vrijdag 1 mei 2020

196: Coudekerque, Zondag 03 oktober 2010, 22 km. (3953,798 km.)



Een georganiseerde tocht, welke doorging in het noorden van Frankrijk. Deze tocht werd evenwel niet aangekondigd in de wandelgids Marching. De informatie ter zake konden we bekomen via een ander kanaal. Na afloop van deze prachtige wandeling, schreven we nog dezelfde avond een relaas, met betrekking tot de bezienswaardigheden onderweg, omstreeks 20:00 uur.

“Deze ochtend trokken we naar het Noord-Franse Coudekerque-Village, om daar deel te nemen aan een wandeling onder de titel ‘Bois des Forts’. De startplaats bevond zich even buiten de dorpskom in ‘Le Relais des Forts’. Toen we omstreeks acht uur deze plek bereikten, waren nog maar weinig wandelaars aanwezig, het merendeel uiteraard uit de streek. We konden in de zaal terecht voor een gratis koffie en een wafeltje en kregen er een fotokopie, waarop de betreffende routes waren weergegeven. Er kon worden gekozen uit de volgende afstanden: 5, 10, 15 of 22 km. Wij kozen voor de laatste afstand en dienden bijgevolg de zwarte pijlen te volgen gedurende de rest van de dag. De organiserende club ‘Les Semelles du Polder’, had alvast het zonnetje besteld voor deze aangename herfstwandeling. Volgens het verkregen plannetje, zouden we door het dorp Coudekerque wandelen, om vervolgens noordwaarts te trekken in de richting van het ‘Canal de Moëres’, om nadien via het fort Vallière, zuidwaarts te trekken in de richting van Bergues. Aldaar zouden we tenslotte wandelen omheen de stad via de vestingwallen, om nadien terug te keren via het ‘Bois des Forts’ naar de aankomst.

Onderweg zouden we gratis worden bevoorraad. Na onze koffie gingen we op pad. We wandelden direct het ‘Bois des Forts’ in, aangezien de startzaal was gesitueerd binnen deze groene omgeving. Van bij de start scheidden zich de wegen van de 5/10 en de 15/22 km, door elk een andere richting te kiezen. Elke dreef die we vervolgens voor de voeten kregen geschoven, had een toepasselijke naam. Een van de eerste dreven had dan ook de luisterrijke naam ‘Allée des Pics Verts’. Er zouden nog tal van andere benamingen volgen, waarvan we jullie hier de namen besparen. Kort na de start volgden we dan ook grotendeels een uitgestippelde lokale wandelroute, het ‘Circuit du Bois des Forts’. Een tijdje wandelden we in het gezelschap van de deelnemers aan de 15 km, tot we voor het eerst de rand van het bos bereikten. Zij sloegen linksaf om een kortere weg te nemen, wij gingen naar rechts, richting centrum van Coudekerque-Village. Eenmaal in het centrum van dit dorp, werden we herinnerd aan de gebeurtenissen tijdens het begin van de maand juni 1940, toen het Franse en Britse leger op de terugweg waren en later werden geëvacueerd naar Engeland.

Deze gekende operatie Dynamo speelde zich ook gedeeltelijk af in deze Noord-Franse gemeente. We trokken voorbij de dorpskerk, om verder via een links gelegen weg, een stukje verkaveling te doorkruisen. Korte tijd later bereikten we een landelijke weg en die leidde ons in de open polders, waar de uitzichten weids en mooi waren. Het zonnetje deed haar best en de jassen konden worden uitgetrokken. Stilaan zagen we de kerk van Coudekerque in de verte verdwijnen en trokken we verder de polders in. Ook hier verzopen landerijen omwille van de regen de voorbije weken. Tal van kleine waterlopen doorkruisten het gebied en zorgden vaak voor unieke beelden onderweg. Gekomen ter hoogte van de drukke weg naar Ghyvelde, troffen we een recent geplaatst monument aan. De inhuldiging dateerde immers van juni laatstleden. We staken de weg over en volgden aan de overkant een landelijke weg. We bevonden ons hier op het ‘Circuit Cobergher’, een plaatselijke fietsomloop. Verder weg van de drukke wegen, kwamen we langs braamstruiken, waar de bessen met trossen binnen handbereik hingen.

We konden het natuurlijk niet laten even te proeven. Uiteindelijk hield de weg op te bestaan en vervolgden we via een veldweg, welke spoedig overging in een smalle wegel. We trokken een eindje langsheen lage struiken, tot we opnieuw de eerste woonhuizen bereikten. We waren aangekomen ter hoogte van het ‘Canal de Moëres’. Ook hier dienden we de drukke weg te dwarsen, om aan de overzijde, via een klein bruggetje een ander natuurgebied te betreden. Hier volgden we over langere afstand een begroeid pad, waar het vaak moeilijk stappen was omwille van het hoge gras. Even  verder bereikten we een landelijk weggetje en dat deed ons uitkomen ter hoogte van de restanten van enkele bunkers uit de oorlog. Hier vonden we de eerste bevoorrading. Een tafeltje in open lucht bood een keuze aan gratis water, wijn en fruitsap en tevens konden we er proeven van chocolade en cake. Een gezellige babbel met enkele medewerkers liet ons ondertussen genieten van het najaarszonnetje. Even later vertrokken we voor het tweede gedeelte van de wandeling.

Gekomen aan een eerste dwarsweg, namen we even een pauze, om gezeten op een duiker, een hapje te eten en te genieten van de omgeving en het uitzicht. We vervolgden nadien onze weg, in de richting van het verder gelegen kanaal en de ernaast gelegen weg, richting Dunkerque. Hier dienden we naar links af te draaien, om het kanaal te volgen tot in Bergues. Hier konden we de strakke wind voelen die uit tegengestelde richting kwam en konden we dus even vechten tegen de natuurelementen. De rijbaan lag ondertussen bezaaid met kleine afgewaaide takken en ook de stroming op het kanaal was duidelijk toegenomen. We bereikten het links van de weg gelegen golfterrein, waar we tal van beoefenaars aan het werk zagen. Sommigen lieten hun golfkar de heuvel afrijden. Tenslotte, na geruime tijd worstelen tegen de wind, bereikten we de stad Bergues. De eerste versterkte wallen konden worden bekeken en zo kregen we al heel vlug een idee aangaande de omvang van deze vesting. We volgden een stukje slotgracht in de richting van een van de talrijke poorten, om op die manier de stad in te wandelen.

Via de ‘Porte d’Hondschoote’ bereikten we de andere kant van de slotgracht en betraden de stad binnen de omwalling. We wandelden doorheen enkele pittoreske straatjes en over oude pleinen. Enkele historische poorten, het voormalige slachthuis, een oud militair hospitaal... we waanden ons af en toe in de 17de eeuw en verkregen zo een idee hoe het leven er toen moet zijn geweest. Via enkele smalle straten, wandelden we van poort tot poort. Na een tijdje dolen omheen de vestingmuren, bereikten we enkele trappen, waardoor we bovenop de vesting terecht kwamen. Hier verkregen we een schitterend uitzicht over de nabije omgeving en een blik over de binnenstad, die we jammer genoeg niet zouden bezoeken. We volgden de vesting verder, langsheen een voormalige kazerne, om wat later opnieuw onder de vestingmuren door te gaan. Ditmaal kwamen we terecht aan de binnenzijde van dit versterkt bastion. Talrijke schietgaten lieten ons af en toe nog een glimp opvangen van hetgeen zich buiten de wallen bevond. Uiteindelijk troffen we ook even verder een gedenkplaat aan ter ere van de ontwerper van de vesting, maarschalk De Vauban.

Via een reeks trappen bereikten we nadien terug de openbare weg binnenin de vesting, alwaar een schooltje dienst deed als tweede plaats van bevoorrading onderweg. Ook hier konden we even op adem komen en proeven van de cake en de chocolade en een glaasje fruitsap nuttigen. Jammer genoeg nodigden de toiletten niet uit tot een bezoekje... Na ons tweede oponthoud, vervolgden we onze weg via de vestingen. We bestegen enkele trappen om ditmaal een gedeelte van de versterkte wallen te volgen. We wandelden opnieuw bovenop de muren van deze versterkte stad. We zigzagden om op die manier de loop van de muren te volgen. Volgens een informatiebord onderweg, bedroeg de afstand van een gedeelte van deze ommuring meer dan 3500 m. Op die manier gingen we verder omheen de binnenstad, om uiteindelijk het punt te bereiken waar we de stad waren ingetrokken, met name de ‘Porte d’Hondschoote’. Het parcours ging nu over korte afstand over hetzelfde traject als de heenweg, tot we verderop opnieuw het ‘Bois des Forts’ bereikten. We begaven ons in een van de mooie dreven en wandelden ditmaal rechts van het golfterrein.

We waren op de terugweg naar de startzaal. Onderweg kregen we nog wat info over de indeling van het bos en de situering van de forten. Ook wandelden we langsheen tal van prachtige watergebieden en ontelbare kleine waterlopen. Hier vonden we beschutting tegen de wind en was het bijzonder aangenaam wandelen en vooral genieten van de milde temperaturen. Na nog even te hebben genoten van deze mooie bosrijke omgeving, kregen we de auto in zicht en bijna tezelfdertijd de plaats van vertrek. We namen nog even de tijd om iets te nuttigen en reden nadien voldaan richting België. Vandaag genoten we van een stukje Noord-Frankrijk en vooral van de mooie vestingstad Bergues. Vast een bezoekje waard. Meteen loopt het weekend ten einde en worden de wandelschoenen opgeborgen tot volgende week... Dat je kan wandelen zonder controlekaarten en stempels dat hebben we vandaag ervaren, het heeft in ieder geval ons wandelplezier niet bedorven.”

We sluiten dit wandelhoofdstuk voor vandaag af, met een blik in de respectievelijke wandelboekjes. ‘K: Rustig najaarsweer. Verrassende wandeling. Landelijk en met bossen. Hoogtepunt was de fortengordel in Bergues. Ervan genoten, al was de organisatie simpel. Geen sticker. J: Mooie en rustige wandeling doorheen Noord-Frankrijk. Een tocht vanuit Coudekerque, via het ‘Bois des Forts’ naar het mooie historische Bergues. Aldaar wandelen langsheen de oude vestingmuren en langs tal van oude stadspoorten. Een werk van maarschalk Vauban.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten