woensdag 14 oktober 2020

393: Epernay, Maandag 19 september 2016, 25,927 km. (8022,255 km.)

“Onze derde etappe, op weg van Reims naar Troyes, ging van start in Épernay. Aangezien het voorheen niet was gelukt, omwille van de ‘Vendange’ een slaapplaats te vinden in Moussy, hadden we dus vandaag een vrij lange tocht voor de boeg, welke zou leiden tot in Montmort-Lucy. We begonnen de dag dan ook met een ontbijt in de keuken van het Presbytère in Épernay, om even later afscheid te nemen van onze gastheer en met alweer een stempel rijker in het Compostelaboekje. Een aangepast ‘donativo’ werd in dank aanvaard. We verlieten dan ook omstreeks 08:15 uur de Rue de Magenta, met nog een laatste blik op de Église Saint-Pierre-Saint-Paul, met een wel erg opvallende toren, die enigszins deed denken aan de vroegere pauselijke tiara. Alhoewel er nog wat bewolking aanwezig was, leek het toch een zonnige dag te worden, vermits reeds blauwe gaten waren waar te nemen. Hopelijk waren we nu een tijdje verlost van de neerslag tijdens de eerste twee wandeldagen. We gingen naar links, om naast de kerk even de documenten te ordenen op een bankje onder enkele platanen, welke een parking omringden. Nadien stapten we over de parking verder tot aan de Rue Domaine Pérignon, een straat welke we kruisten, om aan de overzijde het Parc des Loisirs Roger-Menu te betreden. Het ging voorbij de links gelegen ‘Piscine Bulléo’ en de rechts gesitueerde ‘Hall des Sports’, om via een tweede parking de Rue Comte de Lambertye te bereiken. Het ging aldaar rechtsaf en zo bevonden we ons even later opnieuw op de Voie de la Liberté, de D951 of ook wel Avenue Maréchal Foch geheten, welke we de dag voorheen reeds hadden bewandeld.

Teneinde opnieuw het te volgen traject te bereiken, dienden we vooreerst uit de lager gelegen stad Épernay weg te komen. Gelet op de zeer steile afdaling de avond voordien, wachtte ons om te dag te beginnen, een beklimming van nagenoeg hetzelfde kaliber. We gingen vooreerst op de D951 linksaf tot aan een kleine rotonde. Alvorens te beginnen aan de beklimming richting hoger gelegen wijngaarden, deden we eerste enkele inkopen voorbij de rotonde. Daar bevond zich een ‘Contact Marché’, zodat we even onze drank- en mondvoorraden konden aanvullen. Na onze inkopen, ondertussen de klok van 09:05 uur voorbij, waren we vertrekkensklaar. We keerden een eindje op onze stappen terug tot aan de rotonde en kruisten dan de D951, om aan de overzijde de Rue des Crépons te nemen. Meteen ging het al flink de hoogte in. Ter hoogte van het eerste kruispunt ging het linksaf via de Allée de la Goësse om het volgende kruispunt verder te klimmen via de Allée de la Forêt. We bleven maar aan hoogte winnen en zo vroeg op de dag, eerder aan een matig tempo. Een blik achterom leerde ons dat Épernay langzaam maar zeker verdween in het lager gelegen dal. Ondertussen konden we de eerste zonnestralen ervaren en dat zorgde voor de eerste zweetdruppels.

We bevonden ons inmiddels opnieuw tussen de wijngaarden en het zouden voorwaar nog niet de laatste zijn. We begonnen deze maandagochtend dan ook met even te proeven van de sappige en vooral zoete druiven. Wat hogerop op de helling bemerkten we een huis met een grote den tussen de wijngaarden en dat was zowat ons richtpunt, om opnieuw de geplande route te bereiken, met name de reeds voorheen gevolgde GRP (Grande Randonnée de Pays de la Côte des Blancs). Op zoek dus naar de eerste geelrode markeringen. Eenmaal het huis via een graspad voorbij, ging het nog wat hogerop, tot we asfalt onder de schoenen kregen. We waren opnieuw op de weg, welke we de dag voorheen hadden verlaten ter hoogte van de Chemin des Gouttes d’Or. We wandelden linksaf en kregen vrijwel dadelijk schitterende vergezichten over de omliggende heuvels en wijngaarden. Korte tijd later verlieten we de openbare weg en volgden een grindpad naar links, tussen de wijnranken. De zon kwam te voorschijn en het voelde aangenaam wandelen tussen de druiven. Ook hier heel wat bedrijvigheid van plukkers en aangepaste vervoermiddelen. We begonnen geleidelijk af te dalen tussen de percelen, waarna we opnieuw een asfaltwegje bereikten, hoofdzakelijk bestemd voor het transport van bakken geoogste druiven. Deze smalle weg verloopt zigzag in dalende zin over de flank van de helling. Lager kwamen we opnieuw terecht op een bredere asfaltweg en daar dienden we te kiezen voor links. Zo kwamen we uiteindelijk terecht op de Rue de la Marquetterie.

We sloegen linksaf en daalden op die manier af naar het verder gelegen kasteel ‘La Marquetterie’, terwijl we ons ondertussen bevonden op het grondgebied van Pierry, een klein dorp geklasseerd als ‘premier cru de Champagne’. Het kasteel zelf konden we jammer genoeg niet bezoeken, we wandelden dan ook noodgedwongen verder via een grindpad langsheen de kasteelmuur. Aan het einde van dit onverhard pad, ging het opnieuw naar rechts en konden we terug klimmen om aan hoogte te winnen. Na de lange afdaling even voordien, ging het vrij snel hogerop tussen de immer aanwezige druiven. Een bocht in de weg en we draaiden linksaf op een grindweg, nog steeds de GRP volgend, langzaam richting Moussy. Aan routetekens vooralsnog geen gebrek, op paaltjes aan de wijngaard, op de rand van de weg en zelfs op metalen steunen. Het gezegde indachtig ‘What goes up, must go down’, begonnen we even later aan de afdaling naar het in het dal gelegen Moussy. We bemerkten dan ook reeds in de verte de plaatselijke kerk van Moussy, maar ook aan de overzijde van de vallei, de kerk van Chavot en die bevond zich opnieuw op de top van een heuvel. Geleidelijk verschenen de eerste woningen, bereikten we de Chemin de Vignes en de Rue Jean Jaurès.

Om de hoek bereikten we tot slot de Place de la Paix ter hoogte van een oorlogsmonument. We bevonden ons nagenoeg in het centrum van Moussy. Op zoek naar een plekje om even te denken aan wat mondvoorraad, volgden we even de Rue de la République naar rechts, tot aan de Place Henri Baronna ter hoogte van de plaatselijke kerk en Mairie. Helaas geen van beide gebouwen toegankelijk. We namen er plaats op een zitbankje en konden even pauzeren en vooral genieten van vers brood, voorzien van een laagje choco, een stukje kaas en wat frisdrank. Het was inmiddels 10:45 uur geworden, we hadden al een zestal kilometer klimmen en dalen in de benen en er restte ons nog meer dan 18 km tot in Montmort-Lucy, het leek een late aankomst te worden. Na de maaltijd keerden we een eindje terug tot aan de reeds vernoemde Place de la Paix, om vervolgens de Rue de la République te volgen in de andere richting, met andere woorden rechtsaf dus. Ter hoogte van een kleine rotonde, voorzien van een enorme champagnefles, wandelden we rechtdoor in de Avenue du Mont Félix. Zoals de naam van de straat al liet vermoeden, bergop dus. Ook in deze straat heel wat mooie gevelversieringen, vooral met betrekking tot het rijke verleden van de plaatselijke drank.

Het einde van de Avenue du Mont Félix bereikt, kruisten we de drukke D951, alweer de Voie de la Liberté, om aan de overzijde te beginnen aan de lange beklimming naar de kerk van Chavot. Tussen de wijngaarden door, volgden we de smalle kronkelende asfaltweg naar de top van de heuvel. Na heel wat zwoegen, arriveerden we ter hoogte van de gesloten église Saint-Martin de Chavot. Een blik achterom liet in elk geval de pracht van het lager gelegen Moussy zien, af en toe badend in het zonlicht. Aan de achterzijde van de kerk troffen we nog een uniek oorlogsmonument aan, voorzien van een kleurrijk bloemenperk. We vervolgden onze weg voorbij de kerk, langsheen een smalle betonweg, alwaar we enkele meters verder een zitbankje aantroffen ter hoogte van een stukje bos. We hielden er even een korte drank- en rustpauze. Jammer genoeg werd de rust er verstoord door een groep luidruchtige kinderen van seizoenarbeiders. Wellicht tijdens de werkzaamheden van de ouders, alleen gelaten. Desondanks konden we toch genieten van het unieke panorama over de wijngaarden. Even later wandelden we verder en verlieten het traject van de GRP Côte des Blancs. De betonweg veranderde vrij snel in een steenachtig pad.

Alhoewel we omheen de zogeheten Mont Félix wandelden, ging het pad vrij snel de hoogte in. Gelet op de ondergrond, af en toe vrij rotsig, was het niet evident om de wandelkar naar boven te trekken. Af en toe was een korte adempauze wel aan de orde. Maar het uitzicht rechts maakte heel wat goed. Nadat we een tijdje de links gelegen bosrand hadden gevolgd, ging het tenslotte toch het bos in. Het pad werd nog wat steiler en we waren dan ook opgelucht, toen we even later een open plek bereikten aan de rand van het bos, ter hoogte van enkele grote loodsen. De hoogste tijd dus om op adem te komen na deze lange en zware klim. Het was zowat kort na het middaguur en we hielden er dan ook even halt, teneinde gezeten op enkele grote rotsblokken, even de dorst te lessen. Een blikje cola verdween dan ook snel in de keelgaten. Maatje maakte dan ook van de gelegenheid gebruik een sanitaire stop te maken, achter een hoop boomstammen. We bevonden ons nu ter hoogte van de Chemin de la Grange aux Bois. We wandelden dan ook deze weg op naar links, om nadien uit te komen ter hoogte van de watertoren van Monthelon. Ook aldaar bevond zich een picknickplaats en een waterpunt, doch zonet even gepauzeerd, stapten we verder. We volgden dan ook een pad naar rechts, tussen de wijngaarden en de bossen.

Links, in het lager gelegen dal, bemerkten we onder andere de dorpen Cuis, Monthelon, Mancy en Grauves. Eenmaal wat verder een weg bereikt, ging het verder naar rechts, hierbij een tweetal zijpaden negerend, om uiteindelijk een stukje naar links af te dalen tot aan een houten wandelpaal, wegwijzer naar Monthelon en Morangis. We kozen de richting Morangis, dus opnieuw rechtsaf en naar omhoog. Op een T-kruising opteerden we opnieuw voor rechts, teneinde nog wat hogerop te klimmen, tot we een dwarsgelegen graspad bereikten. Op een enorme eik vonden we aanwijzingen betreffende de te volgen route. Het ging linksaf in de richting van het Bois des Poussemaines, dat we even verderop reeds konden waarnemen. Het was net alsof we dan een tunnel ingingen. De doortocht was van korte duur, vermits we even later op een soort heuvelrug wandelden tussen akkers. We arriveerden opnieuw aan enkele loodsen en bereikten de openbare weg ter hoogte van de Rue de la Censé, ondertussen op het grondgebied van Morangis. Op de T-kruising aan de champagnehandel Alain Boutillat, ging het verder naar rechts via de vermelde Rue de la Censé, verderop de Rue de la Liberté. We wandelden er langsheen de lokale gemeentezaal, waar zich achteraan in het parkje enkele picknicktafels bevonden.

Gelet op het reeds gevorderde uur, 13:30 uur, waren we toe aan een middagmaal. We maakten dan ook handig gebruik van de picknicktafel om enkele boterhammen met choco en kaas te nuttigen. Een kopje koffie werd ter plaatse bereid. Na een uitgebreide maaltijd en een langere rustpauze, stapten we verder langsheen de Rue de la Liberté tot aan het kruispunt met de Rue de la Meriserie, die we naar links inwandelden. Het ging even in dalende lijn over asfalt, echter niet voor lang. Beneden gekomen aan de voet van de helling ging het naar rechts via de Rue de la Boulangerie en op die manier verlieten we de bebouwde kom van Morangis, richting Moslins. Ter hoogte van het bord ter zake, bemerkten we aan de overzijde van de weg, een blauwgele sticker van de Via Campaniensis, die een traject aanwees dat ons even deed slikken. Een steil smal stenen pad, verdween onder het struikgewas in de richting van een stukje bos, aangeduid als wandelroute 5.2. Bovendien helde het pad vrij sterk naar links, waardoor we alle moeite hadden, onze vracht recht te houden en bovendien naar boven te krijgen. Maar de aanhouder wint en zo verdwenen we in het Bois de la Guérite. Nog altijd aan hoogte winnend, slingerde het smalle paadje zich doorheen het bos. Enkele omgevallen bomen versperden af en toe de weg, dus konden we samen onze wandelkar van tijd tot tijd over de liggende stammen tillen.

Uiteindelijk verkregen we opnieuw licht aan het einde van de tunnel, we waren doorheen het bos geraakt. We bereikten even later een t-splitsing en sloegen aldaar rechtsaf. In onze wandelgids was nog sprake van een graspad, doch ondertussen was een nieuw breed grindpad aangelegd. Heel wat makkelijker te bewandelen dus. De grindweg mondde tenslotte uit ter hoogte van de D40, de Rue Jean Gallas. Links bevond zich wat verder het dorp Les Buzons, doch we hielden rechts. We kruisten de D36 en wandelden rechtdoor, nog steeds de D40 volgend, richting Chaltrait. Op het kruispunt zelf verkregen we een idee inzake de uitgestrektheid van het landschap. Aan weerszijden een nagenoeg kaarsrechte weg, licht golvend en met niets of niemand in zicht. Werkelijk een gevoel van ‘Alleen op de wereld’. Zowat één kilometer later, ter hoogte van een bocht naar links, verlieten we de D40 en namen een veldweg rechtdoor, vooreerst langsheen de rand van het Bois d’Argensolle, even verder het eigenlijke bos in. We kregen zowaar een moeilijk te bewandelen pad, vermits het in erge mate was omgewoeld. Overal troffen we maïskorrels aan, wat ons toch even liet nadenken over de reden daarvoor. Na heel wat tijd te hebben verloren, omwille van de slechte staat van het pad, bereikten we een min of meer open plek in het bos. We hielden er even halt, op zoek naar de juiste weg.

Net op dat moment bemerkten we dat iemand onze richting kwam gegaan, zomaar uit het niets te voorschijn gekomen. Even later bleek het de eigenaar te zijn van een gedeelte van het bos. Een gesprekje met de man leerde ons, dat de paden worden omgewoeld door everzwijnen, op zoek naar water of wortels, teneinde hun spijsvertering te bevorderen, omwille van het eten van eikels. Om het omwoelen van de grond te beletten, wordt maïs in grote hoeveelheden gestrooid. Daarnaast informeerden we ook even naar de juiste weg, richting kasteel van Charmoye en blijkbaar dienden we gewoon dezelfde richting aan te houden op de kruising waar we ons momenteel bevonden. Een smal wandelpoortje later, bereikten we een vrij breed graspad, ook hier veelal verwoest door de everzwijnen. Maar meer nog, tal van omgevallen kanjers van eiken versperden af en toe de weg. De afgelopen uren was de zon verschenen en dat maakte het er allemaal niet eenvoudiger door. Vermits de gevallen bomen te hoog waren om over te klimmen, dienden we telkens het pad te verlaten, door eerst over een gracht te klauteren en nadien een weg te zoeken doorheen het kreupelhout, om vervolgens, eenmaal voorbij de hindernis, via dezelfde manier terug het graspad te betreden. Het aantal omgevallen bomen hebben we niet bijgehouden, maar wel dat we daardoor heel wat tijd verloren.

Gelukkig kwam aan deze ellendige toestand uiteindelijk een einde en bereikten we op het einde van het brede graspad een t-splitsing. Geen enkel routeteken te bemerken, dus min of meer vertrouwend op ons gevoel van oriëntatie, draaiden we rechtsaf en volgden een vrij goed begaanbaar grindpad. We zouden ons ondertussen bevinden in het Forêt de la Charmoye. Een aantal zijpaden lieten we voor wat ze waren en zo bereikten we verderop de l’Étang de la Grande Folie. Onze klok gaf reeds 16:45 uur aan en volgens onze berekening hadden we nog zowat 5 km te gaan tot aan onze eindbestemming voor de dag. In normale omstandigheden vergt dergelijke afstand iets meer dan een uurtje stappen, doch ook hier hadden we min of meer buiten de waard gerekend. We zouden immers vanaf deze vijver naar links een laan volgen tot aan het kasteel van Charmoye. Laan is eigenlijk een groot woord, voor een graspad dat steeds smaller werd en uiteindelijk bijna slechts een wegel was tussen brandnetels, distels en doornen. Af en toe gedeeltelijk onder water, was het dan ook een hele klus om veilig en wel de openbare weg te bereiken tegenover het kasteel.

Dit zogeheten Château was eigenlijk vroeger een abdij, gesticht in 1167. Het ging uiteindelijk over in privébezit. In de hoop dat we nu eindelijk vlot konden wandelen tot aan onze slaapplaats, ging het aan het kasteel dan ook rechtsaf op de D38. Een lange asfaltweg nog te gaan en dat na een inspannende dag. Om deze drukke verkeersweg naar Montmort-Lucy enigszins te vermijden, voorzag de wandelgids nog in tweetal ommetjes doorheen enkele gehuchtjes bezijden de weg. Zo zouden we nog even evenwijdig dienen te stappen doorheen het Hameau La Chaude Rue en eveneens doorheen het Hameau Les Rouleaux. Gelet echter op het reeds gevorderde uur en omwille van het gebrek aan enige bezienswaardigheid in deze gehuchten, volgden we gewoon rechtdoor de D38. Immers, het kasteel van Montmort-Lucy torende hoog uit bovenop een heuvel en dat betekende dat een laatste klim zich nog aankondigde, tot groot ongenoegen van maatje, die de bui al min of meer zag hangen. We gingen dan ook aan een matig tempo verder en begonnen aan de lange beklimming naar het centrum van Montmort-Lucy. Op het einde van de D38, reeds duidelijk aan hoogte gewonnen, bereikten we de D18, de Rue Saint-Pierre. We konden een glimp opvangen van de kerk links, doch we sloegen rechtsaf, nog steeds verder omhoog richting kasteel.

Op het kruispunt van de D18 en de D951, de Rue de la Libération, volgden we de hoofdweg via een brede bocht naar links, ook hierbij een steile weg volgend, tot we in de volgende bocht naar rechts, het kasteel van Montmort-Lucy bereikten. Jammer genoeg afgesloten door een metershoog hek. We dienden dan ook vrede te nemen met enkele foto’s doorheen het traliewerk. Rechts bemerkten we inmiddels de Mairie van het dorp, ter hoogte van een grote rotonde. In de onmiddellijke nabijheid bevond zich een hotelletje, alwaar we een kamer hadden gereserveerd, daar ook hier geen particuliere opvang voorhanden was, omwille van de ‘Vendange’. Even later, om 18:30 uur, konden we dan ook terecht in Hôtel de la Place bij Mme. Thiroux. Op het eerste zicht een wat gedateerd hotel, maar het voornaamste was toch over een bed te kunnen beschikken, een gelegenheid om zich te wassen en de dag te beginnen met een ontbijt. Na het vervullen van enkele administratieve verplichtingen konden we de kamer betrekken. We rekenden meteen af, verkregen een stempel in het Compostelaboekje en konden terecht voor het ontbijt de volgende ochtend vanaf 07:30 uur. Na een verdiende douche en een avondmaal op de kamer, konden we eindelijk overgaan tot een zalige nachtrust. Gelukkig, na deze vrij zware dag, wachtte de volgende dag een eerder korte etappe op weg naar Baye.

Deze derde dagtocht op weg naar Troyes bleek goed te zijn voor 34570 stappen, 25,927 km, 1195,1 cal in een wandeltijd van 06.26.07 uur. We sloten de dag dan ook af met een laat avondmaal met uitzicht op de omliggende heuvels. Een stukje chorizo en brood en vooral enkele kopjes koffie, een waardige afsluiter van de dag. Een volgend verhaal zal ons in een andere wereld later arriveren, Baye.”

1 opmerking:

  1. De laatste etappes doorgenomen, laten mij dromen,
    laat ons vertrekken, meerdere stappen zetten,
    op weg naar ons doel, we hopen dat het lukt
    zo samen onderweg, fijn en zonder al teveel pech
    maar aankomen waar we graag willen eindigen ♥

    BeantwoordenVerwijderen