dinsdag 13 oktober 2020

391: Reims, Zaterdag 17 september 2016, 22,566 km. (7974,629 km.)

“Onze ‘Camino’ eindigde voor het laatst ter hoogte van de kathedraal in Reims en dat op de Franse nationale feestdag, met name ‘le quatorze juillet’. Na wat voorbereidingen ten huize en enkele regelingen ter zake met de familie, konden we recent, tijdens de maand september opnieuw op pad. Ditmaal zouden we het traject te voet afleggen tussen Reims en Troyes, met als startdatum, zaterdag 17 september. De dag voordien waren we dan ook vanuit onze woonplaats Mechelen vertrokken, voorzien van de noodzakelijke bagage voor een tiental dagen. ‘s Ochtends ging het dan ook vooreerst per bus naar het station, teneinde aldaar verder te reizen per spoor naar Brussel-Midi. Aldaar hadden we dan ook omstreeks 09:30 uur rendez-vous met een zekere Marc, welke ons zou meenemen in zijn voertuig tot aan het station van Reims. Mede dankzij BlaBlaCar, een betaalbaar alternatief voor de vrij dure TGV-treinen. Iets later dan gepland, omwille van een verkeerd genomen richting in Brussel, arriveerde de reeds vermelde chauffeur en even later konden we op weg naar Reims. De zon was alvast onze metgezel onderweg en het moet gezegd, het was een aangename reis voorzien van een leuke conversatie.

Na enkele uren te hebben gereden, hielden we even een korte halte ter hoogte van de parking te Urvillers, teneinde een sanitaire boodschap na te laten en een bekertje koffie te nuttigen. Wat later konden we terug op weg en vrij vlug bereikten we het station van Reims. Onder een ondertussen loodzware zon, konden we op de parking ter hoogte van de Cour de la Gare, onze wandelkar monteren en een tiental minuten later, na het nuttigen van een broodje, konden we op weg naar het CIS de Champagne, alwaar we voorheen reeds hadden overnacht. We wandelden dan ook doorheen een stukje Reims, via de Rue du Général Estienne, de Place Drouet d’Erlon, de Rue Théodore Dubois, waarna we de Rue de Vesle bereikten. Bekend terrein ondertussen sinds ons vorige verblijf in de stad. Het ging dan ook rechtsaf in deze drukke winkelstraat, waarna we vrij vlug het CIS bereikten in de Chaussée Bocquaine. Even later konden we kamer 103 betrekken en ons even opfrissen, na vrijwel een drukke ochtend onderweg te zijn geweest.

Vermits we op 14 juli laat in de namiddag Reims hadden bereikt en de volgende ochtend reeds om 08:00 uur huiswaarts keerden, hadden we weinig gelegenheid gehad om de stad te bezoeken. Nu hadden we nog een vrije namiddag en maakten dan ook van deze gelegenheid gebruik een toertje te maken doorheen een gedeelte van Reims. We verlieten dan ook het CIS en wandelden opnieuw via de Rue de Vesle, richting centrum. Vooreerst bezochten we even de église Saint-Jacques in de Rue Marx Dormoy, aangezien deze kerk op 14 juli was gesloten. We konden er dan ook genieten van de prachtige glasramen en als aandenken een stempel verkrijgen in het Compostelaboekje. Meteen een mooi begin van een volgende serie stempels tijdens de komende week. Even later, om de hoek, tegenover de Opera, lieten we ons dan ook vooreerst een kopje koffie smaken, ondertussen even mijmerend over ons vorige verblijf en aankomst alhier. Een tijdje nadien gingen we op weg naar de Cathédrale Notre-Dame, voor een rustig en vooral langer bezoek. We werden er opnieuw begroet door de lachende engel, een foto mocht vanzelfsprekend niet ontbreken.

Het was er heel wat rustiger dan tijdens ons eerste bezoekje op de nationale feestdag. Na het nemen van enkele foto’s en de aankoop van een klein souvenir, wandelden we even tot aan het Office de Tourisme van de stad, op zoek naar een stratenplan. Aldaar verkregen we de nodige info, teneinde ons te begeven naar de verder gelegen Basilique Saint-Remi. We dienden daartoe enkel de Rue Chanzy te volgen tot zowat op het einde. Volgens de toeristische dienst, zowat 20’ wandelen. Een vrij drukke straat, vooral voorzien van winkels en heel wat exotische restaurants. Gekomen ter hoogte van het kruispunt met de Rue de Contrai, konden we dan ook een uitzonderlijk grote zonnewijzer op het trottoir bekijken. Nadien ging het verder hogerop naar de reeds vermelde basiliek, ondertussen de Rue Gambetta volgend en nadien de Rue du Grand Cerf. Uiteindelijk bereikten we het vermelde religieuze gebouw en konden dan ook overgaan tot een rondwandeling binnenin. Alvast een indrukwekkend bouwwerk met heel wat bezienswaardigheden.

Geruime tijd later verlieten we de Basilique en wandelden terug richting centrum, via het parkje in de nabijheid. Zo bereikten we de achterzijde van het Presbytère en tevens Musée Saint-Remi. Via de Rue Simon, de Rue du Pistolet en opnieuw de Rue Gambetta, ging het nadien nagenoeg lijnrecht opnieuw naar de binnenstad en bereikten we terug de kathedraal. Teneinde de namiddag af te sluiten, nuttigden we nog een belegd broodje in de nabijheid van het pleintje aan de église Saint-Jacques. Gelet op het vroege uur dat we 's anderdaags van start zouden gaan, besloten we vervolgens terug te keren naar het CIS en aldaar alles in gereedheid te brengen voor de eerste etappe de volgende dag. Jammer genoeg, tijdens de late avond begon het te regenen en dat zou zo min of meer gedurende de nacht hetzelfde geval zijn.

Op zaterdagochtend 17 september, begon de dag dan ook vrij vroeg met een ontbijt in het CIS. Enkele broodjes, wat confituur, een yoghurt en een kommetje fruit, het zou in elk geval voldoende energie geven voor de komende uren. We maakten dan ook van de gelegenheid gebruik enkele broodjes extra in de tas te stoppen voor onderweg. Na alles nog even te hebben nagekeken en vooral, na het regenpak te hebben aangetrokken, verlieten we omstreeks 08:00 uur het CIS en begonnen aan onze eerste etappe op weg naar Troyes. We volgden de Chaussée Bocquaine naar rechts, tot aan de reeds bekende Pont de Vesle. We gingen de brug over, tot aan een vestiging van Carrefour City in de Rue de Vesle, teneinde enkele aankopen te doen, met name water, chocomelk, worst en enkele bananen. Het werd dan ook de hoogste tijd, ondertussen zowat 08:30 uur, om de regen te trotseren en onze neus richting Troyes te richten en te wandelen tot in Germaine. We keerden dan ook een eindje op onze stappen terug, om bovenop de Pont de Vesle, de lift te nemen naar het lager gelegen jaagpad.

Dit pad, de Allée des Tilleuls, ook ‘La Coulée Verte’ geheten, bevindt zich tussen het links gelegen kanaal, dat Aisne en Marne verbindt en de rechts gelegen rivier La Vesle. We bemerkten er al dadelijk aanduidingen, dat we ons bevonden op een gedeelte van de GR654 (Namen-Vézelay) en de GR145 (de Via Francigena naar Rome). Tevens dat de Marne zich bevond op zowat 34,8 km verderop. Nog een eindje te gaan zo vermoedden we. Met de lift achter ons, wandelden we richting haven, onder een donkere hemel en voorzien van lichte motregen. We zouden vooreerst een aantal bruggen onderdoor wandelen, alvorens uiteindelijk het jaagpad definitief te verlaten. De eerste brug welke we te zien kregen, betrof de Pont de l’Europe, met er net voorbij de haven van Reims. Enkel plezierboten lagen aangemeerd. Een tweede brug, de Pont de Venise werd gepasseerd, waarbij we rechts af en toe een klein bruggetje zagen, om de Vesle over te steken naar een naburig stukje bos. Wij hielden echter dezelfde richting aan.

Een tijdje later was de derde brug aan de beurt, de Pont de Fléchambault, gesitueerd ter hoogte van een kleine sluis. We hielden er even halt om te zien hoe een schip de nauwe sluis binnenvoer, maar tevens om even het oude sluiswachterhuis N° 10 te bekijken en vooral een foto te nemen van een zogeheten ‘mijlpaal’ op weg naar Santiago de Compostela. Volgens de vermelding nog 2400 km te gaan, maar wellicht stemt deze afstand niet overeen met de werkelijkheid, tenzij men natuurlijk een omweg maakt via Rome! Bezijden de sluis bevond zich een groot informatiebord betreffende ‘La Via Francigena en Champagne Ardenne’. Immers tot dusver liepen de wegen naar Rome en Santiago hier langsheen dezelfde route, even verder zouden de wegen zich echter splitsen. We gingen nadien op weg naar de vierde brug, het viaduct van de snelweg. Hier kregen we een loense blik van een lachende engel, voorzien van een glas Champagne, levensgroot geschilderd op een flatgebouw aan de overzijde van het kanaal. De weg bovenop het viaduct heette dan ook toepasselijk de Avenue de Champagne. Het kanaal maakte even verder een lichte bocht naar links en zo wandelden we richting vijfde en laatste brug, de Pont Huon.

Het was inmiddels zowat 09:40 uur geworden en alvorens ter hoogte van de brug het jaagpad te verlaten, pauzeerden we even op een zitbank langsheen het kanaal. Een slokje water was even welkom als een glas Champagne. Na deze verdiende rustpauze verlieten we het jaagpad naar rechts, hierbij de aanduidingen volgend van de Via Campaniensis, welke ons reeds vanaf Château-Porcien hadden geleid. We verlieten dan ook tevens even het traject van de GR654 en begaven ons op weg naar Cormontreuil, vooreerst via de D8, de Rue Albert Thomas. We staken dan ook de rivier La Vesle over om verder wandelen langsheen de Route de Cormontreuil. We konden hier veilig stappen op een gescheiden pad van de weg. Korte tijd later passeerden we het grensbord van Cormontreuil. Via een brug kruisten we de expresweg, de A344 en betraden aldus het centrum van de gemeente via de Rue Manoel Pinto. Een kruispunt verder bevonden we ons in de Rue Chanzy (D8E1) en even later, ter hoogte van een t-kruispunt, in de Rue Aristide Briand (D9). We hielden hier de richting Louvois aan. Deze vrij drukke weg, was nog slechts de voorbode van enkele gevaarlijke rotondes aan het einde daarvan.

Een eerste rotonde ter hoogte van de Boulevard d’Alsace Lorraine, konden we nog gemakkelijk oversteken, doch een tweede rotonde ter hoogte van de Place de la Fraternité leek iets moeilijker, omwille van het ontbreken van trottoirs. We bevonden ons hier te midden van enkele grote handelszaken en de verkeersdrukte was er dan ook behoorlijk gevaarlijk. Tot slot ging het via een viaduct over de autosnelweg A4/E17 verder via de Route de Louvois. Een laatste kleine rotonde bood echter de gelegenheid, om bezijden de weg een hapje te eten. Het was inmiddels 10:30 uur geworden en de broodjes van het CIS smaakten dan ook heerlijk. Even later verlieten we de drukke D9 en sloegen rechtsaf via de D9E1 in de richting van het lager gelegen Trois-Puits. Van verre konden we reeds de eerste Champagnehuizen waarnemen en tevens de eerste wijngaarden. Ter hoogte van de bebouwde kom van de gemeente, kruisten we de Rue du Petit Trois-Puits om aan de overzijde even verderop de openbare weg te verlaten. Enkele houten trappen rechts van de weg, leidden ons meteen naar een onverhard pad tussen de wijngaarden, de Chemin des Fours. Deze modderige strook zou niet de laatste zijn voor deze eerste wandeldag.

We betraden dan ook een gedeelte van de wijngaarden van het Champagnemerk Trichet-Didier en konden het natuurlijk niet laten, even te proeven van de druiven. De smaak viel bijzonder mee, erg zoet zelfs en suikerrijk. Het pad ging langzaam de hoogte in en draaide naar links, min of meer omheen het dorp Trois-Puits. Er heerste heel wat bedrijvigheid tussen de wijngaarden, vermits de ‘Vendange’ in volle gang was. Waar men ook keek, ontelbare seizoenarbeiders en vooral druk verkeer inzake afvoer van volle bakken vers geoogste druiven. Dit liet natuurlijk sporen na op de veldwegen tussen de wijngaarden, stilaan onbegaanbaar door de modder en de sporen van de autobanden. Toch slaagden we erin om de verder gelegen Grand Rue te bereiken ter hoogte van een spoorwegviaduct. Aan de overzijde wandelden we verder op een pad evenwijdig met de spoorlijn, richting Montbré. Na een tijdje deze richting te hebben gevolgd, draaide het pad naar links, weg van de spoorlijn, waarna we de D9E bereikten, welke ons toeliet om een andere spoorlijn over te steken. We bereikten via de Rue de Trois-Puits uiteindelijk de eerste huizen van Montbré en even later een soort waterbekken ter hoogte van een klein oorlogsmonument. Aldaar ging het rechtsaf via de Rue de l’Église en zo bereikten we de plaatselijke Mairie en kerk.

Dat de klok van de Mairie 17:10 uur aangaf, daar konden we best eens om lachen. Ter hoogte van de kerk, op de Place de l’Église, vonden we even gelegenheid om te pauzeren op de trappen van het kerkterrein. Verder dan het gesloten hek kwamen we echter niet. Het was zowat 11:40 uur intussen en een hapje ter versterking van de inwendige mens was welkom. Ondertussen, tijdens deze korte maaltijd, konden we even onze besmeurde regenbroek en schoenen bekijken. Nadien ging onze tocht verder langsheen de Rue de Chigny, omheen de kerk via de Rue du Pressoir, om al klimmend wat verderop terug te belanden tussen de wijngaarden. Deze veldweg was er nog erger aan toe dan de vorige, wegens ook hier het veelvuldig aan- en afrijden van plukkers met hun oogst. Gelukkig naderde het pad opnieuw de spoorlijn van voorheen en zo konden we uiteindelijk een graspad volgen, dat toeliet iets makkelijker te stappen. Ook hier de bemerking, vlakke paden zouden we vrijwel niet aantreffen. Een blik achterom liet ons één van de laatste vergezichten op de stad Reims zien.

Na geruime tijd het graspad te hebben gevolgd, bereikten we een overweg rechts van ons. Hier verlieten we het pad evenwijdig met het spoor en wandelden naar links verder, langsheen de wijngaarden. Af en toe, teneinde de dorst even te lessen, konden we proeven van zowel witte als blauwe duiven. Voorzien van wat neerslag, smaakten ze dan ook behoorlijk. Ook dit pad was vrij modderig en af en toe dienden we te laveren tussen de waterplassen. In een wijde boog ging het opnieuw richting spoorlijn, om vervolgens aan een doorgang onder het spoor, links af te slaan in de richting van een verharde weg. Eenmaal aldaar aangekomen, bevonden we ons op de Rue Gambetta en die zou ons brengen tot in Rilly-la-Montagne. Het ene na het andere merk van Champagne trok de aandacht. Reclame op de gevels, versieringen en vooral heel wat wegwijzers naar de betreffende huizen. Langzaam verder afdalend bereikten we een pleintje met een kleine waterpartij ter hoogte van de dwars gelegen Rue de Chigny. Rechts bemerkten we een Bar-Tabac en dat was meteen de gelegenheid tot het nuttigen van een kopje koffie. Het was 13:15 uur geworden en op straat nagenoeg geen levende ziel te bemerken.

Na de koffiepauze ging het noodgedwongen opnieuw op pad, er wachtte ons immers nog een lange weg. We verlieten dan ook Rilly-la-Montagne via de stijgende Rue de Chigny en even later de Rue du Onze Novembre. We troffen er links van de weg een klein buurtparkje aan, alwaar we even overgingen tot het nuttigen van een verse croissant. We hadden ondertussen een stukje gevolgd van een lokale wandelroute, een zogeheten ‘Balade Fleurie’. De Rue du Onze Novembre gaf vervolgens uit op de D26, de Rue de Villers Allerand, welke we naar rechts volgden, ook nu opnieuw aan hoogte winnend. Voorbij een lange bocht naar rechts en ter hoogte van een bebloemde oude wijnpers, verlieten we naar links de weg en namen we de Chemin de la Forêt. Vooreerst nog enigszins verhard, kregen we weldra bosgrond onder de voeten. Het pad werd smaller, liet ons behoorlijk klimmen en was voorzien van af en toe enkele rotsgedeelten. Een autowrak wat verderop liet ons even schrikken, en ook nadenken, hoe dat hier was beland. Een steile helling erachter liet vermoeden dat de auto via deze weg in het dal was terecht gekomen. Aangezien het pad achter de auto te steil was om te beklimmen, lieten enkele routetekens ons de weg naar links volgen.

Op die manier kronkelde het pad langzaam maar zeker de hoogte in, steeds dieper doorheen het donkere bos. We wandelden voorbij een slagboom en hielden dezelfde richting aan. Een groot informatiebord liet ons weten dat we ons bevonden in het Forêt Domaniale du Chêne à la Vierge. Onmetelijk groot zo vonden we zelf en nog altijd geen levende ziel aan te treffen. Je hoort dan ook van alles in zo een bosrijke omgeving en soms denkt men al wel eens aan wat zoal zou kunnen gebeuren. Nog altijd in zuidelijke richting wandelend, bereikten we even verderop de Route Forestière du Chemin de Service, eigenlijk een breder pad doorheen het bos en ditmaal bestaande uit grind. Toch iets makkelijker om te volgen met een wandelkar. We passeerden even later een grote vijver rechts van het pad en konden vaststellen dat het bos iets meer licht liet doorschijnen. Ondertussen was ook de zon verschenen en dat zou zo blijven de rest van de dag. Gelukkig maar. Uiteindelijk na meer dan twee uur doorheen het bos te zijn gewandeld, bereikten we opnieuw asfalt onder de schoenen en dit ter hoogte van de Rue de Villers Allerand, deel uitmakend van het gehucht Les Haies. Het was zowat 15:45 uur geworden en de hoogste tijd, nu we opnieuw de bewoonde wereld betraden, onze wandelkar een grondige poetsbeurt te geven en de regenhoes en regenkledij op te bergen.

Enkele meters verderop troffen we nog bezijden de weg een zitbank aan, goed voor een laatste rustpauze, alvorens we naar de plaats zouden wandelen alwaar we zouden overnachten. We volgden even later de ondertussen van naam veranderde straat Rue des Haies, tot we voorbij het huis nr. 29 een wegje rechts opgingen. Op het einde van de weg, ging het linksaf, vooreerst langsheen de rand van het bos en nadien er een eindje doorheen. We bereikten tenslotte opnieuw de openbare weg ter hoogte van de Rue Fossé Pion. Hier zouden we volgens onze wandelgids rechtsaf het bos dienen in te gaan, doch we bemerkten blauwgele stickers van de Via Campaniensis die een andere route aanwezen. Dus volgden we maar verder de Rue Fossé Pion tot aan de verder gelegen D71, de Rue de Louvois. Het volgende kruispunt begonnen we aan een klimmetje rechts de hoogte in, de Rue de Rilly, gevolgd door de Rue du Moulin. Zo bereikten we de Rue de l’Étang, alwaar we normaal gezien zouden zijn gearriveerd via de oorspronkelijke route. We volgden naar links de Rue de Courtagnon en kwamen terecht ter hoogte van een oude wasplaats, ‘Le Lavoir de Thérèse’. Om de hoek troffen we dan ook de Mairie aan, zowat het middelpunt van Germaine.

Na nog enkele digitale plaatjes te hebben genomen, wandelden we tot aan de kerk van Germaine en namen aldaar telefonisch contact op met onze gastvrouw Nicole Ménard. Het was toen net 16:50 uur geworden, een mooi tijdstip om even uit te rusten op het muurtje omheen de kerk, in afwachting van de komst van de gastvrouw. Korte tijd nadien werden we door Nicole begroet en wandelden samen met haar tot aan de even verder gelegen woning. We konden er onze bagage stallen in een veranda en werden vervolgens voorzien van een koel glas Schweppes Agrum. Na een babbel ter kennismaking en na wegwijs te zijn geworden betreffende slaap- en badkamer, konden we genieten van een verkwikkende douche. Nadien werden we vergast op een glaasje Ratafia de Champagne, waarna we konden genieten van het avondmaal. Een voorgerechtje van tomaten met notenbrood, gevolgd door rijst, linzen en kalfsvlees en als dessert de traditionele Franse kazen en een assortiment fruit. Na de maaltijd genoten we nog even na in het salon, alvorens het bed op te zoeken en te genieten van een verdiende nachtrust.

Zo kwam dan ook een einde aan deze eerste wandeldag van Reims tot in Germaine, een tocht goed voor 30088 stappen, 22,566 km, 1108,1 cal in een wandeltijd van 05.31.37 uur. Ondanks het minder goede weer tijdens de ochtend, bereikten we toch in de late namiddag Germaine onder een heerlijk zonnetje. Jammer genoeg, de komende nacht zou één en ander veranderen. Maar dat is uiteraard voor het volgende wandelverslag op weg naar Troyes.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten