden we omstreeks 08:30 uur van start. Het beloofde nog een lange en vooral vermoeiende laatste etappe te worden. We verlieten het kampeerterrein en volgden opnieuw het smalle wandelpad, evenwijdig aan La Cure, om terug aan te komen ter hoogte van de D227, de Rue du Pont. We begaven ons naar rechts en overschreden de Cure via de brug. De Rue du Pont naar links volgend, bereikten we even later de Mairie van Arcy-sur-Cure, weliswaar nog gesloten op dit ochtendlijk uur. Net voor de Mairie volgden we links de D237, de Rue du Château, om even verder, een links gesitueerd steil pad op te gaan, Le Château. Bezijden de weg troffen we een wandelbord aan met de volgende informatie: GR13 – Saint-Moré 1h30, Vézelay 7h30. Zo hadden we tenminste een idee van wat ons die dag nog te wachten stond. Meteen verdwenen we onder het gebladerte van de bomen en werd het licht enigszins minder helder. Het pad lag glibberig omwille van de felle regen van de dag voordien.

Het grindpaadje daalde even later langsheen de muur van het Château Chastenay rechts, waarvan we amper iets konden bemerken. De hoge kasteelmuren en de wildgroei er omheen, beletten het zicht vanuit deze positie. Eenmaal voorbij de muren bereikten we een open plek, waar we zicht kregen op één van de torens van het kasteel. We bevonden ons thans in de Grande Rue van het gehucht Val Sainte-Marie. Een smal steil asfaltwegje tussen de woningen door, liet ons even hogerop de bredere Grande Rue bereiken. We wonnen nog steeds aan hoogte en wandelden verder tussen de woningen. Nagenoeg het hoogste punt van de Grande Rue bereikt, passeerden we een rechts gelegen mooie oude hoeve, eerder een voormalig slot voorzien van een donjon. Nog steeds verder de Grande Rue volgend, bereikten we een splitsing, alwaar we de Grande Rue verlieten en de weg rechts volgden. Ook hier nog steeds wat klimwerk voor de boeg. Eenmaal de laatste huizen voorbij, bereikten we open veld en kregen we zicht op de omliggende graanvelden, maar vooral op de omringende beboste heuvels. De lucht zag er bijzonder dreigend uit en af en toe voelden we een verloren druppel regen.

Een grindweg leidde ons langsheen velden links en af en toe een klein perceel bos rechts. We bereikten wat later een kruispunt van veldwegen, alwaar zich een verroest metalen kruis bevond op een stenen sokkel; Ook hier alweer een hoop kleine steentjes, nagelaten door vorige plegrims. We hebben er dan ook een steentje aan toegevoegd, zodat nakomers nog beter de te volgen richting kunnen aanhouden. Ter hoogte van het kruis ging het vervolgens haaks linksaf en betraden we een graspad dat ons leidde naar het nabijgelegen bos. Korte tijd later bevonden we ons op een smal bospad dat dieper het bos inging. Ook hier af en toe een modderige passage omwille van de neerslag tijdens de vorige nacht en dag. Ook dit pad verliep niet echt vlak en meermaals volgde een lichte klim of afdaling. Omstreeks 10:00 uur bereikten we een punt alwaar we zicht kregen op La Roche-Taillée, een mooie rotsformatie langsheen de Cure. Trouwens deze waterloop kregen we af en toe te zien via een doorkijkje links. Het bospad leidde ons steeds verder weg van Arcy-sur-Cure. Geruime tijd later, daalde het pad geleidelijk en verlieten we het enorme bos. De bosweg maakte plaats voor de openbare weg en zo arriveerden we in de Rue du Crot. We hadden inmiddels Saint-Moré bereikt.

Via de kronkelende Rue du Crot naar links volgend, daalden we verder af naar het eigenlijke centrum van Saint-Moré. We wandelden dan ook voorbij het grensbord en even later kwamen de eerste woningen in zicht. Opnieuw de bewoonde wereld dus. We overschreden de spoorweg en kregen de kerk van Saint-Moré in zicht. Op het einde van de Rue du Crot bereikten we de dwars gelegen Rue de la Croix, net tegenover de plaatselijke Mairie. Links daarvan bevond zich de kerk van Saint-Moré en aldaar troffen we een schuilhuisje aan, voorzien van een zitbank. Het was zowat de eerste gelegenheid om even te pauzeren, sinds onze start eerder op de dag. De klok wees dan ook reeds 10:45 uur aan, toen we even konden genieten van een koel blikje cola. Terwijl we aldaar even genoten van een momentje rust, hadden we heel wat bekijks vanuit een woning aan de overzijde van de straat. Na dit oponthoud waren we klaar om onze volgende halteplaats te vervoegen, La Jarrie.

Na nog een laatste blik op de kerk, volgden we links de Rue de la Croix, voorbij de Mairie, weliswaar gesloten, een vertrouwd beeld ondertussen. Op het einde van de verharding van de Rue de la Croix, waar de weg overging in een deels grindpad, deels grasweg, verlieten we deze straat en begaven ons naar rechts via de Rue du Puits. Deze weg volgend, wandelden we even later langsheen de oever van de links stromende Cure en ontmoetten we enkele lokale bewoners, op zoek naar slakken. Blijkens hun getuigenis zijn deze diertjes zeer lekker om te eten en kunnen die vooral worden aangetroffen in de bermen, na hevige regenval. We konden dan ook enkele flinke exemplaren bekijken die ze reeds hadden buit gemaakt. We wandelden verder over deze aangename en vooral verkeersarme weg, onder het gebladerte van de omliggende bomen. Vervolgens gingen we onder een spoorweg brug door. Rechts van het smalle wegje kwamen we vaak langsheen enorme rotsformaties, die enigszins deden denken aan onze eigen Ardennen. Heel wat later, na te hebben genoten van deze prachtige wandelweg, eindigde de weg ter hoogte van de D950. We hadden inmiddels de Cure verlaten en bevonden ons in de nabijheid van Voutenay-sur-Cure.

Gekomen ter hoogte van deze drukke weg, dwarsten we de rijbaan, gingen enkele meters naar links, om vervolgens een veldweg op te gaan, welke schuin naar rechts verliep, min of meer evenwijdig aan de D950. Het pad was moeilijk begaanbaar omwille van het hoge gras, de aanwezigheid van onkruid en een wildgroei van struiken. Gelukkig eindige het pad wat verderop, ter hoogte van wat verharding en bereikten we opnieuw het traject van de GR13. Hier ging het linksaf en betraden we opnieuw een ander bos. Een smal rotsig pad leidde ons verder het donkere bos in. Onderweg kwamen we langsheen een soort menhir, welke ook reeds was voorzien van een berg kleine stenen. We hebben er opnieuw letterlijk ons steentje bijgedragen. Af en toe hoorden we wat neerslag, doch beschut door het gebladerte bleven we vooralsnog droog. Het pad doorheen het bos kronkelde enigszins en opnieuw hadden we herhaaldelijk enkele hoogteverschillen te overbruggen. Uiteindelijk draaide het pad langzaam naar links weg. Geruime tijd later, na een hele tijd het bospad te hebben bewandeld, bereikten we opnieuw de openbare weg. We sloegen de asfaltweg in naar links en begaven ons op die manier richting La Jarrie. In het begin stapten we nog onder de bomen door, tot we tenslotte opnieuw de open velden bereikten. Inmiddels bevonden we ons op de Route de Montillot. De weg verder bewandelend, kwamen de eerste woningen in zicht en bemerkten we rechts een grensbord ‘Lac Sauvin’ en links een ander grensbord ‘La Jarrie Cne de St Moré’.

Vooreerst kwamen we langsheen een links gelegen parkeerterrein, gevuld met Britse tourcars en wat verder het ‘Loisir – Yonne Centre d’Acceuil du Lac Sauvin’. Het was duidelijk dat hier heel wat Britse jongeren op taalstage waren. Tegenover het centrum bevond zich een klein parkje, voorzien van een petanquebaan, een zitbank en enkele speeltuigen. Het was ondertussen zowat 12:45 uur geworden en we waren stilaan toe aan een hapje en een drankje. We pauzeerden er dan ook geruime tijd, teneinde een kopje koffie te bereiden en wat brood met kaas en worst te nuttigen. Inmiddels was onze voorraad water nagenoeg opgebruikt, doch een lokale bewoonster, was even later bereid, onze fles opnieuw te vullen. Terwijl we genoten van een verdiende rustpauze, konden we bemerken dat stilaan de zon moeite deed, doorheen het wolkendek heen te breken. We zagen zelfs af en toe enkele blauwe gaten in de donkere lucht. We maakten er ook van de gelegenheid gebruik, even telefonisch contact op te nemen met het thuisfront. Een blik in onze wandelgids leerde ons, dat we nog zowat 11,9 km voor de boeg hadden tot aan de basiliek van Vézelay. Dus het werd beslist nog een pittige namiddagwandeling. Nadat alles opnieuw veilig was opgeborgen konden we terug op weg. We wandelden verder langsheen de Route de Montillot, welke overging in de Terres des Vallées.

Ter hoogte van een Y-splitsing verlieten we de openbare weg en wandelden schuin links verder via een grindpad, dat ons liet wandelen langsheen de rand van een links gelegen bos. Voorbij het bos verliep het brede grindpad verder tussen de omliggende akkers, om even verderop te eindigen ter hoogte van de D206. Hier staken we de weg over, om aan de overkant via een smal graspad het bos van Rochignard in te gaan. De zonneschijn dienden we opnieuw even te missen, gelet op het donker uitziende bospad dat we nu gingen bewandelen. Het gras maakte algauw plaats voor een stenen pad dan zich een weg zocht doorgeen het bos. Zowat een halve kilometer verder, dienden we linksaf te gaan en volgden de aangehouden richting om het ‘Croix de St. Hubert’ te bereiken dat zich in het bos bevond. We hadden aanvankelijk gedacht een metershoog kruis aan te treffen, doch in werkelijkheid betrof het een metalen kruis van amper één meter hoog, opnieuw voorzien van ontelbare steentjes, er gelegd door vorige pelgrims. We konden natuurlijk niet aan de verleiding weerstaan, hetzelfde gebaar te maken. We genoten er even van een rustpauze, eigenlijk drinkwaterpauze op een omgevallen boom. We waren de klok van 14:15 uur voorbij. Wat later wandelden we verder, nog steeds in dezelfde richting tot we een dwarsgelegen asfaltweg bereikten.

We konden nu opnieuw genieten van prachtige zonneschijn, alhoewel minder warm dan de eerste dagen het geval was geweest. Ter hoogte van de weg troffen we in de berm een kleine wandelpaal aan met de aanwijzing dat we ons bevonden op de GR13 en GR654. We staken de weg over en volgden aan de overzijde opnieuw een grindpad, dat wat verderop het bos inging. Korte tijd later bereikten we op een enigszins open plek in het bos een jachthut. Naast de hut bevond zich een wegwijzer, waarop we konden aflezen dat het nog 10 km wandelen was tot in Vézelay. Het was reeds even na 14:30 uur, doch we hadden zo een flauw vermoeden dat de afstand niet exact was. Na een korte zitpauze op een bankje aan de jachthut, ging het rechtsaf. Na een tweetal richtingsveranderingen verlieten we het bos en bereikten we de Rue de la Croix van het gehucht Les Hérodats. We bemerkten er naar schatting drie huizen. Toen we het bos verlieten en op de verharde weg richting woningen wandelden, kreeg maatje een kleine kriebel in de keel. Plots verscheen een man voor ons, welke uit één van de tegenover elkaar gelegen woningen kwam, met de vraag of mevrouw last had van een kleine hoestbui en iets wou drinken. De man drong aan, om vervolgens tegenover zijn woonst plaats te nemen aan een tuintafeltje en vlug ging hij in de woning een blikje cola halen. We hadden dan ook een aangenaam onderhoud met de man in kwestie welke het vooral had over de kleine adders die zich schuil hielden in de nabijheid van zijn woning.

Toen we even later, omstreeks 15:05 uur aanstalten maakten om onze weg te vervolgen en we vroegen of we schuld hadden voor het verkregen drankje, kregen we een resoluut ‘non’ te horen. Toch drongen we nadien aan op het verkrijgen van naam en adres, teneinde bij thuiskomst een kaartje te sturen als dank. Na onze behouden thuiskomst werd dan ook aan deze belofte voldaan. Met dank nogmaals aan de heer Francis Pinois. We wandelden bijgevolg nog een stukje doorheen de Rue de la Croix, tot waar de weg een bocht maakte naar rechts en wij rechtdoor een onverhard pad kozen. Op die manier verdwenen we vrij snel opnieuw in een stukje bos en begonnen aan een langzame afdaling. Tussen het gebladerte door kregen we voor het eerst zicht op een heuvel, met daar bovenop de basiliek van Vézelay, weliswaar nog een aantal kilometers verwijderd. Eenmaal doorheen het bosgebied, bereikten we een open grasvlakte en die leidde ons verder dalwaarts, richting D21. Zo kwamen we even later opnieuw terecht op de openbare weg en dit ter hoogte van de Rue des Maraîchers, behorende tot het gehucht Vaudonjon. Voor ons uit bemerkten we inmiddels de D21. We stapten een eindje doorheen de Rue des Maraîchers tot we de D21 bereikten, inmiddels behorende tot het grondgebied van Asquins. We staken deze drukke weg over en begaven ons over korte afstand naar links, om vervolgens een rechts gelegen grindpad op te gaan.

We vertoefden voor korte tijd opnieuw onder het gebladerte van de bomen, dan weer eens langsheen de rand van het bos, om vervolgens de open vlakte te bereiken, tussen de graanvelden. Inmiddels genoten we opnieuw volop van de zon en was het steenslagpad, ondertussen een beter begaanbaar pad geworden. We wandelden duidelijk in de richting van de basiliek van Vézelay, die als het ware werkte als een magneet. De enorme heuvel in de verte, je kon er niet naast kijken. We daalden nog steeds geleidelijk af tussen de gewassen, toen we een tegemoet komende vrouw bemerkten, volledig gekleed in een wit gewaad. Ze kon de vergelijking met een engel amper weerstaan. Nabij gekomen hield de vrouw even halt en begon een gesprek. We informeerden terloops even of er in de buurt ergens iets kon worden gedronken, waarop we wegwijs werden gemaakt richting centrum van Asquins. Na een welgemeende groet, daalden we verder af naar de lager gelegen weg, de D123, de Route de Brosses. Hier zouden we volgens onze wandelgids rechtsaf dienen te gaan, tot aan een verder gelegen veldweg links. Dit ter hoogte van een rood kruis en een picknickbank. Voor ons bemerkten we reeds de kerk van Asquins. Gezien we echter nood hadden aan een drankje, zouden we hier het geplande parcours verlaten en de D123 volgen naar links, richting centrum van Asquins.

Alvorens echter deze weg te volgen, wandelden we toch even naar rechts tot aan het bewuste kruis, om aldaar omstreeks 17:30 uur nog even de inwendige mens te sterken. Wat brood en kaas zouden wellicht helpen om later de beklimming aan te vatten richting basiliek. Na een nogal laat vieruurtje, begonnen we aan de laatste kilometers richting einde van deze week stappen. We keerden een eindje op onze stappen terug langsheen de D123, richting centrum van Asquins. Het ging in eerste instantie via de Route de Brosses, we passeerden het grensbord van Asquins en vervolgens een bord dat aangaf, dat we ons bevonden in een ‘Commune du Parc Naturel Régional du Morvan’. Tenslotte bereikten we dan even later de eerste woningen van Asquins. We draaiden rechtsaf via de Place Saint-Luc Martin naar de verder gelegen Rue Saint Martin die we naar links volgden. Zo bereikten we vervolgens de drukke Route Nationale, de D951. Rechts om de hoek bemerkten we een café-bar, Les Hirondelles, alwaar we in open lucht konden plaats nemen op een terrasje. Onze klok wees 17:45 uur aan, we hadden bijgevolg nog ruimschoots de tijd om Vézelay te halen, vermits aldaar opvang was voorzien tot 19:00 uur en we bovendien voorheen reeds hadden gereserveerd. We lieten ons luttele ogenblikken later de 33cl cola heerlijk smaken. Vermits we van de route waren afgeweken, stond dan ook een bezoek aan de plaatselijk kerk niet langer op het programma.

Na deze wel verdiende pauze, waren we klaar om de laatste felle beklimming te ondergaan en Vézelay te ontdekken. We verlieten dan ook de D951, de Route Nationale, om de eerste straat rechts, de Grande Rue in te gaan. Meteen een splitsing en aldaar de Grande Rue verder gevolgd naar links en we wisten hoe laat het was. Het wandeltempo ging vrijwel onmiddellijk naar beneden, aangezien we begonnen aan de lange beklimming van deze straat. Tussen de huizen door, ondervonden we vrij snel hoe steil deze weg verliep. Toen we nagnoeg het einde van de Grande Rue hadden bereikt, troffen we in het midden van de weg een bronzen Sint-Jacobsschelp aan. Maatje poseerde dan ook gewillig even voor de camera. We waren echter nog lang niet aan het einde van onze lijdensweg. Op het einde van de Grand Rue splitste de weg zich ter hoogte van een pleintje. We hielden aldaar links aan en betraden de Rue de Vézelay, toepasselijker kon echt niet. Ondertussen zagen we de basiliek steeds naderbij komen, hoog boven onze hoofden heen. Een blik achterom liet de kerk van Asquins zien in het lager gelegen dal. Nog steeds verder klimmend, maakten de huizen plaats voor velden en akkers en hield even later de verharding op. We konden nu duidelijk voor ons de beboste heuvel zien, met bovenop de basiliek. De Rue de Vézelay werd steeds smaller, tot even later de verharding was verdwenen en de weg splitste in twee veldwegen. We namen hier het wegje rechts, een grasweg en wandelden tussen de lage heesters door. Nog steeds wonnen we aan hoogte. Na nog een kleine boszone kwamen we terecht op Les Champs de la Cordelle. Vóór ons uit stond een enorm kruis opgesteld, bovenop enkele rotsblokken.

Dit kruis markeerde de plaats alwaar Bernard van Clairvaux de tweede kruistocht had gepredikt. Voorbij het kruis troffen we een smal en steil pad aan, dat ons tenslotte liet aankomen ter hoogte van de basiliek van Vézelay. We waren de klok van 19:00 uur ondertussen nabij. We begaven ons dan ook in eerste instantie naar onze slaapplaats voor de komende nacht, met name het Centre Ste Madeleine. We werden er verwelkomd door Jacques en Marie, welke ons een slaapplaats toewezen. Korte tijd nadien, nadat we ons even hadden opgefrist konden we om 19:45 uur genieten van een avondmaal in het bijzijn van een aantal andere pelgrims. We verkregen er meloen met brood, gevolgd door worst, rijst en courgettes, om te eindigen met een dessert naar keuze: yochurt of cake. Uiteraard konden we tijdens de maaltijd genieten van een glaasje rosé. Na de nacht te hebben doorgebracht, konden we de dag nadien, woensdag 12 juli 2017, de mis bijwonen in het Centre Ste Madeleine. We kregen er na afloop de zegen van de pastoor. Na de mis genoten we om 08:30 uur van het ontbijt, samen met enkele inwoners van Vézelay, alsook de andere pelgrims welke vrij vlug Vézelay zouden verlaten op weg naar Santiago de Compostela of Assisi. Tijdens de rest van de voormiddag maakten we onze bagage klaar voor de terugreis en brachten een bezoekje aan de Mairie van Vézelay. Nadien maakten we nog een kleine wandeling doorheen Vézelay zelf en bezochten we vanzelfsprekend de basiliek.

Na nog enkele consumpties en de aanschaf van enkele souvenirs, werd het stilaan tijd om te denken aan de terugreis richting thuishaven. Omstreeks 14:55 uur namen we dan ook telefonisch contact op met Taxis du Crescent, welke ons zou toelaten het station van Semizelles te bereiken. We verlieten het Centre St Madeleine, na afscheid te hebben genomen van Jacques en Marie en daalden af naar het lager gelegen kruispunt. We konden er onze wandelkar demonteren en wachten tot de aankomst van de taxi. Na een hele tijd wachten, konden we om 16:05 uur de weg afleggen naar het station van Semizelles. Daar aangekomen werd het opnieuw wachten, vermits we pas een trein konden nemen om 20:28 uur met bestemming het station van Auxerre. Dat de terugreis niet zo vlot zou verlopen, dat hadden we reeds begrepen. Na enkele uren te hebben doorgebracht op het perron van het kleine station van Semizelles, konden we na een korte treinreis het station van Auxerre betreden. Vermits we pas de volgende ochtend omstreeks 04:40 uur de bus zouden kunnen nemen richting België, hadden we gepland om te overnachten in het station van Auxerre. We hadden echter buiten de waard gerekend, vermits het station werd gesloten tijdens de nacht. Er zat niets anders op dan de nacht door te brengen in een bushokje aan de voorzijde van het station, in afwachting van het aanbreken van de volgende dag.

Gelukkig verkregen we tijdens de nacht het gezelschap van een dame, welke blijkbaar de trein naar Troyes had gemist. Zo brachten we de nacht door, zij het dat het lange uren waren, alvorens we ’s ochtends vroeg gebruik konden maken van de diensten van Flixbus. Enigszins vermoeid na een slapeloze nacht, konden we dan op donderdag 13 juli omstreeks 04:40 uur de bus op in Auxerre met bestemming Paris (Quai de Bercy). Iets vóór zeven uur kwamen we op de vermelde bestemming aan, om er vervolgens te wachten op een bus met bestemming Brussel Noord. Het geplande vertrek was pas omstreeks 09:30 uur, dus andermaal een hele tijd wachten in een drukke stelplaats, waar heel wat reizigers wisselden van bus. De tweede busreis via Flixbus eindigde tenslotte ter hoogte van het station Brussel Noord, omstreeks 13:30 uur. Onderweg hadden we wel even een halte gehouden op een snelwegparking, zodat we konden overgaan tot de aankoop van een cola en chocoladebroodje. Toen we in Brussel Noord waren aangekomen, konden we opnieuw onze wandelkar monteren en even later de treinreis aanvangen naar Mechelen. In het station konden we tot slot, alvorens huiswaarts te wandelen, nog even terecht in de Panos voor een kopje koffie en een tweetal broodjes.

Zo eindigde geruime tijd later deze wandelvakantie tussen Troyes en Vézelay en kon het thuiswerk beginnen, met het reinigen van het gebruikte materiaal, het wassen van de kledij en natuurlijk een behoorlijke douche. Deze laatste etappe op weg naar Vézelay was goed voor 33858 stappen en 25,393 afgelegde kilometers.”